Hoofdstuk 1

366 20 4
                                    

Bella p.o.v.

Ik voel hoe mijn lichaam nee geest weg zweeft. Weg ergens naar toe. Naar boven. Ik probeer naar beneden te gaan maar dan hoor ik een stem die ik al lang niet meer gehoord heb.

Het spijt me, Isa maar je we kunnen nog niet terug.

'Anna? roep ik.

Dan ben ik boven. Ik kijk om me heen. Overal zie ik huizen en mensen lopen rond. Voor me staat een meisje dat precies op mij lijkt. Erg veel zelfs.

'Anna?' vraag ik.

'Isa?' zegt Annabella met een glimlach. Dan knuffelen we elkaar.

'Waar zijn we?' vraag ik.

'Hemel.' zegt ze.

'Kom ik moet je voorstellen aan onze godin.' zegt ze.

'Godin?' vraag ik verbaasd.

'Ja, raar he. Iedereen denkt dat het een man is. Is het een vrouw.' zegt Isa. Ik moet erom lachen. Samen lopen we door en ik kijk om me heen. Overal zijn mensen en ze praten en dansen en hebben het naar hun zin. Behalve één man.

'Was is er met hem aan de hand?' vraag ik. De man kijkt op en kijkt mij aan.

'Je bent nieuw hier, he?' vraagt hij. Ik knik. Nu zie ik ook dat hij aan de ouwe kant is.

'Ik ben Madivus.' zegt hij.

'Bella.' zeg ik en ik schud zijn hand. Hij gaat staan.

'Waarom ben je niet blij?' vraag ik.

'Omdat mijn vrouw hier niet is.' zegt hij zuchtend.

'Ze kan hier zijn als je het vraagt.' zegt Anna.

'Ik wil niet dat ze zelfmoord pleegt.' zegt Marvidus.

'Zelfmoord?' vraag ik.

'We leggen het je later wel uit.' zegt Anna. Dan trekt ze me mee. Als ik om me heen kijk zie ik dat alles in een soort van ouderwetse staat is. De huizen zijn van hout maar toch groot. De vrouwen hebben over het algemeen jurken aan maar sommige spijkerbroeken. De kinderen spelen met vanalles. Dsen maar ook stoepkrijt. We staan uiteindelijk stil voor twee grote deuren. Ze hebben de vorm van vleugels.

'Hee.' hoor ik opeens. Ik kijk om en zie iemand op de deur zitten.

'Hee Tom.' zegt Anna een beetje dromerig. 'Mogen we erin.'

'Tuurlijk, babe.' zegt hij. De deuren gaan open en we lopen naar binnen.

'Je vind hem leuk of niet?' vraag ik. Anna bloost.

'Hij ziet er goed uit. Vind hij jouw ook leuk?'

'Denk het niet.' zegt ze als antwoord. Dan lopen we de kamer binnen. Er lopen allemaal dienstmensen in en uit. Dan lopen we verder. Als twee engelen denk ik. De deuren opendoen komen we in een grote zaal. Er lopen wat mensen rond en er zijn wat mensen aan het praten. Twee kinderen zijn er ook aan het spelen. Ze lijken best veel op mij en Edward. Ik weet niet waarom.

'Belwa.' zegt het kleine jongentje dan. Hij heeft Edwards haarkleur en groene ogen.

'Edwie.' zegt het kleine meisje met dezelfde toon terug.

'Jewe magge meine paawrd niewi stele.' zegt hij.

'Marwa mijn prinses moet konnen reden.' zegt de kleine ik. Dan kijken ze allebei op. Ik had gelijk.

'Wie zijn dat?' vroeg ik.

'Oh, hun. Ze zijn wel...jouw en Edward.'  zegt ze. Ik knik.

'Anna.' zegt plotseling een jonge stem. Dan komt een klein meisje naar ons toe. Anna buigt en het meisje springt in haar armen.

SunsetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu