Nou, ik was er dus eindelijk achter gekomen waarom Vera zo had zitten janken. Mabel had zitten zoenen, met die gozer die mij een paar uur geleden nog op de bek had gepakt. Jezus. Mijn hoofd tolde met informatie, maar er kwam niets zinnigs uit mijn mond. Het enige wat ik wist, was dat ik een bed nodig had. En dan het liefste mijn eigen bed. Vera zou waarschijnlijk haar hele bed onderkotsen, dus daar had ik ook niet zo'n zin in.
Zonder iets te zeggen sleurde ik Vera De Kater uit, naar buiten, zodat we weg konden fietsen. Niet dat lopen zo soepel ging, maar we zouden vast ooit thuiskomen. Ik trok Vera aan haar hand mee naar de lantaarnpaal waar we onze fietsen een aantal uren geleden aan hadden vastgebonden, en begon mijn fiets van de ketting af te halen, het geklop in mijn hoofd negerend. Het hielp daarbij niet echt dat Vera nog steeds stond te snotteren, De Kater loeiharde muziek produceerde, en dat het aan het regenen was.
Toen mijn fiets van het slot af was, hielp ik Vera met de hare. Niet dat het echt 'helpen' was, aangezien ik alles moest doen. Vera was zo incompatibel als wat, aangezien ze zich vastklemde aan de lantaarnpaal en dingen blubberde over 'Mabel' en 'niemand houdt van me', wat typisch Vera was. Ze kon altijd zo heerlijk emotioneel worden, en als er dan drank in het spel was, werd dat alleen maar erger en erger en erger...
Vera's fiets was eindelijk los, dus probeerde ik Vera op haar fiets te krijgen, wat niet zo heel erg gemakkelijk en soepel ging. Met een kreun gaf ik het op en liet haar los.
"Vera," ik pakte haar gezicht tussen mijn handen, "– je weet dat er heel veel mensen zijn die van je houden. Dat weet je toch, schatje?" vroeg ik, terwijl ik haar tranen wegveegde met mijn duim. Ze keek me verwonderd aan. Iets aan haar blik deed me denken aan haar zusje Suze, die altijd zo keek wanneer ze iets nieuws ontdekte. Ze leken dan toch meer op elkaar dan ze dachten.
Vera schudde wild met haar hoofd en daardoor moest ik haar gezicht wel loslaten. Door haar wilde, ongecontroleerde bewegingen werd ik nog duizeliger, dus moest ik mezelf overeind houden met een hand op de lantaarnpaal. Die shotjes waren er toch duidelijk ingehakt, meer dan ik wilde toegeven.
"Kom op schat, dan gaan we naar huis," suste ik, terwijl ik mijn vrije arm over haar schouders legde. Vera snuitte haar neus in mijn jas, wat echt fantastisch was. Ik probeerde het snot dat op mijn jas was gevestigd te negeren, en haar naar haar fiets te begeleiden.
Gelukkig was ze wat meegaander, waarschijnlijk omdat het vele huilen en snikken haar moe had gemaakt. Lekker makkelijk voor mij, als ze maar niet in slaap viel op haar fiets. Dan zouden we een groter probleem hebben. Of ja, ik dan.
Uiteindelijk, met nog veel meer gezeur en gebedel, kreeg ik Vera zo ver dat ze mee naar huis zou gaan. Ik bracht haar thuis, aangezien ik het niet echt vertrouwde om haar alleen naar huis te laten fietsen. In haar dronken staat en met haar huilbuien wist ik zeker dat ze haar huis, zonder mijn hulp, nooit zou bereiken. Mijn hoofd was intussen in iets veranderd wat je zou kunnen omschrijven als een stuk gefrituurde pudding. Zo voelde het tenminste. Ik kon niet meer nadenken over wat er precies allemaal was gebeurd die nacht. Misschien was het de alcohol? Ik had geen idee, maar mijn hoofd bonkte als een gek.
Toen ik Vera eindelijk thuis had afgeleverd, veilig en wel, fietste ik naar mijn eigen huis, waar ik heel erg veel moeite voor moest opbrengen. Mijn benen voelden als lood en mijn ogen hadden niet meer zo'n zin om open te blijven. Helaas moesten ze dat nog even doen, tenminste, tot ik thuis in bed lag.
Helaas besloot mijn maag dat het eerst tijd was voor iets anders.
~ ~ Een paar dagen later ~ ~
JE LEEST
Ja, man! [ON HOLD]
Fiksi RemajaDelilah Smith is een naysayer: een persoon die overal 'nee' tegen zegt. Ze zegt nee tegen overheerlijk ijs, zegt nee tegen dates, zegt nee tegen uitgaan, eigenlijk gewoon 'nee' tegen álles. Haar beste vriendin Vera is het helemaal zat en daagt haar...