24.

836 61 2
                                    

Ik ben de tel kwijt, we hebben al veel straten grondig onderzocht, enkele zombies van andere clans vermoord en nog steeds geen spoor van mijn vrienden gevonden. "We moeten een pauze houden, Cara." Zegt papa. Ik loop voorop en stevig door. "We moeten eten, anders vallen we zo om van de honger." Zucht Bill. Ik draai me om en kijk naar de drie mannen. "Sorry, ik was vergeten dat jullie moeten eten." "En jij niet dan?" Hank kijkt me bedenkelijk aan. "Ik heb geen honger." Wat geen leugen is. "Kom door de spanning denk ik." Wat dan weer deels een leugen is. Ik heb vannacht in de bus gegeten, rauw hertenvlees. Ik vind het wel zielig, maar het smaakt verrukkelijk, vooral met veel chilisaus. Ik hoef de rest van de dag eigenlijk niets te eten. "Je moet iets eten." Beveelt papa terwijl hij een zak broodjes uit een van de rugzakken haalt. "Ik heb echt geen honger", zeur ik. "Nee, je eet gewoon. Anders moeten we je de rest van de middag meeslepen en daar heb ik geen zin in." Papa gooit de zak naar mij. Er zitten nog twee broodjes in, een met ham en een met kaas. Ik ga in het zand tegen een boom zitten en eet mokkend mijn broodjes op.
"Konnen wo no goan?" Vraag ik met volle mond. "Wat?" Vraagt Bill. Ik slik mijn brood door. "Kunnen we nu gaan?" Herhaal ik. Ik sta alvast op. "Goed dan." Zegt Bill. Alle drie de mannen staan ook op en doen hun rugzakken op hun rug. Ik loop stevig door, weer voorop.
De zon brandt op mijn huid. Zou ik kunnen verbranden, ondanks dat ik niet kan verkleuren? Ik ben lijkbleek. Zelfs zelfbruiner helpt niet, dat zei Mo tenminste. Goed, daar moet ik maar mee leven, ik zie er tenminste niet zo vreselijk uit als die van de andere clans hier in Orlando. Hun ogen waren bijna zwart, het haar zat in de klit en hun huid was ook bleek, zat vol plekken en bloed en was kapot, hun kleren waren versleten en kapot. Christian had verteld dat omdat hier alle mensen zijn weggetrokken ze geen hersenen kunnen eten, hierdoor verliezen ze hun menselijkheid, en veranderen ze in vreselijke monsters zoals we ze op het nieuws zien.
Ik heb geluk gehad dat ik deze groep heb leren kennen. Ik weet dat als ik ze niet heb ontdekt, ik nu nog mens was. Maar als ik nu dan toch ben veranderd kan ik maar beter met deze clan omgaan.

We horen luid gekrijs uit een straat komen. Op een drafje rennen we er op af. Natuurlijk erg op onze hoede. Ik ren weer voorop. Mijn vader pakt me bij mijn arm om me in te houden. "Je weet niet wie het is. Het kunnen ook de zombies zijn." Dat is de bedoeling, mijn vrienden zijn ook zombies! Koppig trek ik mijn arm los en loop vlot door. Het gekrijs wordt luider. "Daar." Zegt Hank. Ik zag het ook. Het is Mo. Ze zit in een hoek tussen een paar containers. Iets zit aan haar been waar ze tegen slaat om het los te maken. Ik ren op haar af en trek het monster van Mo's been. Mo duwt ook zo hard als ze kan. Het monster laat eindelijk los. Ik smijt het aan de kant. Het menselijke wezen komt meteen weer op ons af gerend. Ik hoor een schot en het monster valt dood neer. Ik kijk om en zie Bill met een geweer staan, achter hem staan mijn vader en Hank. "Wat was dát?" Roept Hank uit. Ik help Mo overeind. "Kun je lopen?" Vraag ik bezorgd. "Ja", knikt ze kijkend naar haar been. Er zit een afdruk van het gebit van de zombie op die haar aanviel. Mo en ik lopen naar de mannen. Er loopt een straaltje zweet over mijn voorhoofd. "Dat was een zombie die al heel lang niets, of geen menselijk brein, heeft gegeten waardoor het alles wat eetbaar is aanvalt en probeert op te eten. En ondanks dat ze zwak zijn, worden ze heel sterk wanneer ze jagen." Legt Mo Hank uit. "Fijn, dus die wezens lopen hier ook rond." Moppert hij. "Waar is de rest?" Vraag ik aan Mo, ik negeer Hank, zoals normaal. Mo's ogen worden waterig. "Ik weet het niet. We waren omsingeld, en toen begonnen Levi en Jem tegen de clan te vechten. We konden toen wegrennen. Ik hielp Zeke, hij kan niet snel rennen. We gingen dus niet hard, en Zeke struikelde de hele tijd. Achter ons liepen een paar zombies van die clan. Ze haalden ons bijna in. Ik probeerde harder te lopen maar Zeke hield me tegen omdat hij niet sneller kon. Hij viel in eens neer. Ik ben sterk, maar ik kon hem niet snel genoeg meenemen. Hij zei dat ik hem neer moest leggen, dus dat deed ik in een steegje. Toen zei hij dat ik door moest gaan. Ik moest rennen, hij zal het wel overleven. Ik wilde dat natuurlijk niet. Maar ook ik had geen keus. Zeke joeg me weg. Ik ben toen weggerend om Jem of Levi te halen maar ik kon ze niet vinden. Toen ik terug kwam bij de plek waar ik Zeke had achtergelaten, was hij weg." Mo veegt haar tranen weg. Ik geef haar een knuffel. "We vinden ze wel." Probeer ik haar te kalmeren. "Mo, moet je iets eten?" Vraagt Bill. Mo schudt haar hoofd. "Ik moet mijn vrienden zoeken." Zegt ze dapper.
"Waar is Chris?" Vraagt Mo tijdens het lopen. "Wij vielen de grote clan aan, ik heb hem daarna niet meer gezien." "Dit is niet goed." Mo's stem slaat over. "Meiden, wat als we ze niet vinden voor het donker wordt?" Vraagt mijn vader. "Dan zoeken we door." Zeg ik meteen. "Dat lijkt me geen..." begint Hank. Ik draai me abrupt om. "Wat als Julie en jouw vrouw en mama hier waren? Wat als zei 'kwijt' waren? Zouden jullie dan ook al meteen opgeven? Gaan jullie dan gewoon naar huis, ook al weet je dat ze hier nog zijn, en zelfs nog kunnen leven." Ik kijk de drie mannen een voor een strak aan. "En s'avonds, gaan jullie dan gewoon naar huis? Gaan jullie dan gewoon weg om hen hier als dood achterlaten?" Vraag ik pissig. De mannen houden stil. "Dat dacht ik al." Ik draai me weer om en loop door. Ook Mo is sprakeloos. Ik loop nors voor ze uit.

Zombae || #netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu