Een (s)nood plan

77 7 0
                                    

Als ze weer bij de hut zijn, kijkt Thomas hen zeer verwachtingsvol aan. Jeffrey grijnst en zegt: "Wist jij al dat je vriendinnetje een zeer bijzonder meisje is?" Thomas weet niet waar Jeffrey het over heeft en zegt dan: "Waarom, hoezo bijzonder?" Jeffrey steekt zijn hand omhoog. "Dat is een gewone hand en waarom maakt dat haar speciaal?", Thomas begrijpt er niets van. Jeffrey is nu op zijn beurt verrast: "Maar, maar hij is zwart. Toch, Brutus en Ramses? Rosa jij hebt het gezien." Brutus en Ramses schudden hun hoofd, maar Rosa zegt verbaast: "Kunnen jullie dat dan niet zien? Hij is zwart, pik en pikzwart." Brutus, Ramses en Thomas schudden hun hoofd en beginnen zich af te vragen wat er gebeurd is. Jeffrey krijgt een tik waardoor hij telkens met zijn hoofd naar zijn schouder trekt. "Het maakt ook niet uit, Thomas ik moet een gunst van je vragen. Jij moet Sophia naar een plek brengen en haar in de val lokken.", zegt Jeffrey die nu echt compleet doorgedraaid is. Thomas is zeer verontwaardigd dat Jeffrey dit nog durft te vragen en zegt: "Wat denk jij nou? Dat ze iemand vertrouwd na dit voorval?" "Denk je niet dat ze blij zal zijn om jou te zien? Ze is wel verliefd op je.", zegt Jeffrey. Thomas flipt als Jeffrey dit zegt: "Wat is jouw doel? Mij, Rosa en Sophia compleet belachelijk maken, om iets wat mijn vader heeft gedaan?" "Oh Thomas je begrijpt me geloof ik niet. Ik wil iemand hebben om mijn wensen te voltooien en in dit geval had ik er drie nodig.", zegt Jeffrey grijnzend, "En je zal dit doen. Ik zal daar hoogstpersoonlijk voor zorgen." Na dit gezegd te hebben, stompt hij Thomas in zijn buik. Maar houdt het niet bij op. Het worden er 2, vervolgens 3. En hij blijft doorgaan, terwijl Rosa schreeuwt dat Jeffrey moet stoppen. Rosa kan niets doen omdat zij tegengehouden wordt door haar zus. Terwijl ze Rosa vasthoudt zegt Anouk: "Zusje vind je dit nou zo erg? Of wil je zelf ook een keer?" Rosa schudt haar hoofd; zij zou Thomas nooit kwaad doen. Jeffrey heeft dit opgevangen en stopt met slaan. "Kom op Rosa, ik weet dat je het wil. Nu verplicht ik het je zelfs", zegt Jeffrey. Anouk sleept Rosa naar voren en zet haar naast Jeffrey neer. "Kom op, doe het dan!", roepen ze beiden. Thomas kijkt omhoog en ziet het zeer vertwijfelde gezicht van Rosa. Hij glimlacht alsof hij wil zeggen: "Het is oké, het maakt niet uit." Rosa ziet dit gebaar en glimlacht terug, als teken dat ze het doet. Langzaam maar zeker tilt ze haar hand op en slaat hem. Daarna zegt ze: "Ben je nu blij? Ik heb het gedaan." Anouk en Jeffrey knikken en kijken naar Thomas. Thomas' bloedneus is weer begonnen en overal zitten rode en blauwe plekken. Jeffrey lacht en zegt: "Ik geloof dat ik je nu wel zover heb, toch?" Thomas tilt zijn hoofd op en knikt langzaam. "Mooi zo.", zegt Jeffrey, "Jij gaat naar haar toe en neemt haar dan mee over drie dagen om vier uur naar de mooiste klif hier in de buurt. En dan, tja... ik denk dat ik dat nog even voor mezelf hou." Thomas knikt en kijkt Jeffrey aan. "Oh ja nog een dingetje, Brutus en Ramses zullen 24/7 over je waken. Dus doe niets doms." Brutus en Ramses laten Thomas staan en kijken naar Jeffrey. Jeffrey knikt en zegt: "Laat hem maar gaan, en Thomas ik hoop voor je dat je goed kan acteren." Ze laten Thomas los en Thomas hinkt het hutje uit. Hij weet niet waar hij is, maar besluit rechtdoor te lopen. Als hij uiteindelijk bij een weg komt, herkent hij het weer. Hij moet rechtdoor en dan rechts afslaan. Hij komt bij Sophia's huis en belt aan. Haar moeder doet open en kijkt zeer verschrikt naar de jongen die bij haar deur staat. Zodra Thomas zijn mond opendoet, gooit ze de deur met een smak dicht. Thomas staat verbijsterd voor de dichtgeslagen deur. Treurig loopt hij naar achteren. "Ik moet naar binnen", gaat door zijn hoofd. Teleurgesteld en verward gaat hij op een stoepje zitten. Een paar minuten later komt Sophia naar buiten. "Sophia!", schreeuwt Thomas. Sophia kijkt om en ziet de bebloede Thomas op de stoep zitten. "Wat is er met jou gebeurd?", vraagt ze terwijl ze naar hem toe loopt. "Dat is een lang verhaal, maar waar moet je heen?", zegt Thomas opgelucht. "De supermarkt, mijn moeder vindt ik dat moet doen." "Ik ga wel mee, maar vraag je moeder alsjeblieft of ik binnen mag komen.", zegt Thomas. "Tuurlijk, kom mee.", zegt Sophia bezorgd. Na het boodschappen doen, loopt Sophia naar binnen samen met Thomas. Haar moeder ziet hem en zegt: "Wie is dat en waarom is hij hier?" "Hij is Thomas en hij is hier omdat hij een vriend is die hulp nodig heeft.", zegt Sophia vastberaden. "Heeft hij geen ouders die hem kunnen helpen?", zegt haar moeder die Thomas zo snel mogelijk weer naar buiten wil hebben. Thomas had hier zelf ook niet aan gedacht. Thomas zegt dan: "Als ik zo bij hun kom, wat denk je dat ze dan wel niet van mij denken?" Sophia's moeder knik en laat met haar armen zien dat ze dan maar naar boven moeten gaan. "Dank u.", zegt Thomas. Zodra ze boven zijn, laat Sophia hem de badkamer zien. "Oké, ik pak wel een paar watjes met wat jodium. Ga maar tegen de verwarming aanstaan, dat is warmer.", zegt Sophia. Thomas knikt en gaat tegen de heerlijk warme verwarming aanstaan. Sophia komt weer terug en geeft hem de watjes. "Ik zal je even alleen laten. Maak je geen zorgen, je mag hier net zolang blijven als je wilt.", zegt Sophia en loopt dan weg. Thomas gaat voor de spiegel staan en ziet iemand die in een erg vage manier een beetje lijkt op hem. Met de watjes veegt hij het bloed weg en begint zichzelf weer te herkennen. Zijn shirt zit erg onder het bloed, maar op het moment maakt het hem niet uit. Hij loopt uit de badkamer naar de plek waar hij denkt dat Sophia's kamer is. Hij heeft gelijk en ziet Sophia op haar bed zitten. Ze legt haar tablet op haar bed en klopt op het bed, als teken dat hij naast haar moet gaan zitten. Hij doet en kijkt Sophia aan. Sophia zegt: "Ik moet je wat vertellen, namelijk dat ik een vreemde verandering heb doorgegaan." Thomas kijkt haar verbaasd aan. "Ehm... Tja ik werd dus overvallen door Jeffrey en ineens voelde ik me zo vreemd. Er ging van alles door me heen en ineens leek het alsof ik in iemand anders zat. Ik mompelde iets vreemds en Jeffrey en Rosa waren zo bang. Ik zag het in hun ogen.", als Sophia dit zegt barst ze in tranen uit. Thomas die met groot ongeloof naar dit verhaal heeft zitten luisteren, weet niet wat hij moet doen. Na een tijdje vraagt hij: "Wat heb je daarna gedaan?" Snikkend zegt Sophia: "Ik ben naar huis gegaan, ben naar mijn kamer gelopen en ben op mijn bed gaan zitten nadenken. Wat moet ik nu?" Thomas denkt na en zegt dan: "Je kan informatie opzoeken. Ik bedoel er staat allemaal van dat soort spul op internet." "Dat kan ik niet doen, mijn ouders zitten bovenop me. Kun jij dat?", vraagt Sophie nog schokkend van het huilen. "Tuurlijk, ik kom morgen wel terug. Dan kan jij bijkomen.", Thomas staat op na dit gezegd te hebben. Sophia zegt dat dat oké is en Thomas vertrekt kort daarna om naar huis te gaan. Als hij thuis komt staat zijn moeder in de keuken. "Waar ben jij geweest? En waarom ben jij zo laat?", zegt zijn moeder. Dan draait ze zich om, kijkt naar Thomas' gehavende gezicht en schrikt: "Thomas, wat is er in vredesnaam gebeurd?" Thomas kijkt naar zijn moeder en zegt zacht: "Ik heb geen flauw benul." Zijn moeder trekt hem naar zich toe, knuffelt hem en zegt: "Wees maar niet bang. Nu is alles veilig." "Moeder kan ik naar mijn kamer? Ik wil namelijk even rust." "Tuurlijk, ik roep je wel als het eten klaar is.", zegt zijn moeder. Rustig loopt Thomas naar boven en gaat op zijn bed zitten. Hij zou willen dat zijn vader er nu was; Hij was misschien hard maar, hij wist altijd een oplossing. Helaas zit zijn vader nog in een cel weg te rotten, wegens het geval met Jeffreys vader. Thomas denkt na; moet hij Sophia helpen of aan Jeffrey gehoorzamen? Als hij Sophia helpt wordt hij in de pan gehakt en als hij Jeffrey gehoorzaamt wat zal er dan met Sophia gebeuren. Waar transformeerde ze eigenlijk in? Thomas probeert het op een rijtje te zetten maar het lukt hem niet. Dan staat hij op en loopt naar hun enige computer. Hij zoekt op 'transformatie' en krijgt een site met verschillende veranderingen. "Ik weet niet waarin ze verandert is, dus moet ik dat morgen maar vragen." Die volgende morgen gaat hij niet naar school, omdat hij zeer verward en vermoeid is door wat hij heeft meegemaakt. Rond een uur of drie belt er iemand aan. Zijn moeder beveelt hem om te blijven liggen en loop naar de deur. Ze doet open en Sophia staat in de deuropening. "Goedendag mevrouw. Zou ik even met Thomas mogen praten?", zegt Sophia zo beleeft mogelijk. "Kom maar binnen. Dat vindt hij vast leuk.", zegt Thomas' moeder glimlachend, "Hij ligt op zijn bed, boven." Sophia bedankt haar en loopt naar boven. "Thomas, ik dacht ik kom wel bij jou." "Dank je Sophia, ik heb gisteren gekeken. Maar ik moet weten waarin jij getransformeerd bent. Weet je dat?" Sophia denkt na en zegt: "Nou... ik had vleugels en ik voelde een kwaad en meedogenloos gevoel. Dus misschien een soort duivelsengel ofzo...? Thomas staat op en loopt, net zoals hij gisteren had gedaan, naar boven. Sophia volgt hem naar de zolder. Ze gaan samen bij de computer staan en terwijl de computer opstart, praten ze nog wat. Dan typt Thomas weer het woord transformatie in en gaat naar dezelfde site. Na een lijstje afgegaan te zijn ziet hij het: duivelsengel. Hij klikt erop en er komt een gedetailleerde omschrijving van wat er misschien is gebeurd. Sophia kijkt ernaar, knikt en zegt: "Dat lijkt angstvallig veel op wat er gebeurd is. Staat er ook bij hoe je het tegen kunt gaan?" "Een beetje, dat je het moet bespreken met de duivel. Maar voor de rest niet echt.", zegt Thomas. Sophia kijkt bedenkelijk en zegt: "Wat moet ik nu?" "Ik heb geen idee, echt geen idee.", zegt Thomas. Thomas denkt dat hij nu toch het beste aan Jeffrey kan gehoorzamen. Thomas zegt dan: "Misschien toch. Kom morgen mee naar de klif om vier uur. Die klif schijnt krachten te hebben." Sophia kijkt hem vreemd aan maar, ze vertrouwd hem, dus knikt ze en zegt: "Oké dan maar. Ik geloof je en ik zal dan hier zijn om kwart voor vier. Tot morgen." Thomas knikt en wenst haar een goede middag. Sophia verlaat het huis en Thomas blijft alleen achter. Thomas besluit om die dag erna wel naar school te gaan en alles gaat goed. Om drie uur gaat hij naar huis en vertelt aan zijn moeder dat hij om kwart voor vier nog even met Sophia gaat wandelen. Zijn moeder vindt dat oké en wenst hem veel plezier. Om kwart voor drie lopen Sophia en Thomas samen naar de klif. Onderweg begint Thomas zich te realiseren dat dit een uiterst slecht plan is. Een paar meter voor de klif fluistert hij: "Sophia, je moet even naar mij luisteren. Ik zal dit snel zeggen, dit is weer een val van Jeffrey. Ik zal je er niet in laten lopen. Je moet zo snel mogelijk weg van hier, omdat ik twee mensen achter me aan heb, kom ik hier niet weg. Ik kan ze afleiden en ondertussen moet jij hard wegrennen. Wat er met mij gebeurd maakt niet uit. Ga nu!" Sophia volgt hem maar half en blijft stokstijf staan. "Ga dan, je moet weg.", zegt Thomas schichtig om zich heen kijkend. Sophia kijkt naar hem, begint te lopen en zegt ondertussen: "Dank je!" Brutus en Ramses komen uit de bosjes, maar Thomas gaat voor ze staan. Ondertussen is Sophia al in het bos verdwenen, dus gaan Brutus en Ramses maar over op Thomas. Ze pakken hem vast en brengen hem naar Jeffrey. Jeffrey zegt: "Nou nou, meneertje heeft er voor gekozen om mij niet te gehoorzamen." Rosa staat er ook bij, maar is zeker niet blij. "Brutus, Ramses laat deze meneer eens zien dat hij de verkeerde keus heeft gemaakt. Als je weet wat ik bedoel." Brutus en Ramses knikken en lopen naar de klif. Rosa begrijpt het nu en schreeuwt het uit. Sophia hoort dit en draait om. "Ik moet er heen. Hij heeft mij gered, dus ik moet hetzelfde doen." Verhuld in het struikgewas, komt ze dichterbij. Ze ziet twee personen die Thomas bij zijn voeten vasthouden en zo hem ondersteboven over de klif laten hangen. Sophia schrikt en loopt dichterbij. Rosa schreeuwt: "Dit gaat niet goed! Onbenullen, hij gaat vallen!" Sophia ziet dit ook en rent nu vooruit. Zodra ze dichtbij komt lijkt het of ze tegengehouden wordt. Omdat iedereen verbaasd naar Sophia kijkt, let niemand meer op Thomas die langzaamaan naar beneden glijdt. Sophia schreeuwt dat ze hem op grond neer moeten leggen. Thomas kijkt Sophia smekend aan. Sophia worstelt zich door de onzichtbare barrière en probeert Thomas vast te pakken. Maar als ze dat probeert, kan ze haar handen niet sluiten. Woedend kijkt ze toe terwijl Thomas naar beneden valt. Jeffrey grinnikt wat en toont geen greintje medelijden. Rosa is ondertussen een scheldkanonnade begonnen tegen Jeffrey. Sophia denkt aan al het slechte in de wereld om te zorgen dat ze kan transformeren. Na een paar seconden werkt het en nu gaat alles sneller dan de vorige keer. Snel vliegt ze naar Thomas en omhoog. Ze legt hem neer en langzaam staat ze weer op. Als Jeffrey, Brutus en Ramses lopen op haar af, opent ze haar vleugels en begint ze te zweven. Jeffrey heeft onthouden dat dit geen goed teken is en roept: "Niet dit. Brutus, Ramses, we moeten hier weg en snel!" Brutus en Ramses gehoorzamen en rennen samen met Jeffrey weg. Sophia zakt weer naar de grond en valt doodmoe op de grond. Rosa en Thomas rennen naar haar toe. Thomas gaat naast haar zitten en zegt: "Geef niet op, niet nu. Kom weer terug, alsjeblieft kom terug." Rosa zegt stilletjes: "Ze heeft nog een hartslag en ze ademt ook nog." Rosa kijkt naar Thomas, die begint te huilen. "Ze heeft me gered en ik kan nu niets voor haar doen.", zegt hij. "Thomas kun jij een ambulance bellen?", vraagt Rosa. Thomas kijkt op en knikt. Daarna pakt hij zijn mobieltje en begint te bellen. Na een tijdje komen er een paar ambulancebroeders aan, die Sophia in de ambulance leggen. Een van broeders vraagt: "Wil er nog iemand mee?" Thomas kijkt naar Rosa en stapt daarna in de ambulance. Rosa blijft achter en zonder dat ze het weet komt Jeffrey dichterbij. Jeffrey fluistert: "Als jij niet zo geschreeuwd had, was hij nu gewoon weg." Rosa draait zich verschrikt om. "Spring zelf of ik zal je helpen. En wegrennen heeft geen zin want Brutus en Ramses staan voor me klaar.", zegt Jeffrey op een harde toon. Rosa kijkt opzij en ziet Brutus en Ramses staan. Langzaam loopt ze achteruit richting de klif. Jeffrey haalt een zakmes uit zijn broekzak en zegt: "Nu moet je je omdraaien, maar eerst ontgrendel je telefoon en geef hem aan mij." Aarzelend haalt Rosa haar mobieltje uit haar zak en ontgrendeld hem. Zodra ze hem aan Jeffrey geeft, gaat hij door haar contacten. Hij begint te typen en even later geeft hij haar mobieltje terug. "Wat heb je gedaan?", vraagt Rosa. Jeffrey lacht en zegt: "Ik heb aan je moeder vertelt dat je zelfmoord pleegt omdat je geen zin meer hebt om te leven. En natuurlijk sluit ik af met sorry het is niet jouw fout." Rosa schrikt omdat ze nu zeker weet dat hij het meent. Dreigend komt hij dichterbij en fluistert in haar oor: "Draai je nu om als een gehoorzaam meisje en spring. Ik wil geen gegil oké?" Rosa knikt en draait zich om. Ze voelt het mes in haar rug prikken en loopt vooruit. Dan haalt ze diep adem en zegt: "Als jij denkt dat doden je dichter bij jouw levensdoel kan brengen. Dan hoop ik voor je dat je nooit meer een oog kan doen, door de nachtmerries die je zult krijgen." Nadat ze deze woorden uitspreekt, loopt ze vooruit en laat ze zich vallen. Jeffrey staat bij de klif en kijkt naar hoe Rosa de grond raakt. Na dit slaapt Jeffrey niet goed. Hij wordt achtervolgd door nachtmerries.

Ondertussen komt de ambulance aan bij het ziekenhuis. Sophia wordt onderzocht, maar ze ligt in coma. Thomas vraagt aan een arts: "Wat gebeurt er nu? Hoe gaat dit verder?" De arts antwoordt: "De patiënte zal nu in haar hoofd een gevecht aangaan. Een soort videogame waarin ze vecht voor haar leven." Thomas knikt en vraagt: "Hoe groot is de kans dat ze er weer uit komt?" De arts aarzelt en zegt na een tijdje: "Dat kunnen we niet zeggen op dit moment."



DuivelskindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu