My Secret (Harry Potter)

De Eenhoorn

Ik open mijn ogen. Slaperig ga ik overeind zitten en kijk om me heen. Het is nog donker buiten en iedereen slaapt nog. Het zal ook nog wel lang duren voordat ze wakker worden, want het is vandaag zaterdag. Ik kijk even naar de tijd. Het is half zeven. Ik zucht en ga weer liggen. Ik voel me erg uitgerust dankzij het slaapmiddel. Ik ben dan ook erg blij dat er nog veel in zit. Anders had ik niet kunnen slapen omdat ik de hele tijd aan mijn familie zou denken. Mijn echte familie dan.

Na een uurtje ben ik helemaal aangekleed. Mijn haar in een knot, een grijze sweater, mijn strakke zwarte broek en een soort wandelschoenen. Want ik ben van plan het bos in te gaan. Ik weet dat het niet mag maar ik moet gewoon echt even het bos in. Ik trek mijn dikke zwarte mantel aan want het zal wel fris zijn buiten. Ik pak mijn toverstaf en stop die in een zak. Je weet maar nooit. Ik loop stilletjes naar de voordeur toe terwijl ik mijn mantel dichtknoop. Bij de deur aangekomen neem ik een geheime gang. Als ik buiten kom voel ik de ijzige wind. Het is nog schemerig. Stilletjes loop ik naar de rand van het bos. Ik zie Hagrid al druk bezig zijn met de planten. Gelukkig ziet hij mij niet. Ik zucht als ik in het bos ben. Eindelijk even wandelen. Ik loop een halfuurtje. Dan ga ik zitten tegen een boom. Ik denk aan mijn broertje. Ik had altijd al eens willen weten hoe het zou zijn met een broertje of zusje. Ik luister naar het bos en besluit na een paar minuten maar weer terug te gaan voor het ontbijt.