5. De list

3 0 0
                                    

Na zo een eindje zo aan topsnelheid gevlogen te hebben kwam de Draak al snel aan de rand van het Woud. Die topsnelheid had hem veel van zijn krachten gekost, maar hij wist dat hij gauw de tijd zou hebben om terug te recupereren van de geleverde inspanningen. Zodra het aantal bomen minder werd minderde hij vaart. Hij mocht er zeker niet voorbij vliegen, dat kostte hem alleen maar tijd en energie. Met zijn ogen scande hij de omgeving nauwkeurig af, en na zo even te zoeken vond hij eindelijk het kleine huisje waar de opa van Sneeuwwitje woonde. Uiteindelijk was het nu ook weer niet zo moeilijk geweest om te kunnen vinden: het was het enige huisje in omstreken. Daarbij verraadde de rook die uit de schoorsteen omhoog cirkelde de juiste positie. Dat maakte het voor de Draak wel gemakkelijker. Wat moeilijker te begrijpen was, was waarom een oude man als Sneeuwwitjes opa het einde van zijn leven wilde doorbrengen in zo'n krakkemikkig bouwsel. Het was namelijk begroeid met een hele hoop klimop, waardoor het bijna onzichtbaar was in die natuurlijke omgeving, en zou wel een fikse opknapbeurt kunnen gebruiken. Het dak lekte, de deuren en ramen mochten nog wel eens geverfd worden, en langs de zijkant was er zelfs al een muurtje ingestort. En dat was alleen nog maar de buitenkant...
Het tuintje dat er ergens nog bij aanhing, maar nauwelijks te onderscheiden was van de rest van de omgeving, bestond voornamelijk uit onkruid en een hele hoop stekelige planten, zoals brandnetels en distels waar niemand zich graag door wilde banen. Opa was eigenlijk dan ook te oud om zowel zijn huis als zijn tuintje fatsoenlijk te onderhouden, maar dat wilde hij zelf niet toegeven natuurlijk. Hij was geboren en opgegroeid in dat huis, en hij zou er sterven ook, de koppigaard. Vrouw Holle begon er eveneens niet aan. Ten eerste behoorde dat niet meteen tot haar taken, maar daarbij was ze ook niet echt een klusjesvrouw. Ze had geen idee hoe je moest metselen, of ramen moest afschuren en schilderen, of hoe je zelfs maar het gras moest afrijden. Daarom had ze opa aangeraden om eens een professionele klusjesman langs te laten komen, om het huis toch wat van zijn oude glorie terug te kunnen geven. Er was geen twijfel aan dat het ooit waarschijnlijk een heel mooi, traditioneel huisje geweest moest zijn, zo'n 40 jaar geleden of zo misschien. Maar nu had het zijn beste tijd echt wel gehad. Opa weigerde echter halsstarrig bij haar voorstel, zich voornemend dat hij het zelf wel zou doen. Zo'n professional kostte ook veel te veel vond hij, echte geldwolven. Natuurlijk gebeurde er net niks, en Vrouw Holle was al gestopt met aandringen of het zelfs maar voor te stellen, want ze wist dat het toch niks uit maakte. Ze vond het een klein wonder dat er überhaupt nog iemand in wilde wonen. Nu ja, dat waren haar zaken niet.

De Draak zette zijn landing in en kwam netjes neer in een veldje vol paardenbloemen dat naar zijn schatting ergens naast het zogenaamde tuintje moest liggen. Vanaf dan zou hij goed moeten kijken hoe het best naar het huisje toe kon gaan. Via iets wat ooit een hekje geweest moest zijn zag hij dat er een soort toegang was, waar het onkruid was platgetrapt was en je het minst kans zou lopen geneteld te worden. Hij waagde het erop en volgde dat 'padje'. Zo liep hij naar het vervallen gebouwtje toe. Tot nu toe ging alles naar wens, maar vanaf dat moment zou het erop aankomen om heel snel, stil en geniepig te zijn...
De Draak klopte voorzichtig op de deur, zo zachtjes dat hij bang was dat de oude man het misschien niet zou horen. Maar hij kende zijn eigen kracht vaak niet en nu mocht hij even echt niet opvallen door hard op de deur te bonken. Daarbij was hij bang dat als hij te hard zou kloppen het hele ding in zou storten. Gelukkig volgde er wat later toch een antwoord op het geklop. De Draak hoorde een oude, zwakke, krakende mannenstem die zei: 'Kom maar binnen, de deur is los.'
De arme man verwachtte zijn kleindochter te zien binnenkomen, die hem waarschijnlijk kwam voorzien van lekkere sigaren gemaakt van pruimtabak. Hij wachtte al een eeuwigheid op dat kind. Ze nam er wel haar tijd voor... Ach ja, dan zou ze wel een pakje minder krijgen met Kerstmis, dat zou haar leren, haar grootvader zo aan zijn lot overlaten. Verbaasd was hij toen de deur met een hoop gekraak langzaam openzwaaide. Toen de deur uiteindelijk helemaal open was en zachtjes tegen de muur botste, brak de hel los. De Draak kwam bukkend binnengestormd, proberend niks om te stoten of te raken met zijn lange staart of stekels. Een Draak van zijn afmetingen kon zich namelijk onmogelijk zonder veel brokken te maken zich een normaal mensenhuisje in wringen, maar hij moest toch proberen. Dingen omstoten vertraagde alles alleen maar en zou onnodig de aandacht trekken. En dat kon hij wel missen, hoe afgelegen de oude man ook woonde.
Opa kreeg de schok van zijn leven te verwerken: al het lawaai en dan dat afschuwelijk, afgrijselijke wezen dat daar ineens zijn huis binnenkwam, je zou je voor minder een ongeluk schrikken. In opa's geval werd het hem helaas fataal. Het mannetje schrok zo ongelooflijk hard dat hij ter plekke stierf aan een hartaanval. Hij had altijd al een zwak hart gehad, en dit incident was hem duidelijk te veel geworden...
Voor de Draak was het best wel handig meegenomen. Nu kon hij er tenminste zeker van zijn dat het oudje niet zou tegenwerken, als hij daar nog toe in staat was geweest, en overbodig lawaai zou er nu zeker niet zijn. Hij kon rustiger naar de bedstee toe wandelen, waar opa in lag, zonder al te veel om te stoten. Toen hij er eindelijk was geraakt slokte hij de oude man in één keer naar binnen. Echt lekker was het maaltje echter niet, zo oud en taai. De Draak had liever een ander hoofdgerechtje gehad, op zijn minst wat malser, maar soms mocht je nu eenmaal niet te kieskeurig zijn. Daarbij kon hij zich troosten met het idee dat er straks nog twee malse, sappige, jonge kindertjes op het menu stonden. Hij keek vooral uit naar Sneeuwwitje. Ze zag er niet alleen enorm heerlijk uit, ze rook ook zo, en zijn neus bedroog hem zelden: wat zo goed rook kon niet anders dan heel lekker zijn. Jaak was een ander paar mouwen. De jongen had niet zoveel vlees aan zijn magere lijf hangen, dus het zou een echt peuzelwerkje worden, waar hij nu niet zo'n fan van was. De jongen was ook veel te gestrest en te bang. Dat had een invloed op de kwaliteit van het vlees wist hij, zoals dat bij schapen en varkens ook het geval was. Ach ja, die twee samen zouden op zijn minst zijn honger moeten stillen, als malse toetjes die het taaie hoofdgerecht afsloten. Dan zou hij weer even verder kunnen. Man, wat was het een mooie dag!

Vanaf nu had de Draak tijd, hopen tijd zelfs, dus hij keek even rond in het huisje vooraleer hij verderging met de uitvoering van zijn plan. Hierbinnen was het niet veel beter gesteld dan buiten. De muren, die vol schimmel zaten en vochtvlekken vertoonden, smeekten om een nieuw laagje verf. De oude, bijna antieke, houten meubels zaten vol houtmijt en hingen half uit elkaar, en de gordijnen leken meer op zeemlappen vol gaatjes dan op echte gordijnen. Waarschijnlijk hadden de motten eraan geknaagd en was het motiefje dat er ooit had opgestaan er af gebleekt door de zon. Overal vond je gebruikte zakdoekjes terug (opa had een chronische snotneus en vond het niet nodig de zakdoekjes die daarbij kwamen kijken in een afvalemmer te deponeren) en andere rommel. De hoeveelheid stof die op de vloer lag was ook niet in te schatten. Kortom, het was er smerig en vervallen. De Draak begreep niet hoe die oude hier in leven was kunnen blijven en voelde bijna medelijden met Vrouw Holle. Hoe vaak ze ook langs zou komen, opa zou binnen de kortste keren heel het huis weer op stelten hebben gezet. Dat ze überhaupt nog langs wou komen... Zonder haar goede zorgen had opa het beslist niet zo lang uitgehouden.
Voor hij verder zou gaan met de uitvoering van zijn plan zocht de Draak in één van de stokoude kasten iets om de vieze smaak van opa mee weg te spoelen. Uiteindelijk vond hij zo een hele verzameling cognac! Die oude stiekemerd wist wel wat lekker was. Niet echt goed voor het hart natuurlijk, dat wel...
Zodra hij zijn maag weer wat gespoeld had zocht hij nog wat verder in de oude kasten, tot hij vond wat hij nodig had voor het tweede deel van zijn grote plan: een enorm grote, brede pyjama met streepjes waar op de voorkant een afbeelding van Mickey Mouse te zien was. Dat Mickey Mouse op de pyjama stond maakte op zich niet zoveel uit, maar de pyjama zelf was belangrijk, vooral omdat hij zo enorm was. Dat was een meevaller, want deze zou dienen als vermomming. Natuurlijk zou het nog niet groot genoeg zijn voor hem, maar daar paste hij wel een mouw aan. Hij trok de pyjama zo goed en zo kwaad als het kon aan en probeerde daarna nog zoveel mogelijk van zichzelf in de bedstee van opa, die nog dateerde uit de Eerste Wereldoorlog, te proppen. Zodra hij ietwat geïnstalleerd was op een manier die hem goeddunkte zette hij nog één van opa's belachelijke badmutsen met badeendjes op op zijn kop. Daarna trok hij de gordijntjes van de bedstee zorgvuldig dicht, zodat er zo weinig mogelijk van hem zichtbaar was. Ook in deze gordijntjes zaten een hoop gaten, maar het zou goed genoeg moeten zijn om zijn vermomming te laten werken. Nu maar hopen dat Sneeuwwitje hem niet zou herkennen en er in trapte...



Fairy TailsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu