-1-

247 32 4
                                    

Een jaar later
"Fuck." Zucht Michael als hij ziet dat zijn bootje onder water loopt.
In de verte ziet hij Londen liggen.

Toen zijn vader overleed, hebben zijn maten hem verraden, hij zou de boot krijgen maar ze hebben hem van boord gegooid.

Tien minuten later stapt Michael op de kant van Londen, en zijn bootje zinkt meteen.

"Vaarwel, oude vriend." Zucht Michael.
Hij draait zich om, maar botst meteen tegen iemand aan.

"Wat denkt u dat u aan het doen bent?"

"Ik ben m'n fiets aan het parkeren." Antwoordt Michael sarcastisch.

"Uw boot aanmeren kost vijf pond."

"Mijn boot is net gezonken, hij ligt aangemeerd op de bodem!"

"Ik betaal wel." Horen ze opeens iemand zeggen.

"Meneer Hemmings, natuurlijk, dat is prima." Zegt de man terwijl hij een buiging maakt.
Luke knipoogt naar Michael, die grijnzend naar hem kijkt.

"Speciaal voor u is de prijs drie pond." Zegt de kerel.
Luke geeft hem de drie pond en trekt Michael daarna mee.

"Wat doe je hier? Je weet dat ze niet zo blij zijn met piraten." Fluistert Luke.

"Ik heb problemen, ik moet een nieuw schip."

"Hoe zit het met die zwarte?"

"Pardon?"

"Hoe zit het met The Black Pearl?" Zucht Luke.

"Leuk verhaal voor bij de thee." Antwoordt Michael.

"Michael, je moet weg. Als ze ontdekken dat je een piraat bent, vermoorden ze je!"

"Maar ik moet een schip hebben!"

"Je krijgt geen schip." Zegt Luke zachtjes.

"Fijne vriend ben jij."

"We zijn geen vrienden, jij bent een piraat."

"Fuck you." Gromt Michael, waarna hij wegrent.

"Michael!" Roept Luke hem achterna.
Hij zucht diep, nou loopt er een piraat rond.
------------
Kwaad loopt Michael door de stad.
Waarom wil Luke hem niet helpen?!
Hij had die blonde ook neer kunnen schieten toen hij de kans had.

"Hmpf, klootzakken hier." Mompelt Michael.
Als Michael opkijkt, ziet hij bewakers staan.
Snel duikt hij een winkel binnen.

"Waar ben ik in godsnaam." Gromt Michael als hij in de winkel staat.
Dan voelt hij een zwaard tegen zijn nek.

"Zo hallo." Zegt Michael verbaasd.

"Piraat." Hoort hij.
Voorzichtig kijkt hij opzij en ziet hij een getinte jongen met zwarte krullen staan.
Langzaam duwt hij het zwaard van zijn nek.

"Kerel, ik ga al weg, ik heb gewoon een schip nodig."

"Ik maak geen schepen, piraat."

"Noem me niet steeds piraat, ik doe je niks gast." Zucht Michael.

"Wie ben je?" Vraagt de jongen.

"Michael Clifford, aka Kapitein Clifford."

"Nou, kapitein," zegt de jongen spottend, "waar is je schip?"

"Dat is het leuke van het verhaal, mijn schip is van me afgepakt en ik moet hem terug vinden."

"Tuurlijk."

"Ja inderdaad, maar wie ben jij?"

"Calum Hood." Antwoordt Calum.

"Aangenaam, Calum Hood." Zegt Michael.

"Piraat."

"Luister, ik moet een schip hebben, en ik heb jouw hulp nodig." Zegt Michael.

"Ik help geen piraten."

"Je zou een perfecte piraat zijn, dat zie je ook aan hoe je je zwaard vasthoudt."

"Ik ben geen piraat."

"Wil je er niet eentje worden?"
Achterdochtig kijkt Calum hem aan.

"Stel je voor, voor altijd vrij zijn, de woeste zeeën bevaren met je maten en geen verantwoordelijkheden hebben, hoe klinkt dat?"

"Maar dan laat ik iedereen hier achter..." Zegt Calum terwijl hij zijn zwaard laat zakken.

"Wie dan?"

"De enige wie ik niet wil achterlaten is Ashton..."

"Wie de fuck is Ashton?"

"Ashton Irwin, mijn beste vriend."

"Zou je denken dat hij een piraat zou willen worden?"
------------
"We moeten dat schip kapen." Zegt Michael terwijl hij naar het schip wijst dat aan de kade ligt.

"Hoe dan?" Vraagt Ashton.

"Jullie leiden de bewakers af terwijl ik dat schip kaap."

"Is goed."

Vijf minuten later sluipt Michael het schip op.
Volgens de verhalen is dit het snelste schip ooit gemaakt, dus dat is wel handig.
Net als hij het schip op sluipt, trekt iemand aan zijn shirt.

"Luke?" Fluistert Michael als hij de jongen ziet.

"Wat doe je?!"
Michael zucht, maar trekt daarna Luke mee aanboort.

"Hou je mond, ja?!" Sist Michael terwijl hij Luke op de grond duwt.
Hij maakt hij de trossen los en fluit daarna keihard.
Meteen springen Calum en Ashton aan boord.
Michael vaart meteen weg.

"Terugkomen! Dieven!" Gillen de bewakers kwaad.

"Fuck jullie!" Gilt Michael terwijl hij de haven verlaat.

"Het is gelukt!" Zegt Calum blij.

"Laat me gaan! Ik moet terug!" Roept Luke terwijl hij opstaat.

"Oh god, heb je de zoon van de gouverneur?!" Zegt Ashton geschokt.

"Anders had hij ons verraden." Antwoordt Michael.

"Ik vind dit zeer ongepast." Zegt Luke terwijl hij zijn armen over elkaar vouwt.

"Ik ook." Antwoordt Michael op dezelfde toon als Luke.

"Als ik had geweten dat je zo'n zak was, had ik deze nooit bewaard." Zegt Luke terwijl hij het medaillon van Michael van zijn nek haalt en op de grond smijt.
Geschokt kijkt Michael naar het medaillon.
Met tranen in zijn ogen stormt Luke naar een hut.

"Wat is dat?" Vraagt Ashton terwijl hij naar het medaillon wijst.

"Neem even het roer oven, vaar naar het noorden oké?" Mompelt Michael terwijl hij het medaillon opraapt.
Calum gaat achter het roer staan.
Snel loopt Michael naar de hut waar Luke is ingedoken.

"Luke?" Vraagt hij terwijl hij op de deur klopt.

"Ga weg." Klinkt het zachtjes.
Michael opent de deur en loopt naar binnen.
Hij sluit de deur en kijkt naar Luke, die op een stoel zit met zijn hoofd in zijn handen.

"Kunnen we praten?" Vraagt Michael.
Luke knikt.

The Pearl {Muke}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu