Hoofdstuk 7

505 34 12
                                    

Meteen sloeg de stemming in het kleine huisje om. Will's grijns verdween als sneeuw voor de zon en ook Pauline en Arnaut lachte niet meer. Alleen Madelyn bleef nog even vrolijk, maar zij was dan ook nog te jong om de situatie helemaal te begrijpen.

"Niet zo goed eigenlijk," antwoordde Will met tegenzin. "Ik bedoel, haar situatie is nog altijd hetzelfde, maar de kasteel dokter zei dat als ze voor het einde van de week nog niet wat van het tegengif gehad heeft, ze waarschijnlijk dood zal gaan."

"Maar Gilan is Malcolm toch gaan halen? En als het goed is zouden ze hier elk moment aan moeten komen toch?" vroeg Arnaut, zoals altijd recht door zee.

"Tja, dat is dus ons volgende probleem. Zij hadden hier einde van de vorige week al moeten zijn. Meegerekend dat ze langzamer rijden dan wanneer Gilan alleen zou rijden. Het feit dat ze hier nú nog niet zijn, kan betekenen dat ze zijn opgehouden, dus het is nog maar de vraag of ze op tijd hier zullen zijn," antwoordde Halt in Will's plaats.

"Maar kan iemand ze dan niet gaan zoeken?" vroeg Cassandra nu, lichtelijk ongeduldig.

"Daar hadden we het dus nu net over, vlak voordat jullie aankwamen," zei Will weer. Maar nu had zijn stem een bittere ondertoon. "Ik zei dus tegen Halt en Pauline, dat ik ze best kan gaan zoeken. Maar dat schijnt dus blijkbaar niet zo'n goed idee te zijn."

"Nee natuurlijk is het geen goed idee! Jouw vrouw ligt hier ziek in bed Will. Jij moet dus hier blijven!" viel Halt uit. Het was duidelijk dat ze dit al meerdere malen besproken hadden.

Pauline legde geruststellend een hand op zijn arm. "Hij heeft gelijk Will," zei ze sussend. "Alyss heeft jou het hardst nodig. Je kan haar hier niet zomaar achterlaten!" 

Will knikte, al was hij het er nog steeds niet mee eens, zoveel was duidelijk. "Ik ga even met Madelyn naar buiten," deelde hij mee. Iedereen aan tafel knikten instemmend.

Toen hij buiten was, vroeg Arnaut verbaasd: "Maar Halt, kan jij dan niet gaan?"

Halt schudde zijn hoofd. "Nee Arnaut, dat zal helaas niet gaan. Ik ben op het moment hier de enige Grijze Jager in actieve dienst en in de wet staat, dat als de Koning en Koningin van Araluen in een leen zijn, er te minste één Grijze Jager in actieve dienst moet zijn. En nu jullie hier zijn, kan ik dus al helemaal niet weg," zei Halt, het laatste een beetje verontschuldigend. 

"En anders was je waarschijnlijk ook niet gegaan," voegde Pauline daaraan toe. "Want er moet als het kan altijd een Grijze Jager in actieve dienst aanwezig zijn, in zo'n groot en belangrijk leen als Redmont."

Cassandra knikte. Maar Arnaut voelde zich blijkbaar schuldig, want hij zei: "Maar dan ga ik toch?"

Pauline en Halt knikten. "Ja, daar zaten wij net ook al aan te denken."

Maar Cassandra keek haar man toch wel een beetje verschrikt aan. "Weet je zeker dat je dat kan dan? Ik bedoel, als Malcolm en Gilan inderdaad zijn tegengehouden door bijvoorbeeld een bende struikrovers en Gilan heeft het nog steeds niet klaargespeeld om het op te lossen, betwijfel ik ten zeerste of het jou wel zal lukken in je eentje!"

Arnaut keek haar beledigd aan. "Natuurlijk kan ik dat! Ik ben namelijk Heer Arnaut, jongste Ridder van het Eikenblad ooit!"

Pauline knikte instemmend naar Cassandra: "Hij kan het vast wel, geloof me. En hij is op het moment de enige die dit kan doen. Er zal niks gebeuren, heus!"

Cassandra knikte. "Oké dan. Maar, je gaat pas weg als ze er morgenochtend nog niet zijn! Als jullie me even willen excuseren, ik ga even bij Alyss kijken!"

Maar wat niemand merkte, zelfs Halt niet, was dat er een gestalte achter de deur had staan luisteren en dat die nu weer gauw weg liep. Het was Will.

De Grijze Jager; Een ongelukkige geboorte {GAAT NOG HERSCHREVEN WORDEN}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu