Hoofdstuk 16

1.1K 108 51
                                        

Alice

De deur gaat weer open. De man die me toestraks naar mijn kamer bracht staat er weer. 'Je moet weer trainen.' Ik ga van liggen naar zitten op mijn bed. Ik knik en loop met hem mee.

We komen aan bij de zelfde ruimte als toenet. De Orde van Nova staan er al. 'Oke Alice, ga maar weer in het midden staan.' Zegt de opa van Kiara. Ik doe wat hij zegt. 'Sluit je ogen. Je moet nu concentreren op geluid die je hoort.' Het is opeens heel stil. Maar langzaam hoor ik iets naar me toe rennen. Maar net voor dat ik mijn krachtveld kan maken. Word ik getackeld door iets. Ik val op de grond en doe mijn ogen open. Ik zie een geit staan. Ik ben zojuist getackeld door een geit. 'Je hoeft niet persé je krachtveld te maken. Je kan ook weg duiken.' Zegt de man met de lange baard. Ow nu mag het wel. 'Nog een keer.' Zegt de opa van Kiara. Ik ga weer in het midden staan en doe mijn ogen dicht. Weer hoor ik iets. Ik maak mijn krachtveld. Ik voel dat iets er tegen aan komt. Ik hou het vol en blaas hem weg. Ik lach maar houd nog steeds mijn ogen dicht. Opeens bots iets tegen mij aan. Ik val weer op de grond. Maar ik hoorde niks. Hoe kan dat nou. Ik doe mijn ogen open en zie een grote bosuil. 'Hoe kon ik die nou ooit horen aan komen.' 'Je doen het nog een keer.' Zegt de opa van Kiara streng.

'Nee.' 'Pardon?' 'Nee ik doe het niet meer.' 'En waarom niet?' 'Omdat ik het niet wil.' 'Je hebt niks meer te willen.' 'Pardon?! Ik ben niet één of ander bezit van jullie.' 'Eigelijk wel.' Zegt de oude man met 1 oog. 'Je bent ons geheime wapen.' 'Nee, ik ben Alice en ik doe wat ik zelf wil. En nu wil ik hier weg. Weer naar de buitenwereld.' 'Dat laten we je niet toe.' Ik kijk ze boos aan. 'Dan hebben jullie pech.' Zeg ik en draai me om. Ik wil de deur uitlopen maar die man houd me vast. 'Dat had je nou niet moeten doen.' Lach ik. Ik maak met een flits mijn krachtveld. De man botst tegen een muur aan. Snel ren ik door. 'Stop haar!' Hoor ik de opa van Kiara roepen.

Ik verander in een wolf en ren naar de deur waarvan ik weet dat het de uit gang is. Twee mannen rennen op me af. Ik maak mijn krachtveld en duw ze aan de kant. Als ik de deur zie ren ik nog harder. Ik maak mijn krachtveld weer en beuk de deur in. De deur is in een klap kapot. Ik ren de trap op. Ook de volgende deur maak ik kapot.

Ik spring de oude kerk in. Daar verander ik terug en ren naar de deur. 'Alice.' Ik draai me om. Dar staat de opa van Kiara. 'Om 10 uur s'ochtends vallen we het kasteel aan. Wees optijd.' Ik knik en loop de deur uit. Dat was vreemd.

Als ik buitensta is het pikken donker. Ik moet het dorp uit en in het bos verstoppen. Gelukkig heb ik mijn Smats steen nog om. 'Hey, wat doe jij hier!?' Roept iemand. Waarschijnlijk een bewaker. Shit! Weg wezen hier. Snel ren ik weg. 'Hey stop!' Hoor ik hem roepen en rent achter mij aan. Bij een kruispunt zie ik dat uit een andere straat iets naar me toe rent. Ik zie niet goed wat het is. Snel ren ik een andere straat in. Ik hoor paardenhoeven achter me. Dus een paard rent achter me aan. Dus misschien moet mijn krachtveld gebruiken. Als het paard dicht bij me is draai ik me om. Maar net voordat ik mijn krachtveld gebruik zie ik wie het is. 'Epona!?' Epona stopt voor mijn neus. 'Wat doe je hier?!' Zeg ik terwijl ik haar knuffel. 'Hey stop!' Hoor ik die bewaker weer roepen. Ik moet hier weg. Snel spring ik op Epona. Ik doe mijn capchon op. Ze heeft geen teugels aan dus pak ik haar bij haar manen. Ik spoor haar aan en al snel galoperen we door de straten.

Als we in het bos zijn en ik zeker weet dat we niet worden gevolgt, ga ik van Epona af. Ik aai over zijn hals. Zij is de enige die ik nu nog kan vertrouwen. Het is alsof mam haar bestuurd. Ik geef een kus op haar neus en lach.

Ik kijk naar de maan. 'Ik moet gaan slapen want morgen is het zo ver. Ik zal tegen Phillip moeten vechten.' Ik kijk naar Epona. 'Maar jij moet hier blijven. Ik wil jou ook niet verliezen.' Epona briest en drukt met haar neus tegen mij aan. Ik lach en zeg: Ik hou ook van jou.'

Ik word langzaam wakker. Ik veeg wat bladeren die op mijn gezicht zijn gevallen weg. Hoelaat zou het zijn. Ik doe mijn ogen open en ga zitten. De warme zon schijnt in mijn gezicht. Ik ga staan en zie Epona grazen bij een riviertje. Ik loop er heen en drink als vos wat water. Ik verander weer terug en aai Epona. Opeens hoor ik de klokken luiden. Na 10 keer stopt hij. Shit! Het is 10 uur!' Ik spring op Epona en hou haar manen goed vast. Ik spoor haar aan en we galloperen weer weg.

We stoppen bij de hoogste punt van de berg die naar het kasteel wijst. Tussen het kasteel en de stad is er een groot gevecht, tussen dieren en dierlijke monsters. Gecreërd door Phillip. Ik kijk naar de lucht. Ook daar gaat het flink mis. Ik moet ze helpen.

Ik kijk naar het kasteel. Ik moet Phillip uitschakelen. Maar hoe doe ik dat zonder gezien te worden..... De geheime tunnel! Die is er nog steeds en volgens mij weet Phillip daar niks van. Ik galoppeer het bos weer in.

Ik ga met Epona naar de geheime ingang. Ik glij van haar af en kijk nog een keer haar aan. 'Verstop je tot ik terug ben.' Ik geef haarnog een kus en verander in een wolf. Ik ga tunnel in en ren op weg naar het kasteel. Phillip je gaat er aan.

Ik kom aan bij het einde van de tunnel. Ik verander als mens en duw voorzichtig de deur een beetje open. Ik kijk stiekum of de kust veilig is. Ik hoor wel wat maar ik zie niet veel. Ik zie de grote deur waar de grote zaal is. Waar Phillip zit. Maar dan denk ik aan mijn familie. Ik moet eerst zorgen dat hun veilig zijn. Ik loop snel naar de deur van de kerkers. Ik doe hem open en ren snel naar binnen.

Twee bewakers staan bij de deur. Ik ren zo hard als ik kan naar ze toe. Maar voor dat ze kunnen reageren op mij, maak ik mijn krachtveld en blaas ze samen met de deur weg.

Als de stof wat is gezakt zie ik dat de kerkers zijn veranderd. Dit is een klein stukje er van. 'Alice?' Ik kijk naar links en zie Kiara als wolf die achter de trailes zit naar me kwispelen. 'Kiara!' Zeg ik blij en loop naar haar toe. Ik kijkom me heen en zie dat de andere wolven er niet zijn. 'Waar is de rest?' 'Die zijn aan het mee vechten. Luke vertrouwde niet dat ik dat ook zou doen. Maar hoe ben jij zo sterk geworden?' 'Dankzij je opa.' 'Ow dus hij heeft je goed geholpen?' 'Uhm... Ja zoiets.. Ik vertel het je later wel.' Zeg ik en maak haar cel open. 'Waar zijn je ouders?' 'Achter de volgende deur. Ik mocht ze niet zien.

Ik doe de deur met krachtveld open. Er zijn heel veel cellen tezien. Maar ook bewakers. Ze kijken me boos aan en veranderen allemaal in dieren. Ik ren als wolf op ze af en gebruik mijn krachtveld met volle kracht. Stuk voor stuk vallen ze allemaal op de grond neer.

Ik verander terug en voel me oppeens heel zwak. Die krachtveld gebruikt veel energie. Kiara rent naar haar ouders toe en maakt de cel open. 'Ik heb jullie zo gemist!' Zegt ze blij terwijl ze hun knuffelt. 'Hey en wij dan?' Zegt een man. De ouders van Kiara doen de cellen openen terwijl Kiara naar me toe loopt. 'Gaat het?' Ik slik en knik. 'Ik wist even niet hoeveel energie die krachtvelden kosten.' Kiara helpt me met staan. 'Zo, we hebben iedereen.' Ik kijk in het rond. 'Waar zijn Brian, Elaine en pap?' Kiara kijk me betreurd aan. 'Ze zijn bij Phillip. Want hij verwacht je.' Ik knik. 'Ik ga zo naar hem toe. Vluchten jullie alvast maar. Achter het schilderij met de zwaan zit een groot gat dat een tunnel is. Zo komen jullie bij het bos.' Iedereen knikt. 'Ik blijf bij jou.' Zegt Kiara. 'Nee, ga met je ouders mee.' 'Maar...' 'Ik wil niet nog een beste vriend kwijt raken.' Kiara zucht en knikt. Ze knuffeld me en loopt dan samen met de groep de kerkers uit. Ik blijf alleen achter. Wachten tot het stil is. Ik doe de bewakers die nog steeds bewusteloos zijn in de cel en doe het opslot.

Oke Alice, dit het moment. Je kunt dit. Jij kunt hem verslaan. Niets of niemand staat in je weg. Kom op meid.

Ik loop de trap op naar de uitgang. Voorzichtig doe ik de deur open en kijk of ik iemand zie. Een paar monsterlijke dieren rennen het kasteel uit. Dan is het weer stil. Ik loop de deur uit en loop naar de grote deur. Ik haal diep adem en duw de deur open.

Daar zit hij op de troon van Elaine te grijnzen naar mij. Kiara had gelijk. Hij verwachtte mij al. 'Eindelijk, ik vroeg me al af waar je bleef.' Grijnst hij. Elaine kijkt op en kijkt geschrokken maar blij naar mij. 'Je leeft nog!' Ik knik. 'Maar nu moet je weg Alice. Vlucht!' Roept ze. 'Nee! Ik kom de oorlog beëindigen.' Dan pas zie ik pap en Brian. Ze zitten vast gebonden en kijken me ook blij maar bang aan. 'Laat ze vrij!' Roep ik boos. 'Kom ze maar halen.' Grijnst Phillip en doet zijn been over elkaar. Alsof hij niks hoeft te doen. Ik kijk hem boos aan en loop op hem af.

Brian kijkt alsof er iets achter mij is en zegt: Is dat...' 'Alice pas op!' Roept Elaine. Maar voor ik kan zien wie er achter mij staat word ik door iets neer geslagen met scherpe klauwen. Ik val met een klap op de grond. 'Alice!' Roept pap. Ik til met mijn hande tegen de grond mezelf omhoog. Ik kijk een beetje naar links en zie vier grote bruine poten. Langzaam kijk ik omhoog. Een grote bruine grizzley beer staat voor mijn neus. Hij heeft zwarte ogen. Zo zwart als Phillip's zijn ziel. 'Eddie?'

Wat vinden jullie van het nieuwe hoofdstuk? ^^

Nova 2: King of NovaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu