Hoofdstuk 12

533 10 1
                                    

Piep. Piep. Piep. Langzaam open ik mijn ogen en kijk ik recht in de mooiste donkerbruine ogen die ik ooit heb gezien.  Ik zie de zwarte spikkels en probeer ze te tellen, maar ik raak de tel steeds weer kwijt. De ogen lachen me vriendelijk en liefkozend toe. Het is alsof ze me een verhaal willen vertellen, maar ik begrijp het niet. Als ik besef dat het niet lukt om het verhaal te begrijpen sluit ik mijn ogen en laat ik me meevoeren.

Ik zweef boven een veld met het gras zo groen als appels, en bloemen die zachtjes op en neer bewegen door de wind. Ik zoek naar iets en mijn ogen schieten over het veld. Dan heb ik het gevonden. Een groep mensen die op stoelen zitten of hij een kist staan. Ik dwing mezelf om omlaag te gaan en het gezelschap te vergezellen. Ik land op de grond, maar echt staan kan ik niet. Ik kan zweven, horen en zien, dat is het enige. Ik kijk rond, ik ken alle mensen. Mijn ouder, mijn vriendinnen, mijn vrienden en Zayn. Zayn staat stil voor de kist en tranen rollen over zijn wangen, zijn handen wrijven over het gladde bruin gelakte hout en hij bijt op zijn lip. Niall komt naast hem staan en slaat een arm om Zayn’s schouders. Hij haalt zijn neus op en wrijft met zijn andere hand zijn tranen weg, want ook hij huilt. ‘Het gaat goed komen, een keer, echt waar.’ Zayn schud langzaam zijn hoofd. ‘Nee, het komt niet goed, ze is weg, voor altijd.’ Hij slaat zijn handen voor zijn ogen en zijn schouders beginnen hevig te schokken. Ik wil zeggen dat ik er nog ben, dat ik hier recht voor hem sta, en dat alles goed komt, want ookal is hij haar kwijt, ik ben er nog, maar het kan niet, hij ziet me niet en er komt geen geluid uit mijn mond. Dan klinkt er een zware, maar vriendelijk en medelevende stem. ‘Zijn jullie klaar heren? Dan kunnen we de kist dicht doen en hem begraven.’ Zayn en Niall knikken en ze werpen nog een laatste blik op de kist. Ik volg hun blik, en dan pas zie ik wie er in de kist ligt. Ik ben het zelf.

Ik schrik wakker en sper mijn ogen wijd open. Meteen daarna knijp ik ze weer dicht door het felle licht wat erin schijnt. Ik hoor een soort gilletje vanuit de hoek en voetstappen die mijn kant opkomen. Als ik mijn ogen weer open doe kijk ik in de mooiste bruine ogen die ik ooit heb gezien. Ik zie zwarte spikkels en probeer ze te tellen, en nu lukt het wel. Het zijn er in totaal iets van 20. ‘Zayn.’ Mompel ik en ik zie een traan over zijn wang rollen. Met veel moeite til ik langzaam mijn hand op en strijk ik langs zijn gezicht. ‘Ben ik dood?’ Vraag ik zacht en Zayn schud zijn hoofd. ‘Nee je bent niet dood, je bent hier bij mij, en ik laat je nooit meer alleen.’ Ik glimlach en probeer overeind te komen. Een felle steek schiet door mijn hele bovenlichaam heen  en Zayn drukt me zachtjes weer terug ik het kussen. ‘Doe maar even niet.’ Ik kijk hem vragend aan. ‘Wat is er gebeurd?’ Ik trek mijn wenkbrauw op en gebaar naar draadjes die in mijn arm steken en alle apparaten. ‘Weet je dat niet meer?’ Zayn kijkt me aan met opgetrokken wenkbrauwen en ik schud mijn hoofd. ‘Je bent bijna doodgebloed.’ Zayn wijst twee plekken aan. Mijn schouder en mijn onderbuik. ‘Waarom?’ Zayn vertelt het hele verhaal. ‘Maar ik was niet in een hotel, ik was op een veld, met bloemen en een kist, waar ik in lag.’ Protesteer ik maar Zayn schud zijn hoofd en legt een vinger op mijn lippen. ‘Nee je was in het hotel, de ambulance is je op komen halen en hebben je hierheen gebracht, verder ben je nergens heen geweest.’ Ik frons mijn wenkbrauwen en denk na. Ik kan me niks meer herinneren, alleen het veld. Maar ik geloof Zayn, dus ik laat het achterwege.

 Ik moet nog een paar dagen in het ziekenhuis blijven voor controle en omdat ik veel bloed heb verloren. Ik word met bed en al naar een andere kamer gereden waar ook andere mensen liggen. Twee oudere vrouwen en een jongen van ongeveer 18. ‘Alleen opstaan als er een verpleegster is die de slangetjes los kan maken.’ Ik knik en laat mijn hoofd zakken op het kussen en sluit mijn ogen. Mijn hele bovenlichaam zit in het verband. Toen ze het vanmorgen gingen verwisselen zag ik de sneeën, ze waren gehecht en behoorlijk groot. ‘Dat worden vervelede littekens meisje.’ Had de verpleegster gezegd en ik had geknikt met tranen in mijn ogen. Ineens voel ik een vinger over mijn wang glijden en ik open mijn ogen. Zayn kijkt me lachend aan en drukt zijn lippen op die van mij. ‘Hoe gaat het schatje?’ Hij pakt mijn hand vast en knijpt er zachtjes in. Ik haal mijn schouders op. ‘Het gaat wel.’  Mompel ik en ik geef hem een kneepje terug.

Zayn is nog een uurtje gebleven en moest toen weg van de verpleegster, want ik moest ook rust hebben. Ik had liever dat hij hier nog was, want ik verveel me te pletter. Ik staar doelloos naar het plafon als de jongen naast me tegen me begint te praten. ‘Je verveelt je, he?’ Vraagt hij lachend en ik draai mijn hoofd naar hem om. ‘En niet zo’n beetje ook.’ Zeg ik en ik rol met mijn ogen. ‘Ik ben Tijn.’ Zegt hij en hij glimlacht zijn rechte witte tanden bloot. Ik bestudeer hem een keer goed. Blond haar, helder blauwe ogen, zo blauw als de zee. ‘Ik ben Julie.’ Zeg ik en ik glimlach terug. ‘Ik lig hier al een week, eerst lag er een jongen naast me, best een aardige gast, maar die mocht al naar huis.’ Hij zucht, uit teleurstelling waarschijnlijk. ‘je had hem zeker liever naast je gehad dan mij.’ Ik steek m’n tong uit en hij grijnst. ‘Jij bent ook wel oké hoor.’ Zegt hij en ik glimlach. ‘Waarom lig je hier?’ Hij kijkt naar het strakke verband onder mijn hemdje. Ik bijt op mijn lip en zoek naar woorden. ‘Iemand had me vast en die sneed me twee keer.’ Ik haal mijn schouders op, alsof het niets is. ‘Wow.’ Zegt hij alleen maar en hij kijkt me ongelovig aan. ‘Ik heb niet veel meegekregen, ik viel flauw door het bloedverlies. Waarom lig jij hier, Tijn?’ Vraag ik dan en ik zie zijn gezicht vertrekken. ‘Ik heb kanker.’ Zegt hij en hij slaat zijn ogen neer. 

Inseparable ~ A Zayn Malik fanfictionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu