Chapter 8: Nu doe je het weer

289 11 11
                                    

Chapter 8

Na de namiddag was de school eindelijk gedaan. Het was best een lange dag. Maar er was wel iets positief aan vandaag: we hadden geen schoolwerk tegen morgen. Dus besloot ik maar om mijn mijn iPhone en mijn oortjes muziek te gaan luisteren in het park. Ik ben toch alleen thuis en thuis is alles saai.

Ik kwam aan in het park en ging op een bankje zitten. Het was nog best mooi weer en nog helemaal niet donker. Ik keek rond. Ik keek naar de mooie bloemetjes die een heerlijke geur verspreidden. Maar toen vestigden mijn ogen de aandacht op een jongen die ik in de verte in het park zag lopen. Hij kwam me bekend voor. Wie is dit? Justin! Nu is het mijn kans! Nu kan ik zonder onderbrekingen tegen hem praten! Hij was ondertussen al ergens tussen de bomen verdwenen, maar ik moest hem vinden. Ik stond op en deed alsof ik zoals een doodnormaal iemand door het park aan het wandelen was. Op zoek naar Justin. Nu moet ik echt weten waarom hij zo is. Ik moet telkens terugdenken aan vanmiddag. Normaal vind ik mooie jongens die met me komen flirten leuk, maar hij was gewoon zo overdreven want hij had al iedereen die hij wilde. Bovendien had hij ook niet een reden om Justin zo weg te duwen.

Ineens werden mijn gedachten onderbroken door een stem. Een onbekende stem. „Wat doe jij hier ’s avonds helemaal alleen in’t park?” Ik keek om en zag daar een jongen met een halve grijns op zijn gezicht. Justin? Was dit echt Justin? Hij stond 2 meters achter me. Kwamen er wel degelijk woorden uit zijn mond? „Euh, gewoon, een beetje rusten”, zei ik stotterend. Ik wist niet goed wat ik moest zeggen. Ik was best in shock. "Ik wilde je nog bedanken van daarnet. Dat je mij zo verdedigde... je weet wel.” Hij keek verlegen naar beneden en schopte tegen een steentje. Hij heeft een sexy stem. Ik keek hem schokkend aan. Hij praatte. Justin praatte en ik droomde niet. „Dat is euh... graag gedaan?” kwam er meer uit als een vraag. Ik keek verbaasd. „Sinds wanneer praat jij tegen mij?” vroeg ik. „Wel, ik dacht: ik had nog niet geantwoord dus dan praat ik nu wel tegen je.”
„Dat is ook de eerste keer dat jij praat hé”, ik lachte. Hij keek me aan en kwam een beetje dichterbij staan zonder dat zijn ogen ooit de mijne verlieten. „Sorry, maar ik denk veel en ben niet in staat om te praten met mensen.” Als hij normaal niet tegen mensen praat, waarom praat hij dan wel tegen mij? Moet ik mij nu speciaal voelen?
„Ben ik dan een een uitzondering of zo?” Ik keek in zijn ogen en glimlachte, wow hij is echt knap. „Soort van.” Hij lachte terug, nog altijd met diezelfde halve grijns op zijn gezicht.

„En waarom ben jij hier dan?” „Nee.. gewoon.. chillen.. je weet wel..” ,verzon hij. „Wat is er?” Je kon duidelijk zien dat hij een ton verborg. „Niets, waarom?” Hij ontkende en trok zijn wenkbrauwen omhoog. Zo schattig. „Ik zie toch duidelijk dat er veel is, maar als je er niet over wilt praten is dat goed voor mij.” „Het is oké.” Ik glimlachte. „Fijn zo. Zeg, aangezien ik toch niets te doen heb mag je eens langskomen?” Dit had ik beter niet gezegd. Fijn April, je bent weer eens te snel! Ik moet echt stoppen met woorden uit mijn mond te laten vliegen. „Eum... n-nee... dat hoeft n-niet... bedankt...” Hij keek terug naar zijn schoenen. Hij stottert opnieuw. „Kijk, nu doe je het weer”, zei ik terwijl ik mijn schouders optrok. „Doe wat?” „Zo stotteren en niet goed weten wat te zeggen.” „Oh.” Ik nam een stap dichterbij, zodat ik een duidelijker zicht heb op zijn gezichtsuitdrukking. „Is er iets?" Hij keek me terug aan. "Nee." "Oh", herhaalde ik hem zoals daarnet. Na enkele momenten daar te staan besloot ik om te stilte te verbreken. "Zeker dat je niet wilt langskomen?" Als ik het nu toch al had voorgesteld, kon ik het beter nog eens vragen. Ik zit nog de hele avond alleen thuis en heb geen zin om me te vervelen. En nieuwe mensen leren kennen is altijd welkom. Ookal weet ik niet of ik hem wel kan vertrouwen. Maar op een of andere manier, vertrouw ik hem wel. "Ik heb drinken,eten,..." Hij nam een stap dichterbij. "Er is ook niemand thuis", maakte ik mijn zin af. Er verscheen een lach op zijn gezicht. „Dat zou erg fijn zijn.” Ik lachte en nam zijn hand vast en sleurde hem uit het park. Dat klinkt best stalkerig maar ik heb het gevoel dat hij anders zich achter een boom zou verstoppen en weglopen. Haha. De gedachten alleen al.

Normaal doe ik dat nooit, vreemden in huis vragen. Maar anders verveel ik me toch en ik zou doodgraag iets meer willen weten over deze jongen.

The Unknown (Justin Bieber Fanfic) [Dutch]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu