14. Samenhorigheid

13 1 3
                                    

Liedje : Luvoratorrrrry

Geen muziek op Alandria, dat wou zeggen dat Souta en Eclips inderdaad zouden strijden tot de dood. En dat wou ik graag vermijden. Een zucht ontsnapte m'n lippen. Er moest toch een oplossing zijn? Misschien dacht ik het gewoon te ver. Maar toen die gedachte in me opkwam hoorden we een plof op de grond. "Wat is dat?" Azon wees naar een klein zwart bakje met een kijkend oog. "Die was ik vergeten", sprak ik vol vreugde terwijl ik m'n gsm opraapte van de grond. "Wat is dat ding?" De demon tikte met alle voorzichtigheid tegen het toestel alsof het zou ontploffen. "Dit is een gsm", sprak ik terwijl ik ermee voor z'n ogen zwaaide. "Hier heb ik muziek op staan." Vooral dat laatste gaf aan ons beiden een enorme glimlach van hoop.

Mijn vinger hielp me met het zoeken tussen de nummers. Ik vond nu niet direct een dansnummer. "Hoe klinkt dat?" Azon wees naar het nummer 'LUVORATORRRRRY'. "Een nummber van een anime genaamd 'Vocaloid'. Ik denk dat het Japans is. Het heeft een beat dat me altijd vrolijk doet voelen." "Mag ik eens horen?" Ik keek naar de demon die met verwonderende ogen naar m'n gsm zat te staren. "Huh, tuurlijk." Al glimlachend drukte ik op 'luvoratorrrrry' op m'n mobieltje en muziek vulde de lucht. 

Van zodra de muziek begon te spelen landde het stel op de grond en begonnen ze met hun armen in de lucht te zwaaien. Van boven naar benden en omgekeerd om als volgt een toertje rond elkaars as te draaien. Een kick ball change gevolgd met hen klappen in de lucht. Persoonlijk vond ik het best plezant om hen zo te zien. Het was eens wat anders dan vechten en afmaken. Hun heupen volgden hun handen terwijl ze zich in een cirkel gingen bewegen. Enkele Vsteps volgden erop. Hun armen gingen om elkaar in de lucht, eerst rechtsboven dan linksboven. Om van onder naar beneden te kunnen gaan. Hun voeten deden mee en ik vond het best amusement, spijtig dat ik niet kon meedoen. Azon bleek het ook tof te vinden aangezien hij ze begon toe te juichen. Beiden klapten we in onze handen terwijl we hen verder bekeken.

Eclips knipte met z'n vingers aan de rechterkant terwijl Souta dit deed aan de linkerkant. Op het moment dat het refrein begon sprongen ze naar achteren met een klap van de handen. Beiden bewogen hun lijf van de ene kant naar de andere. Automatisch kreeg ik het gevoel om mee te doen. Hun lenigheid, sierlijkheid en plezier. Mijn voet tipte al mee op de vloer op de maat van de muziek. "Niet zo'n mythe hé?", fluisterde ik Azon toe zonder m'n ogen van hen af te halen. De demon lachte enkel met de woorden : "Tja, blijkbaar."

De muziek bleef spelen tot het einde en de 2 stopten met mouvementen maakten. Beiden bleven ze nog een seconde in hun eindpose staan met het peace-teken in de lucht. Het deed zowel Azon als ik applaudisseren voor een hele zaal. De twee keken in onze richting en maakten een kleine buiging. Souta en Eclips kwamen als volgt op ons afgelopen. "Niet slecht, gasten", complimenteerde Azon. De jonge Jaeger giechelde zachtjes. "Natuurtalent", grapte Eclips. Ik keek hen aan. Zou het enig effect hebben gehad? 

"We moesten er maar eens vandoor." Souta trok de aandacht van ons allen. Waarom zou hij dat uit het niks zeggen? Bedoelde hij verder reizen? "Eclips en ik zullen de troon maar eens moeten gaan bestijgen." "Wacht wat?!" Souta keek op van m'n onverwachte reactie. "Het spijt me, Onatu. Nog maar een paar honderd meter en je bent bij de grens van het Licht. Daarnaast, ik kan mijn mensen niet langer laten wachten." "Ga je dan alleen de troon bestijgen?" Azons nieuwsgierigheid was terecht. "Neen, Eclips zal me helpen in het leiden van het Duistere. Laat ons zeggen, co-koningschap." De nieuwe knikte met een glimlach. "Maar jullie zijn toch tegenpolen", bracht ik op als standpunt. Niet dat ik iets tegen hen idee had, het was gewoon de onduidelijkheid die me tot vragen stellen deed. "Jawel, maar waarom strijden als je overeenkomt?" Het binden was dus een succes zo te horen. Ik knikte in begrip, maar ook met tegenzin. "Zoals u wens majesteit."

Na een deftig en toch informeel afscheid reisden de twee van ons verder. Azon bereide me alvast voor op wat ik zou zien in het Lichte Rijk. Hij vertelde me hoe alles scheen en vervuld was van zonlicht. "Het is een prachtig en zonnig rijk", zei hij. Ik wou hem best geloven hoor, maar het was niet direct het juiste moment. Ik bedoel, van hele bende bleven enkel wij 2 over. Het voelde een tikkeltje leeg aan. Iets onwennig, maar dat nam hij me niet kwalijk. "We zullen nog wel anderen ontmoeten", bracht de demon dan op. Het gaf me een klein glimlachje, omdat ik ergens wist dat ze niet zouden zijn zoals de andere vrienden en vijanden tot nu toe. Daarnaast had ik ergens een heimwee naar Aarde. Ik dacht dat dat ik liever thuis zou zijn dan op een planeet waar mensen komen en gaan. Dat was gewoon m'n ding niet zo. 

"Welkom bij het Lichte Rijk." Azon stond met z'n armen wijd aan het begin van het nieuwe rijk die we zo zouden betreden. Ik keek ernaar met grote ogen. Hij had inderdaad gelijk gehad toen hij begon te spreken over dit rijk. Alles was zo fel van licht en schitterend van hoop. Tot tegenstelling van het Duistere Rijk waar alles donker en vol afschuw was. "Dit is prachtig", zei ik met verwonderende ogen. De demon knikte om me als volgt verder te begeleiden. Het Rijk was groot, maar had dezelfde oppervlakte als het Duistere Rijk. We liepen verder en verder waardoor ik gedachten verzonk. Azon bleef doorgaan over alles wat we konden doen en hoe het leven hier in elkaar zat, maar niks daarvan had ik echt gehoord. Ik vroeg me af hoe het met de anderen ging. Zouden we Kira nog tegen het lijf lopen? Had hij het letterlijk gemeend wat hij toen had gezegd? Ik was blij voor Souta en Eclips, maar het ging allemaal zo vlug. "Onatu?" "Hm?" Ik wende me om tot Azon waardoor ik per ongeluk tegen het wezen voor me was gestoten. "Excuseer me." Mijn ogen namen de oudere jongen in me op. "Maak je niet druk." Zijn glimlach lachte me tegemoet. "Ik kom dit wel vaker tegen." "Oké, als u het zegt." Een nerveus glimlachje had zich op m'n gelaat gevormd. "Ik moest maar eens gaan." "Aw, da's spijtig." Azon knikte zachtjes. "Het spijt me hoogheid, maar we moesten echt eens gaan." Wacht wat? Hoogheid?

AlandriaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu