hoofdstuk 3

42 8 4
                                    

Ik word wakker. De zon schijnt in mijn ogen. Yes, vandaag is het zo ver. Na al die jaren komt het eindelijk uit. Survivallen. Mijn vader heeft me al veel vertelt over overleven, zonder veel dingen van thuis. Ik heb er zoveel zin in. Ik sta huppelend op. Zo ben ik mezelf echt niet gewend. Meestal ben ik depri enz.. Maar nu voel ik me anders. Alsof ik herboren ben. Ik ben een vrolijk meisje. Zo lijkt het nu wel.. Ik ben anders geworden. Ik vind mezelf zo wel beter. Alles is perfect, voor nu en voor de rest van de week. Deze week word de beste week misschien wel van mijn leven. Ik krijg weer een betere band met mijn vader. Er kan niks meer fout gaan. Mijn vader kent het bos. Hij is er 15 jaar geleden ook met zijn vrienden geweest. "Het is daar nog veiliger dan in oma's huis." zei hij. En oma's huis is heel veilig. Ik ren de trap af. Mijn vader zit aan de keukentafel en glimlacht wanneer hij mij ziet. 'Zin in vandaag?' ik ren op hem af en knuffel hem. 'Ja, heeel erg veel zin.' zeg ik lachend. Hij lacht ook. 'Fijn dat je zo blij bent, ik vind het ook heeel leuk.' zegt hij met een knipoog. 'Gelukkig maar, anders werd het niks.' lacht mijn moeder. Finn komt half slapend binnen. 'Wat is er zo glappig?' zegt hij. Verbaasd kijkt hij mij aan. 'Niks, grote mensen dingen.' Papa knipoogt weer naar me. 'Ja dat snap je nog niet.' Finn gaat er niet op in en zet de tv aan. 'We vertrekken om 1 uur.' ik kijk op de klok. Het is 11 uur nu. 'Oké, is goed pap.' zeg ik en ik knuffel hem. 'Mijn dag kan niet meer stuk.'

Ik kijk naar buiten. We rijden al even. Ik draai het raam open en voel de wind door mijn haren. Ik voel me vrij. Verlost van de stress en angst. Het komt allemaal goed, tussen mij en pap. Ik probeer oogcontact te maken, Maar hij kijkt strak voor zich uit. Na een tijdje zegt hij 'We zijn er bijna!' Ik spring op, maar stoot mijn hoofd. Ik lach. 'Haha, gaat het?' vraagt hij. 'Ja hoor.' het is weer stil. 'Pap?' vraag ik als hij de auto stopt. 'Ja, wat is er?' Ik denk even na. 'Nee, laat maar.' Hij duwt de auto deur open en loopt naar de achterklep. Ik stap ook uit en help mee spullen sjouwen. We lopen langs een rivier. Ons drinkwater als het op is. Hij loopt naar een open plek in het bos. De bladeren bedekken de bodem, maar ik vind het niet erg. Het is herfstvakantie (sorry, het word een soort zomervakantie in de herfst😂) daarom zijn er zoveel bladeren. Ik ga met mijn hand over de bladeren. 'Het gaat een keer regenen deze week.' zegt mijn vader. Hij pakt de tent en probeert hem op te zetten. Ik besluit maar om hem te helpen. Als we onze spullen hebben uitgestald, loop ik naar de tent en leg mijn tas erin. Het is een twee persoons tent. Dat vondt mijn vader groot genoeg. Anders gingen we te veel meenemen. Dan is het geen survivallen meer. 'We gaan vissen, oké?' ik knik. 'Ja is goed.' hij pakt een emmer en vis hengel. We lopen naar het meer verderop. Als we er zijn, zoeken we een plek en gaan daar zitten. Na een kwartier hebben we beet. Een flinke ook nog. 'Goed gedaan, pap.' zeg ik met een schouderklopje. 'Ja, ik kan het nog als de beste. Je moet wel geduld hebben, dat is het belangrijkste.' zegt hij. Ik knik. 'Ik zal het onthouden.' Hij staat op met de emmer in zijn hand. 'Kom je?' Ik sta ook op en loop achter hem aan. 'Dat wordt smullen vanavond.' zeg ik. 'Jazeker, het wordt een feestmaal van "Papa a la kokka",' zegt mijn vader met een Frans accent. Ik lach. Mijn vader is zo raar. Het voelt al beter met mijn vader. Hij laat me zien hoe je een kampvuur maakt en hoe je vis bakt. 'Dan kan jij het morgen ook op de beste manier, van je vader natuurlijk.' zegt hij met een knipoog.

Autumn Blood ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu