hoofdstuk 11

17 2 1
                                    

'Hoe bedoel je?' 'Je hebt je in weken niet meer bewogen.' 'Ik ben maar een paar minuten weg geweest hoor.' Ik zie Alexis knikken. 'Nee het waren geen paar minuten het waren weken. We waren zo bezorgt om je. Het valt me nou pas op dat Alexis aan het huilen is. 'Het is oke ik ben ik ben er toch weer?. En ik geef haar een knuffel. 'Dus Melodie weet je nou hoe we naar buiten moeten.' 'Tuurlijk weet ik dat Tyler. De vloer? Hoezo de vloer?' 'De vloer is de uitgang.' 'En hoe gaan we die dan gebruiken om hier uit te komen?' 'Ik heb geen idee.' Ik verken de vloer en zie dat er allemaal tegels zitten met een patroon maar ze sluiten niet op elkaar aan. 'Wat nou als de vloer een puzzel is' 'hoezo dat?' 'Kijk op de tegels staan allemaal patronen. Alleen ze sluiten niet op elkaar aan. Als je deze deze tegel nou 180 graden zou draaien sluit hij aan bij de tegel naast hem.' 'Je heb gelijk!' 'Maar hoe krijgen we ze gedraaid?' 'Daar hem ik nog niet helemaal over na gedacht.' 'Ik denk dat ik weet hoe we ze moeten draaien.' Roept Alexis ineens vrolijk. 'Kijk op de onderste tegels aan de linker muur staan letters en voor ons cijfers. Dus tegel E, 15 moet 180 graden draaien.' Ik kijk naar de tegel die ik eerst had aan gewezen. Ik zie dat de tegel exact 180 graden draait. 'Cool!' En al snel beginnen we allemaal tegels te draaien totdat we klaar zijn en er een plaatje ontstaat. 'Wie is die vrouw?' Ik zie Theo naar de vloer kijken. 'Ik denk dat ik weet wie het is.' 'Wie dan?' 'Het vuur?' 'Hoezo het vuur?' 'Het vuur. Zoals ik het zeg. Ik had met haar gesproken toen ik zei dat ik het vuur om hulp ging vragen. Ze stelde zichzelf voor als het vuur.' 'Dat is een leuk verhaal maar ik zie nog steeds geen uitgang.' 'Laat mij iets proberen.' Ik steek mijn hand uit en er komt een vuurtje op mijn hand te liggen. Ik gooi het weg recht op haar afbeelding. Ineens ontstaat er een heel fellicht. Ik doe mijn handen een stukje voor mijn ogen zodat ik niet meer zoveel last heb van het licht maar nog steeds kan zien wat er gebeurd. Het licht word minder fel en ik zie een trap ontstaan. Een trap die ver naar beneden loopt. 'Laten we gaan.' We lopen naar de trap en lopen langzaam naar beneden. Ik pak een fakkel die aan de muur hangt zodat we beter kunnen zien in het donker. We lopen verder en ineens hoor ik wat gekraak. Ik kijk achterom en ziet dat het gat waar we doorheen waren gekomen gesloten is. We lopen verder. Na een tijdje lopen komen we bij een splitsing. 'Waar moeten we nou dan heen?' Ik zie een vuur branden in de linker splitsing. 'Volg het vuur.' Na een tijdje lopen komen we bij de uitgang dankzij het volgen van het vuur. We openen de deur en komen in een stuk bos terecht. 'Ik kan niet geloven dat Callum nou eindelijk dood is.' We lopen door het bos terug naar de school.

Als we op school aan komen komt mevrouw Duville op ons afgelopen als een wild zwijn. 'WAAR WAREN JULLIE DE AFGELOPEN 15 DAGEN 13 UUR EN 12 SECONDEN GEWEEST? 13, 14, 15... seconden?' 'Uhm... Begin ik, maar voordat ik verder kan praten valt Daimen me in. 'We waren met z'n allen een stukje gaan wandelen in het bos en toen waren we verdwaald.' De laatste paar woorden zegt Daimen nogal vragend alsof hij zelf niet weet of het een goede leugen is. Maar wonder boven wonder gelooft mevrouw Duville ons. En komen we weg met alleen maar wat straf werk, daarmee bedoel ik dus schoonmaken.
'JULLIE KUNNEN METEEN BEGINNEN!' 'Oke.' En snel lopen we weg om de spullen te pakken. Als we langer hadden blijven staan had ze ons waarschijnlijk aangevallen.

Als we alle spullen hebben gepakt lopen we naar de meiden eetzaal en beginnen we die schoon te maken. 'Welke dag is het eigenlijk vandaag?' 'Het is vandaag zaterdag, mevroue Duville zal ons dus waarschijnlijk nog het hele weekend door laten werken.' Ik zucht dit gaat een lang weekend worden.

Het is een wonder dat we het weekend hebben over leeft maar het is ons gelukt mevrouw Duville had ons telkens tot laat in de avond door laten werken zonder pauzes. Ik haat dat vrouwtje. 'Melodie kom je?' Ik zie Melodie bij de deur van onze kamer staan. Vandaag gaan we toestemming vragen aan de alpha of Alexis, Theo en Daimen hier ook mogen blijven. 'Ik kom er aan.' Ik pak nog wat spulletjes bij elkaar en loop naar Alexis. We lopen de school uit en we zien Theo en Daimen al buiten op ons wachten. 'Klaar om te gaan?' Ze knikken alle twee. We lopen naar het packhouse en vragen of de alpha tijd heeft. Zijn bèta geeft het teken dat we naar de alpha mogen gaan en hij doet de deur van het kantoor van de alpha open. We lopen naar binnen en buigen onze hoofden als teken van eerbied. De alpha kijkt op van zijn werk en zegt: 'Hallo Melodie wat doe jij hier?' 'Ik had een vraag voor u. Nou eigenlijk wij. We wouden vragen of we met z'n alle hier mogen blijven.' 'Je weet dat jullie allemaal hybride zijn en ik heb al veel problemen gehad met jou in mijn pack. Ik wil dat ze weg gaan. Als je wilt kun jij nog blijven, maar de rest gaat weg.' 'Maar alpha wij hebben hier ons thuis en we doen toch niks slechts?' 'Ik wil geen problemen hebben met de pack, dus ze moeten opdonderen!' 'Als je dat zo graag wilt dan ga ik ook.' Ik zie de alpha nog een beetje verbaast kijken alsof hij had verwacht dat ik zou blijven. Natuurlijk blijf ik niet het zijn mijn vrienden!

Heeey mensjes😄,

Wat vinden jullie er van? Laat het vooral weten in de reacties.😊😊

Brechje

Dit hoofdstuk heeft 1027 woorden.

Life Is An AdventureWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu