Vals en gemeen

32 4 1
                                    

Sophia wordt langzaam wakker en drukt zichzelf met haar hand omhoog. Ze gaat zitten en kijkt om zich heen. Ze zit in een kamer met een deur van botten. Verder is niets meer dan as en gesteente. Sophia heeft het gloeiend heet, maar blijft gewoon zitten. Opeens hoort ze de schalmende stem weer. Deze keer beveelt de stem haar naar buiten te komen en dan naar rechts te gaan. Sophia staat op en loopt naar de genoemde plek. Ze komt uit bij een deur en loopt naar binnen. De slanke man van haar eerdere avonturen zit achter een bureau. "Goedendag Sophia, hoe gaat het?", zegt de man. Sophia antwoordt: "Het gaat wel goed, maar ik vraag me af waarom ik hier ben." De man zegt op zijn bekende toon: "Sophia, je bent hier gekomen omdat je goed wou worden. Er rest een laatste opdracht en die zal je gegeven worden door een hogere macht. Ze staat al klaar voor je, dus ik zou maar snel zijn. Eerst naar links en dan de tweede rechts." Sophia knikt en loopt naar de deur. "Oh en Sophia, ik hoop dat je toch bij ons blijft. Maar als dit voor jou de enige optie is, dan hoop ik dat ik je niet meer tegenkom.", zegt de man. Sophia sluit de deur achter zich en loopt naar links. Ze ziet verschillende kamers en vraagt zich af waarvoor die zijn. Dan gaat ze naar rechts en ziet ze een soort draaikolk. Als ze dichterbij komt dan ziet ze dat dit lichamen zijn. Vol verbazing blijft ze staan. Opeens komt er een vrouw omhoog uit het midden van de draaikolk. "Hallo mijn engel en als je het wil weten. Ik ben de echte duivel, maar noem me maar Mefisto. Mijn rechterhand heeft je waarschijnlijk vertelt dat hij de duivel is, maar dat is wat hij is gaan geloven. Nadat die mensen hem een duivel noemden, dacht hij dat hij echt een duivel was. Ik vond het niet erg en liet hem doorgaan. Maar even tot zaken, ik hoorde dat jij een godsengel wil worden. Dan is er nog maar een opdracht over en die ga je niet leuk vinden. Jij moet iemand van wie je houdt vermoorden of dood zien gaan." "Wat?! Waarom zouden zij moeten lijden voor mij?", antwoordt Sophia geschokt. Mefisto lacht en zegt: "Meisje toch, dit is de enige manier. Wees niet bang, als zij ook van jou houden, vergeven ze je het." Sophia zakt in elkaar en begint te huilen. "Kan ik iets voor je doen om de opdracht meer waarde te geven? Zoals een andere geliefde terug halen?", vraagt Mefisto met medelijden voor Sophia. Sophia kijkt omhoog en zegt: "Mijn goede vriendin Rosa is gestorven door een idioot. Zij verdient het leven." Mefisto grijnst en zegt: "Wil je dan geen wraak? Ik zou hem kunnen straffen. Heel hard zodat hij wou dat hij het nooit gedaan had." Sophia antwoordt: "Ik wil wraak, maar daarmee krijg ik Rosa niet terug. Rosa moet terugkeren en daar zal iemand voor moeten sterven. Hoe moeilijk dat ook te begrijpen is." "Ik zie dat je zeker bent, dan hoef je nog maar een ding te weten. De goden zullen die persoon een speciale plek geven. De mooiste en beste plek in de hemel. Ga nu en vervul de taak.", zegt Mefisto geruststellend. "Dank je voor de hulp en het begrip, die je me gegeven hebt. Je zal er misschien zelf niet zo over denken, maar het helpt echt.", zegt Sophia. Mefisto knikt en zweeft weg. Sophia loopt instinctief weer terug naar de kamer waar ze deze wereld binnenkwam. Ze gaat liggen en valt in slaap. Als ze haar ogen opent, ligt ze in een heldere kamer met een deur. Ze staat op en loopt naar de deur. De deur opent automatisch en Sophia staat onder een brug. Ze voelt de kracht van de wind die geproduceerd wordt door de auto's die langs rijden. Ze volgt haar instinct en komt bij haar stad aan. Ze loopt naar haar huis en belt aan. Haar moeder doet open en kijkt geschokt naar Sophia. "Je bent er weer! Waar was je? Weet je ook wat er met Thomas gebeurd is? Kom snel binnen.", zegt ze. Sophia stapt binnen en ziet haar vader in de eetkamer zitten. Ook hij begint gelijk met vragen stellen. Sophia zegt kalm: "Zouden jullie mij even met rust kunnen laten en Thomas bellen?" Haar ouders knikken en bellen Thomas. Even later staat hij op de stoep en gaat naar Sophia's kamer. Sophia ziet hem en zegt: "Thomas, ik weet het niet meer. Als laatste opdracht moet iemand die ik liefheb doden of gedood zien worden. Ik wil het niet, maar als ik het wel doe dan komt Rosa weer terug." Thomas kijkt met schok naar Sophia. "Nee tuurlijk ga ik jou niet vermoorden. Maar ik weet het gewoon niet meer.", zegt Sophia. Thomas durft eindelijk wat te zeggen: "Sophia, ik denk dat ik je alleen kan helpen bij het verwerken van je verdriet. Je zal zelf moeten kiezen wat en wie je gaat doen." Sophia knikt en nadat ze nog even verder hebben gepraat, gaat Thomas naar huis. Sophia zit alleen op haar bed en denkt na. "Ik zal een iemand moeten vragen om te doden. Dat kan ik echt niet. Ik ga wel slapen." Ze valt in slaap en begint te dromen. In de droom ziet ze Mefisto. Mefisto zegt: "Sophia je weet het niet meer en dat is begrijpelijk. Daarom heeft de hogere macht beslist wat je gaat doen. Namelijk in je dichtste omgeving, dus je moeder, vader of Thomas. Je kan niet terug." Dan verdwijnt de droom en wordt ze wakker. Ze huilt en zegt: "Nu is het nog steeds moeilijk. Thomas wil ik echt niet kwijt, dat weet ik zeker. Mijn moeder betekent evenveel voor me als mijn vader, maar mijn moeder wil meer met haar leven. Mijn vader heeft geen plan en geen liefde meer voor deze wereld. Ik zal hem waarschijnlijk uit zijn lijden verlossen, dus dan doe ik dat." Met een misselijk gevoel maakt ze een besluit: Ze zal haar vader laten vermoorden over twee dagen door een huurmoordenaar. Ze gaat huilend slapen. De volgende dag wordt ze rond 12 uur wakker, terwijl ze om 7 uur naar school had moeten gaan. Ze staat op en loopt naar beneden. Er is niemand, dus kijkt ze het huis rond. Er liggen geen briefjes en haar ouders zijn nergens te bekennen. Ze besluit dat het geen zin meer heeft om naar school te gaan en probeert haar ouders te vinden. Radeloos ploft ze op de bank. Alsof ze een slaappil gehad heeft, valt ze ineens in slaap. Ze ziet een donkere ruimte, een soort van kelder. Dan ziet ze haar ouders bewusteloos op de grond. Het beeld verandert weer en ze ziet het centrum ingezoomd op een verlaten winkel. Dan opeens net zo plots als ze in slaap viel, wordt ze weer wakker. "Mijn ouders zijn daar, dat moet wel.", zegt Sophia terwijl ze opstaat. Ze rent de deur uit naar het centrum toe. Ze komt op de plek aan die ze in haar droom zag. Niet wetend wat te doen blijft ze buiten staan.        


DuivelskindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu