8. De Ware Aard

21 1 0
                                    


Al vastgeklemd hield ik me stevig vast aan Azons arm. Angst overviel me wat en ik had geen idee hoe te reageren in deze situatie. Het enige waar ik aan kon denken was de aanval die Kira op me pleegde. Wie had gedacht dat Souta voor me zou springen? Ik bedoel, hij was eerder een stil type en had nog geen enkele interesse in me getoond, in geen van ons eigenlijk. Misschien klopte dat ene spreekwoord wel, stille wateren hebben diepe gronden. Azon nam me onder z'n andere arm en hield me dicht als een manier van comfort. Zijn ogen waren gericht op het duo iets verder van ons. Kira's tentakel zat nog steeds vast in Souta's borstkas en iets zei me dat dat niet vlug zou veranderen. Maar er was iets anders dat echter m'n aandacht trok, de tatoeages op Kira's huid. Ze waren verschenen vlak voordat hij me aanviel en dat trok m'n aandacht wel. "Azon?", vroeg ik op fluistertoon. "Hm?" Zijn gezicht keek me vriendelijk toe. "Wat zijn die tatoeages op Kira's huid?" Met een knikje wees ik naar de richting van de boosdoener. "Oh, dat?" Met een zacht knikje deed ik m'n bevestiging. "Die verschijnen op ieder wezen wanneer ze hun gave hebben ontdekt. Wezens met tatoeages hebben dus besef en kennis van hun gave. Zij zonder nog niet, maar ze komen er wel achter." Ik knikte opnieuw en staarde opnieuw naar het opkomende gevecht. Dus, Kira had z'n gave achterhaald? Ik was benieuwd naar het mijne, wanneer zou ik het eigenlijk weten?

"Je maakt geen schijn van kans, hoor je me?" Kira's stem weerklonk maniakaal door onze oren. Souta bleek echter geen emotie te tonen, noch pijn noch vechtersgesteldheid. "Als je dit wilt doen, dan laten we dit doen." Kira lachte en gooide z'n tentakels richting z'n tegenstander. Souta zag er niet uit alsof hij nog een holte in z'n lijf zag zitten en schermde zichzelf af met z'n vleugels. Je zou niet denken dat ze zo groot zijn, totdat hij ze spreidde. Dan waren ze echt gigantisch groot, iets wat je niet zag aankomen. Tentakels vlogen hem om de oren, maar geen een raakte hem nog maar een klein beetje. "Is dat alles wat je hebt, prins?" De manier waarop Kira deze woorden uitsprak was ondraaglijk. De hoogheid liet z'n gezicht weer wat zien zodra die woorden gezegd waren. Precies alsof ze een signaal voor 'm waren. "Tsh." De sisklank verliet z'n mond terwijl z'n rechtervleugel wat kantelde. Het toonde welke aard z'n vleugels werkelijk hadden : zwaarden. Vlijmscherp en toch onopgemerkt, de perfecte beschrijving voor z'n veren. Een kleine grijns was nog op z'n gelaat op te merken vooraleer hij z'n vleugel hief en met een hoge snelheid naar beneden liet vallen totdat het op ooghoogte was van Kira. De wind blies tussen alle veren door en liet sommige loskomen. De losgekomen veren werden gekatapulteerd als het ware richting de vijand, Kira. Zwaarden, een schild en kunai's, zijn vleugels hadden het allemaal. Als ik eerlijk was zou ik toegeven dat ik er best wat jaloers op was, maar niemand vroeg me erachter dus bleef ik stil. Kira ontweek elke afgevuurde veer met gemak, maar bleek het daarbij niet te laten. "Sloom", sprak die spottend vooraleer hij de jonge majesteit aanpakte met z'n eigen vuisten.

Ernaast, ernaast en ernaast. Kira kon precies niet mikken of het was Souta die te rap bewoog. Vuisten vlogen van hier naar daar zonder enig doelwit te raken. Azon bleek er niet tussen te willen komen, maar iets diep binnenin bij me zei dat ik dat wel moest doen. Alleen... 'k durfde niet echt. Niet nadat Souta tussen mij en Kira had gesprongen. Beiden bleven sissen naar elkaar terwijl het een gevecht van hand tot hand werd, inclusief stampen en schoppen. Maar er bleek geen einde aan te komen. Bijna alsof ze even sterk waren, zeker aan elkaar gewaagd. Kira lachte met een grijns die pijn deed om aan te zien, terwijl de emotionele Souta zich focuste op de tegenstander en niet op de tentakel in de borst. Dat ding zat goed vast, zeker?

Verschillende gedachten raasden door m'n hoofd als ik de 2 zo verder zag doen. Grote bewegingen, grove mouvementen, niks kwam onverwacht uit de hoek. Ik kreeg er stilaan genoeg van en dan vooral omdat één van de 2 gewond was. Azon was gaan zitten op de grond en hield z'n ogen op hen gericht. Volgens mij was hij angstig om tussen beiden te komen en zelf te verongelukken. Maar ik kon hier gewoon niet blijven zitten, toch? Het voelde niet goed aan. De gedachte in welke pijnlijk slagveld deze battle kon veranderen deed me opstaan. Ik kon het hierbij niet laten. Iets diep vanbinnen knaagde en wou niet stoppen. Hier moest ik wat aan doen.

Met stoute schoenen naderde ik het stel, die me nog steeds niet hadden opgemerkt. Belangrijk was dat niet, nog niet voorlopig. Azon was opgestaan en volgde me op de voet. "Gasten?" Geen van beiden hoorde me, noch schonk me enige blik. "Uhhh, gasten?", probeerde ik iets luider, maar ook nu was een reactie ongemerkt. "Gasten!" De luide en onverwachte, maar toch korte, schreeuw liet het duo stoppen. Met hun ogen op me gericht ging ik tussen hen instaan. "Zo is het genoeg, denk je ook niet?" "Pfft, watje." Ik negeerde Kira's reactie en wendde me tot de jonge prins en z'n borstkas. "Dat ding moet eruit." Mijn vingers gleden over de tentakel en grepen de omtrek vast ervan. "Wat doe je?!" Vreemd, Kira was meer bezorgd dan Souta over dit. Zou het niet eerder andersom moeten zijn? Ah ja, het zij zo dan. Nog wat, hoe haalde ik dit ding eruit? Trekken? 't Was het proberen waard, niet waar? Alle 10 m'n vingers wikkelden zich rondom Kira's tentakel. Een diepe adem lucht gaf me de moed en voordat ik het wist gaf ik een serieuze ruk aan het vreemde ding.

De tentakel vloog uit de prins' borstkas en vloog direct omhoog om boven Kira's hoofd te cirkelen. Die lachte gemeen na het horen van Souta's schreeuw van pijn. De jonge Jaeger's benen begaven het, maar Azon wist hem op te vangen. "Ik krijg je nog wel, tegenpool", spuugde hij uit richting Kira. Maar Kira gaf geen kik en keek hem recht in te ogen. "Ik zou niet zo'n grote mond opzetten, gek. Ik weet immers wat je bent. En of je het nu verstopt of niet, vroeg of laat komt de waarheid toch aan het licht." Op het eerste zicht was het niet zichtbaar, maar Souta's pupillen groeiden groot. Verborg hij misschien inderdaad iets wat we niet wisten? Kira's tentakels schoten in de grond en vormden een bulldozer onder z'n voeten. "Pas maar op, je bent nog niet van me af", sprak hij met een gemene grijns vooraleer te verdwijnen in de grond.

AlandriaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu