Hoofdstuk 11

1.3K 110 37
                                        

Alice

Ik zit de achterbak van een busje. Mijn handen zitten vast gebonden en ik draag nog steeds een Avon steen. Ik kijk naar Aiden die ook vast gebonden zit. 'Had je het echt gedaan?' Vraag ik. Hij kijkt me vragend aan. 'Als Luke mij niet had geroken. Had je me dan echt veraden?' 'Ik weet het niet.' Zegt hij terwijl hij weg kijkt. Opeens stopt de auto. De deuren gaan open en mannen halen ons er ruw uit. Ik zie een groot zwart kasteel voor mijn neus. Het is echt tegen over gestelde als het kateel in Herion. 'Welkom thuis prinsesje.' Lacht een man. We worden naar binnen geduwd. In het kasteel kijk ik om me heen. Maar er is niet veel te zien. We stoppen bij een grote deur. 'Ben je er klaar voor?' Lacht een man.

Eddie

Ik kan het niet geloven. Alice is op weg naar haar Phillip. 'Ik ga haar zoeken.' Zeg ik vastbesloten tegen Luke en Kiara. 'Alleen? Ben je gek! Het is daar stik gevaarlijk.' Zegt Kiara. 'Dat kan me niks schelen. Ik zal er alles aan doen om Alice thuis te krijgen.' 'Ik ga wel met je mee.' Zegt Luke. Ik knik. 'Wat, nee!' We moeten naar Elaine gaan. Zij kan vast wel een leger naar Uron sturen.' 'Dan zijn we misschien al telaat.' Zeg ik ongeduldig. 'Dus ga je mee of niet.' Kiara schud nee. Ik knik en loop naar de auto. 'Ik zal wel voor hem zorgen.' Hoor ik Luke tegen Kiara zeggen. Ik wil daar iets over zeggen maar ik kan alle hulp wel gebruiken. We stappen de auto in. Kiara kijkt me nog steeds met een nijdige blik aan. Luke stapt ook in de auto. 'We kunnen het beste vanaf de grens te voet gaan. Dat is het veiligst.' Ik knik.

Alice

Aiden en ik krijgen allebij een zwarte zak gemaakt van katoen om ons hoofd. Ik zie niks meer. Ik hoor de grote deur open gegaan en we worden naar binnen geduwd. Na een stukje lopen stoppen we. 'Wat is dit.' Er gaat een rilling over mijn rug. Dat is de stem van Phillip. 'Laat ik bij de eerste beginnen.' Zegt de man. 'Dit is de verader.' Ik hoor dat ze bij Aiden de zak af doen. 'Aiden!? Waarom is hij een verader?' 'Omdat hij, haar verstopte in zijn kast.' De zak word van mijn hoofd af gehaald. Ik zie Phillip zitten op zijn troon. Met zijn kille ogen kijkt hij me ongeloof aan. 'Alice?' Lacht hij. Ik kijk hem bang en boos aan. Hij gaat staan en loopt op me af. 'Ow Alice mijn lieve dochter, ik heb zo lang naar je verlangt.' Als hij recht voor me staat gaat hij met zijn hoofd dicht bij mijn nek. Hij snuift diep in. 'Ahw, net zoals Elaine.' Hij grijnst naar mij. 'Wat wil je van me?' Zeg ik bot. 'Dat zal ik je zo vertellen. Maar eerst...' Hij loopt naar Aiden toe. 'Waarom hield jij haar verstopt. In een kast nog wel.' 'Ik..ik...' 'Hij wist niet dat ik daar zat.' Zeg ik snel. 'Ik wist dat Aiden slecht is en daarom wou ik bij hem op zoek naar antwoorden. Luke had me eerder gevonden dan hij.' Zeg ik met een zucht. 'Is dat waar?' Zegt Phillip met een opgetrokke wenkbrauw. Aiden knikt. 'Ik hou jou in de gaten. Maak hem los en verdwijn.' De mannen maken Aiden los. Aiden kijkt me even aan en loopt dan de de deur uit.

Opeens komt een groot tv scherm naar beneden. Hij gaat aan en we zien het gezicht van Luke. 'Hey Luke.' 'Hallo mijn heer. Ik zie je dat je mijn cadeau binnen hebt.' Grijnst hij. Ik kijk hem boos aan. 'Waar ben je?' Vraagt Phillip. 'Ow, dit gaat u erg leuk vinden. Ik ben in het bos in Uron, samen met Eddie.' Wat! 'Hij wilt samen met mij opzoek naar Alice. Maar maak je geen zorgen. Zodra we ver genoeg zijn vallen ik en nog een paar mannen hem aan en zullen we hem dode.' 'Nee!' Roep ik en probeer me los te trekken. 'Alice heeft gelijk. Je mag hem niet dode.' Zegt Phillip. Ik en Luke kijken hem verbaasd aan. 'Breng Eddie hier heen. Ik heb hem nodig.' Grijnst Phillip en kijkt naar mij. 'Oke mijn heer.' Zegt Luke en de tv gaat uit. 'Je hebt mij toch al, wat wil je van Eddie.' 'Dat zie je dan wel. En wees blij. Want anders was Eddie nu dood geweest.' Zegt hij met een grijns. Ik kijk hem boos aan. 'Zet haar maar naast mijn troon neer.' Naast zijn troon staat ook een soort troon maar iets kleiner. Ik word er neer gezet en mijn handen en voeten worden er aan vast gemaakt. Ik probeer los te komen maar dat heeft geen zin. Phillip gaat naast mij zitten. 'Is het geen plaatje. Vader en dochter naast elkaar.' 'Jij zult nooit mijn vader zijn.' Sis ik. 'Ow, wie dan wel? De gene die nu in het ziekenhuis ligt door jou.' Lacht hij. Ik grom.

Nova 2: King of NovaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu