Deel 1

316 13 2
                                    

Aan het begin van het schooljaar was er nog niets aan de hand. Het leek er juist voor mij allemaal heel mooi uit te zien.

Toen Roosmarijn, mijn beste vriendin, me vertelde dat ik bij Joep Konings in de klas zat, dacht ik werkelijk dat mijn grootste vijand, de Liefde dus, eindelijk iets goeds met me van plan was. Ik vond het natuurlijk heel erg dat ik dit jaar, in 4 VWO, alleen met Aardrijkskunde en Frans bij mijn beste vriendin in de klas zou zitten. Maar toen we de klassenlijsten bekeken, hadden we er allebei min of meer vrede mee.

Roosmarijn zat bij Esther en Fleur, de andere helft van ons vriendinnengroepje, in de klas en ik bij Joep, de liefste jongen van de hele 4e klas.

Esther, Fleur, Roosmarijn en ik waren allemaal dol op hem. Maar omdat het volgens hen overduidelijk was (ik had het nog steeds niet gezien) dat Joep een oogje op mij had, is besloten dat hij mijn vriendje zou worden.

Toen ik de klas in stapte en zag dat Joep de bank naast hem voor mij vrij had gehouden, vergaf ik de Liefde voor alles wat ze me ooit geflikt had. Ik plofte naast hem neer en vertelde enthousiast over mijn vakantie toen hij ernaar vroeg. Net toen ik naar de zijne wilde vragen, kwam onze mentrix binnen en werd iedereen tegelijk stil. Uitgerekend wij moesten de strengste docent op school als mentrix hebben, mevrouw Schouten. Haar begroeting was niet erg motiverend.

‘Hello everybody, ik ben jullie Engels lerares en ook jullie mentor. Dus jullie zullen het een heel jaar met mij moeten uithouden’.

‘Ah nee, kunnen we ons nog in schrijven voor een andere school dit jaar?’ Klonk het van achter uit de klas. Iedereen barste in lachen uit en draaide z’n hoofd in de richting van de grappenmaker.

Ik ook, en ik keek recht in de bruine ogen van een dunne, toch gespierde jongen met donkere krullen en een spits gezicht waar een triomfantelijke grijns aan vast geplakt zat.

‘Bonno’, kreunde Joep. En uit de manier waarop hij kreunde, begreep ik deze jongen vaker dit soort opmerkingen moest maken.

‘Ja ja, ik heb er ook moeite mee dat jij dit jaar weer in mijn mentorklas zit, Bonno’, zuchtte mevrouw Schouten. De klas was nog even rumoerig, maar werd in één klap stil toen onze mentrix met haar platte hand op tafel sloeg.

De rest van de les praatte ze over alles wat we moesten weten dit schooljaar. Ik luisterde naar haar, fluisterde met Joep, was blij dat ik bij hem in de klas zat en ergens achter in mijn hoofd bleef Bonno rondzwerven.

‘En.. en… en?’ Was het eerste wat Roosmarijn riep toen ik haar tegenkwam bij de kluisjes.

‘Wat.. wat.. wat?’

‘Joep.. Joep.. Joep.. Natuurlijk!’

‘Sst, niet zo hard! Hij loopt hier ook ergens rond’, probeerde ik haar enthousiasme te sussen. Maar wie Roosmarijn lang kent, weet dat dat een onmogelijk taak is.

‘Nou en, alleen maar goed als hij het hoort. Toe Florien, vertel nou!’ Als ik niet snel toegaf, knapte ze uit elkaar, vreesde ik. Dus ik deed mijn verslag van de eerste lessen met Joep, over Bonno zweeg ik, hoewel ik wel benieuwd was of Roosmarijn hem kende.

Pas toen Esther en Fleur er ook bij kwamen en we in de aula onze lunch aan het nuttigen waren, durfde ik er over te beginnen.

‘Er zit een jongen in mijn klas die ik nog nooit gezien heb.’

‘Wie dan?’ Vroeg Fleur meteen. Fleur is zo iemand die bijna iedereen kent, omdat ze dol is op roddels.

‘Hij heet Bonno, volgens mij.’

De blikken die mijn vriendinnen me toewierpen voorspelden toen al niet veel goeds. Ze waren alle drie een moment stil en gaapten me met open mond aan.

Het verhaal van een meisje dat verliefd werd op de verkeerde. (COMPLETED)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu