hoofdstuk 10

23 2 5
                                    

Na een tijdje lopen komen we bij Callum's kasteel. 'Oke nou alleen nog een ingang vinden.' Ik bekijk het hele veld waar ik normaal gesproken Callum's kasteel zou moeten zien. 'Hoe zouden we binnen kunnen komen.' Ik zie iedereen hun schouders ophalen. 'Weet je zeker dat het kasteel gewoon niet verdwenen is.' 'Ja 1001 procent zeker.' Ik loop nog verder in de richting van het kasteel. En opeens zie ik dat mijn voet een stukje verdwijnt. 'Jongens ik geloof dat ik weet hoe we binnen komen.' 'Hoe?!' 'Kijk.' Ik loop verder en kom terecht in het kasteel. Ik kijk achterom en ik zie dat ze achter me aan zijn gelopen. 'Denk je dat Callum thuis is?' 'Vast wel.' We lopen verder door het kasteel en opeen hoor ik stemmen. 'Melodie! Melodie!' 'Mam? Pap? Ik ren zo snel als ik kan op de stemmen af. Ik ren de kerkers in en ik zie mijn vader en moeder zitten. Ik ren naar ze toe en maak hun cel open. Ik wil ze omarmen, maar dan zie ik dat ze veranderen in demonen. Ze rennen naar me toe om me te vermoorden. Ik pak mijn mes ter verdediging ik steek ze beiden recht in hun hart. De enige manier om demonen te vermoorden. Met mijn mes nog steeds in mijn handen ren ik naar de andere toe om ze te waarschuwen maar ik zie al snel dat ze in gesloten zijn door demonen. 'Hé wat moeten jullie nou gemarineerde kreefden.' De demonen kijken allemaal in een keer mijn kant op, maar al snel gaan ze verder waarmee ze bezig waren. 'Melodie ga opzoek naar Callum.' 'Maar Tyler ik kan jullei hier toch niet zomaar achter laten?' 'We redden ons wel ga nou maar.' Ik volg Tylers bevel op en ik ga opzoek naar Callum. Na een tijdje zoeken heb ik Callum nog steeds niet gevonden en besluit ik terug te gaan naar de rest. Ik loop terug naar de hal waar ze net stonden. Ik zie dat Callum Tyler bij zijn nek vast heeft en dat de andere aan elkaar zijn vast gebonden. Ik loop zo stil als ik kan richting Callum en Tyler. 'We zullen dan maar eerst met jou beginnen hahah.' Hoor ik Callum nog zeggen voordat ik mijn mes opsteek en ik hem door zijn hoofd heen steek. Callum valt op de grond en ik trek zijn hoofd eraf. Ik maak een vuurtje met mijn handen. Aangezien ik mijn krachten nu onder controle heb. Ik zie hoe Callum langzaam verbrand. 'Alles oke Tyler?' Hij knikt en ik loop naar Alexis, Daimen en Theo. Ik pak mijn mes en maak ze los. 'Dankje.' 'Geen probleem hoor.' 'Laten we nou maar snel weg van hier gaan.' Ik loop naar de deur en duw er tegen aan maar ik krijg hem niet open. 'Wat is er Melodie?' 'Ik krijg de deur niet open.' 'Wat?!' Verbaast loopt Theo naar de deur en duwt er zelf aan. 'Deze deur zit echt muur vast.' 'Laten we het anders een keer met z'n allen proberen.' Stel ik voor. Met z'n allen duwen we tegen de deur, maar de deur verschuift nog niet een millimeter. 'We zitten vast.' 'Kom je daar nu pas achter.' Zeg ik chagrijnig. 'Er zit niks anders op dan hier te over nachten dan.' 'Dat ga ik dus echt niet doen.' 'Kom op Theo wees niet zo'n watje en trouwens we moeten wel er is geen andere uit weg. Er is maar een deur en de ramen kunnen niet open.' 'Laten we gewoon dicht bij elkaar blijven.' 'Ja dat is een goed idee. We blijven gewoon met z'n alle hier op deze plaats. Morgen bedenken we wel een plan om hier uit te komen.'

Ik word wakker door alle stemmen die ik hoor. 'Melodie?! Help!' April?! Ik ren de kant van haar stem op, maar dan hoor ik andere stemmen. 'Melodie!' 'Mam?! Pap?!' Ik weet niet meer welke kant ik op moet gaan dan hoor ik nog een stem. Het is die van Tyler. Ik kijk om me heen of ik ze zie. Dan zie ik dat Tyler gewoon ligt te slapen. Het is niet echt. Het is niet echt. Blijf ik tegen mezelf zeggen, maar de stemmen worden alleen maar luider en ze gaan steeds sneller praten. 'Melodie kom. Kom dan. Of haat je ons en wil je ons dood hebben.' Ik besluit om Tyler wakker te maken. 'Tyler? Tyler? Word wakker.' 'Wat is er aan de hand? Waarom huil je?' Door Tyler's opmerking kom ik er achter dat ik er tranen over mijn wangen heen rollen. 'Hoor jij al die stemmen niet?' 'Melodie welke stemmen?' 'Ik word gek van ze.' En ik begin harder te huilen. 'Het is oke Melodie ze doen niks. Het zijn alleen maar woorden.' Tyler neemt me een een omhelzing en ik val langzaam weer inslaap.

'Melodie wakker worden.' 'Wat?' 'Wakker worden.' Ik gaap een keer, rek mezelf uit en sta dan op. 'We moeten een manier bedenken om hier uit te komen. Ik wil hier namelijk zo snel mogelijk uit.' 'Ik kan het mischien aan het vuur vragen? Misschien weet het vuur de weg naat buiten?' 'Ja dat is een goed idee.' 'Zijn de anderen het er ook mee eens?' Ze knikken. 'Oke goed.' Ik ga op de grond zitten en maak een vuurtje op de grond. Ik raak het aan en ik kom meteen in een helemaal witte ruimte terecht. 'Wat doe jij hier.' Ik zie een vrouw op een troon zitten. Ze is heel lang en heeft lang golvende haren waarbij het lijk alsof ze net in vuur staan. 'Wie bent u?' 'Ik ben het vuur. Wat is je vraag?' 'Ik wou vragen of u wist hoe we uit het kasteel konden komen.' 'Tuurlijk weer ik dat!' 'De vloer.' 'Ik begrijp het niet.' 'Het is de vloer.' Ik wil nog iets zeggen maar ze verdwijnt al en ik kom weer bij realiteit. 'Melodie?!' 'Wat is er aan de hand?' 'Thank god je leeft nog!' En Alexis geeft me een knuffel.

Heeey mensjes😄,

Spannend hè?😀 zouden ze de weg naar buiten vinden. Laat vooral reacties achter😊.

Brechje

Dit hoofdstuk heeft 1029 woorden.

Life Is An AdventureWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu