De schommel

214 16 4
                                    

De schommel zwaait zachtjes
Aait de lucht hoort de lachjes
Van het meisje en de jongen
Een paradijsje verzonnen

Dan vliegt zij hoog
En laag duwt hij haar
Verliest haar niet uit het oog
Dragen de zorg voor elkaar

Het meisje dus hoger
En ze gooit hoge ogen
Moet boven aan hem beloven
In hen te blijven geloven

Zijn vlieger was zij
Haar anker was hij
Het afscheid was pijnlijk
Haastig - een knuffel te weinig

We zien elkaar wel
Over vijf jaar tot snel
Als jij lang gestudeerd hebt
En jij jezelf bestudeerd hebt

De schommel zwaait zachter
Aait de lucht en als een wachter
Wacht de schommel tot ze komen
Schommelend erachter komen

De jongen iets hoogs
En het meisje wat lager
Zij met meer vrije dagen
Dan begint het te dagen

De jongen iets hoger
Gooit hoge ogen
Denkt aan wat hij moest beloven
Keert zijn kin slechts naar boven

Het meisje na jaren
Bij de schommel en blijft
Staren en schrijft
Bij de lege schommel wat haar drijft

Want haar anker was hij
En pzijn vlieger was zij
Zij kan drijven maar niet stilstaan
Ook hij kan slechts doorgaan

Dan keert ook hij naar
De schommel en blijft daar
Maar de jonge vrouw is er niet
En met een verdrietig gebaar
Is het verleden plots klaar

GedichtenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu