36.

766 49 6
                                    

New York

Na een vlucht van 4 uur zijn we aangekomen in New York. Nou ja, nog niet in New
York zelf, maar in een buitenwijk. We zijn allemaal uitgestapt. Ik zet mijn tas op de grond om me uit te rekken. We staan op een snelweg die niet meer wordt gebruikt, behalve door een busje dat op ons staat te wachten. "Nou, stap een hebben we overleefd" zegt Cas.
"Dat is al heel wat" merk ik op. De telefoon in mijn broekzak begint te trillen begint mijn betoon af te spelen. Ik haal mijn telefoon uit mijn zak, mijn vader belt. Ik negeer het en stop mijn trillende telefoon weer terug. "Ga je niet opnemen?" Vraagt Levi.
Ik schud mijn hoofd. "Ik wil nog niet met mijn ouders spreken."
"Je moet ze wel later vandaag vertellen waar je bent."
"Weet ik. Dat doe ik straks wel." Uit het zwarte busje komt een jongen van onze leeftijd, misschien iets ouder, maar niet ouder dan 25, gestapt. Hij heeft een zwarte zonnebril op, hij heeft een lichte huidskleur en fel blauw haar dat hem goed staat. Hij komt lachend op ons afgelopen.
"Dit is Tyler. Hij is ook een van de vrijwilligers" stelt professor Parker de jongen met het blauwe haar voor. Hij zwaait even en stopt dan beide handen in zijn zakken. "Kunnen we gaan prof?" Vraagt hij aan professor Parker.
Ze knikt en loopt samen met Steven McCain voor ons uit naar het busje. Tyler draait zich sloom om. Wij lopen achter hen aan. Tyler komt naast Levi en mij lopen. "En jullie zijn?" Vraagt hij.
"Levi en dit is Cara" zegt Levi.
"Aangenaam kennis te maken" zeg ik vriendelijk.
"Insgelijks" knikt Tyler. Ik zie nu dat hij een piercing in zijn wenkbrauw heeft en een ringetje in zijn lip. Hij draagt een zwarte broek met een zwart shirt en daarover heen een jas van spijkerstof.
We leggen onze spullen weer achter in de bus en gaan dan zitten. Tyler is onze chauffeur. Levi baalt ervan dat hij niet kan rijden, maar hij weet hier de weg niet dus accepteert hij het toch.
Na weer een rit van een uur komen we aan bij een motel. "Dit is ons hoofdkwartier, om het zo maar te noemen. Hier zullen we allemaal overnachten en wij hebben hier ons apparatuur" legt professor Parker uit. "Je hebt per twee personen één kamer, daarin heb je een bed die je uit elkaar kunt halen, een woonkamer en een kleine keuken. De keuken hoef je niet vaak te gebruiken want er is ook een gezamenlijke keuken waar we gebruik van kunnen maken. Ik zal niet moeilijk doen met dat de mannen en vrouwen apart moeten slapen, maar ik wil geen overlast. Jullie mogen zelf de duo's maken en uitkiezen waar jullie gaan verblijven. De eerste verdieping is nog helemaal leeg."
"Behalve mijn kamer" zegt Tyler. "Kamer nummer 102 is van mij, tenzij een van de meiden mijn kamer wil delen." Hij knipoogt naar mij een Mo. Wij rollen met onze ogen. "Tyler" zegt professor Parker waarschuwend.
We pakken onze tassen weer bij elkaar en sjouwen alles naar boven. Natuurlijk doet de lift het niet dus dragen Mo en ik haar tas met de tent erin samen de trap op. "Die heb ik denk ik niet nodig deze reis" zegt ze wanneer we op de eerste verdieping zijn. Christian is het balkon al opgerend en heeft al in verschillende kamers gekeken. "Deze is echt iets voor jullie" roept hij naar mij en Mo. Ik loop er nieuwsgierig naar toe, gevolgd door Mo. Christian houdt de deur open en ik kijk naar binnen. De kamer heeft licht rode gordijntjes, het bed heeft een baby roze deken en de meubels zijn van een lichte hout soort. Het ziet er best gezellig uit. Mo kijkt langs me heen. "Dit ís onze kamer" beslist Mo. Ik knik bevestigend. Mo duwt me naar binnen zodat ze daar haar tassen kwijt kan. Ik leg mijn tas met mijn laptop erin op de ronde tafel die tegenover het bed staat. De andere tas leg ik op de grond. Christian staat niet meer in de deuropening, hij is verder gegaan met zijn zoektocht naar een leuke kamer. Mo bergt de tas van de tent in een kast op. Haar andere tassen legt ze op het bed. "Dat bed uit elkaar schuiven hoeft niet, toch?" Vraagt ze.
"Neh, kost alleen maar meer moeite. Het is toch breed genoeg" zeg ik. Ik ben naar de spiegel gelopen in om mijn haren uit mijn staart te halen. Onze deur staat nog open dus horen we Christian roepen naar Levi dat hij al een kamer voor hen heeft gevonden. Mo loopt de kamer uit. "Oh, we hebben geen buren" lacht ze. Ik loop ook naar de deur toe. "Levi en Chris zitten naast de kamer naast ons, en Jem en Cas slapen daar weer naast" legt ze uit.
"We hebben aan twee kanten kamers naast ons hè" merk ik op. Tyler komt ook het balkon op gelopen.
"Jullie hebben een geweldige buurman" grijnst hij. Hij heeft een sigaret in zijn ene hand en haalt een aansteker uit zijn zak met de andere hand. Hij stopt de sigaret in zijn mond en steekt hem aan.
"Nou, ik kom niet vaak op visite. Het stinkt vast in jouw kamer" zegt Mo fel.
"Ik rook alleen buiten. Brandgevaar enzo." Ik trek verbaast een wenkbrauw op. "Ik heb een vriend die op een boerderij woonde, hij heeft zijn schuur af laten branden door zijn sigaret" legt Tyler uit.
"Sukkel" mompelt Mo.
"Best wel. Daarom rook ik buiten, ik ben dus geen sukkel."
"Iedereen die rookt is een sukkel."
"Ik denk dat we nu wel andere dingen aan ons hoofd hebben, denk je niet. Ik moest tegen jullie zeggen dat Lydia jullie over twintig minuten in de eetzaal wil zien. Dat is de trap af en dan naar links."
"Lydia?" Vraag ik.
"Professor Parker."
"Oh. Oké."
"Wij zeggen het wel tegen de jongens" zegt Mo.
"Ah, fijn, dan kan ik die peuk oproken." Mo rolt met haar ogen. Ze trekt mij uit de deur opening en sluit de deur.
"Kom, naar de jongens." Mo duwt me voort. De deur van Christian en Levi's kamer staat open. "Over twintig minuten moeten we in de eetzaal zijn" zegt Mo.
"De trap af en dan naar links" vul ik Mo aan. Christian steekt een duim op.
"Wij zullen er zijn" zegt Levi.
Mo en ik lopen door naar Jem en Cas, ze zijn hun bedden uit elkaar aan het schuiven. Jem ligt op een bed om het andere bed weg te duwen, Cas staat achter dat bed om het te trekken. Jem duwt te snel dus Cas valt naar achter tegen de muur.
"Ah" kreunt hij. Mo schiet in de lach. Cas ligt in een onmogelijke houding. "Ik zit vast" piept Cas. Mo lacht alleen maar harder. Jem komt snel overeind en geeft Cas een hand om hem omhoog te trekken. Maar ook dat gaat niet soepel. Cas valt weer terug. Mo zakt in elkaar van het lachen, ook ik kan mijn lach niet inhouden. Jem staat ook te grinniken. "Help nou!" Zeurt Cas. Jem steekt zijn handen weer uit, Cas pakt ze aan en Jem trekt weer. Weer zaktCas terug.
"Je doet je best niet" lacht Jem.
Ik loop op ze af om ook te helpen. Mo ligt op de grond te huilen van het lachen. Jem steekt weer zijn handen uit. Hij trekt Cas omhoog en ik duw Cas mee omhoog. Eindelijk staat Cas weer rechtop. Mo komt echter niet meer overeind door de slappe lach.
"Bedankt." Cas kan er toch wel een beetje over lachen.
"Wij kwamen zeggen dat we verwacht worden in de eetzaal, over een kwartiertje" zeg ik nadat we, behalve Mo, zijn uitgelachen.
Ik help Mo overeind om ons ook klaar te gaan maken voor zo meteen. Dit keer ben ik degene die Mo voort duwt. Mo duikt de badkamer binnen en ik ga me omkleden. Ik trek het shirt dat ik aan had uit en trek een zwart met zilver t-shirt aan. Mijn donkere spijkerbroek laat ik aan. "Mo ik moet de badkamer ook nog in, ik heb nog maar vijf minuten" roep ik naar de dichte deur. Ik hoor gestommel, en dan wordt de geopend.
"Ik ben al klaar" zegt Mo terwijl ze zich langs me wurmt.
"Al" mompel ik. Ik ga de badkamer in en was m'n gezicht. Ik doe wat mascara op en ik doe mijn haar in een staart. Nu staat Mo op de deur te bonken. "We moeten gaan!"
Ik open de deur en hups de badkamer uit terwijl ik mijn schoen aan probeer te doen. De andere heb ik al aan. "Oké, we kunnen." We lopen met z'n tweeën door de deur, we komen Cas en Jem tegen op het balkon en gaan naar de eetzaal.

Zombae || #netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu