Hoofdstuk 9.

456 39 1
                                    

Michaels pov.

Ik loop snel naar mijn fiets toe en fiets weg van school, terug naar huis. Daar aangekomen loop ik meteen door naar mijn kamer. Mijn vader scheldt me nog na, maar ik negeer zijn woorden. Het zijn maar woorden, die kunnen mij geen pijn doen.

Snel pak ik een schriftje uit mijn la. Dit is het schrift waar ik mijn gedachten in op schrijf. Ik schrijf er van alles in op wat in mijn gedachten rond gaat. Ik pak mijn pen en zonder dat ik er over na denk begin ik te schrijven.


'Vandaag was Luke weer op school. Bij Nederlands staarde hij mij aan. Er waren kleine, bijna minuscule twinkels in zijn ogen. Ik zag ze. Ik zag de twinkels die hij in zijn ogen had. Waarom waren die twinkels daar? Hij haat mij.

Ik vond het schattig dat hij naar me keek, maar ik moest me vermannen. Ik kan niet bij hem zijn. Ik pest hem al twee jaar, hij zou mij nooit meer willen. Ik had opgeschreven of hij zijn bezoekje aan het ziekenhuis leuk vond. Nu heb ik er spijt van. Ik heb spijt van al het slechte dat ik hem heb aan gedaan.


Ik heb zo veel spijt...


Bully [Muke] NLWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu