Hoofdstuk 5

2K 81 5
                                    

Sorry dat het weer zo lang heeft geduurd, maar hier is dan weer een stuk! Ik hoop dat het wat is, xx

“Luister, Lydia,” zeg ik. Ze ontwijkt mijn blik, en ik leg voorzichtig mijn handen op haar wangen en stuur haar hoofd de goede kant op. “Luister, dit is belangrijk. Ik weet het. Ik weet dat wat ik gedaan heb, onvergeeflijk is.” Ze wil me nog steeds niet in mijn ogen kijken, haar ogen kijken naar beneden. “Lydia, ik meen het serieus, het spijt me. Ik had dit nooit mogen doen. Ik vraag je ook  niet om me te vergeven, ik vraag je om me op dit moment even te vertrouwen. Hier ben je veilig. Deze vriend wist niet dat ik in het circuit zat. Ik ga ervoor vechten om ons hieruit te krijgen, als je wil, mag je me daarna aangeven. Dat is jouw keus. Maar eerst moet ik ervoor zorgen dat ze ons niet te pakken krijgen. Ik heb een baas, voor wie ik werkte.” “Werkte?” vraagt Lydia verbaasd, nog steeds snikkend. Ik knik. Verdomme, Tyler, doe de deur open! Ik bel nog een keer aan. “Ja, ik ben er ongeveer twee uur geleden mee gestopt, maar dat weet hij nog niet. Je kunt in dit circuit niet zomaar ontslag nemen. Ik krijg klappen als ik niet doe wat hij wil. Net als…” ik denk terug aan kleine Rowan. Die in een hoekje zat omdat zijn vader weer eens dronken was. En hem probeerde te slaan. Ik weet nog goed die ene dag… Mijn vader kwam thuis van zijn werk, en had een slechte dag gehad. “VERDOMME! HEBBEN ZE ME WEER GEDEGRADEERD! WAT IS DAT VOOR KLOTEINSTELLING?!” En hij greep naar de fles. Na een hele fles whiskey liep hij hikkend door het huis. Mijn moeder ontweek hem waar ze kon, tot hij haar aanvloog. Hij sloot zijn handen rond haar keel en probeerde haar te wurgen. “JIJ KUTWIJF! JE ONTLOOPT ME ALLEEN MAAR, BENT ER NIET VOOR ME WANNEER IK JE NODIG HEB! DEZE WERELD KAN OOK WEL ZONDER JOU!” Ik begreep wat mijn vader aan het doen was, en rende op hen af. Mijn vader rukte ik los van mijn moeder, en mijn moeder stond huilend met haar handen op haar hals. “MAM, REN!” schreeuwde ik. Ik rende naar boven, met mijn vader achter me aan. Mijn kamer kon op slot, dus ik sloot mezelf op. Ik pakte een weekendtas, gooide er al mijn geld in, wat kleren en wat dierbare spulletjes. Ik hoorde hoe mijn vader de deur probeerde in te trappen. Elke keer begaf het slot het een klein beetje meer, en net op het moment dat ik de tas had dichtgeritst stond hij in mijn kamer. Mijn raam stond open, en ik gooide de tas naar buiten. “JIJ VERWEND JONG! WAT DENK JE WEL NIET! HOU JE ERBUITEN, DIT ZIJN GROTEMENSENZAKEN!” Nee, debiele acties. En voordat hij me kon pakken sprong ik uit het raam. Ik hoorde mijn enkel knakken, en een hevige pijn schoot door mijn hele been. Als hij nu naar buiten kwam, was ik de lul. Maar hij liep terug naar beneden, en ik hoorde een knal. En nog één. En nog één. Met een gewoon duivelse lach erachteraan. Ik wist het zeker. Mijn vader had mijn moeder vermoord. Ik had mezelf weggesleept, naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Zonder vragen te stellen hadden ze mijn enkel verbonden. Ik zat onder de blauwe plekken en wonden van de dag ervoor. Ik bleef een week in het ziekenhuis, het viel allemaal mee. Hij was alleen lelijk verstuikt. Mijn weekendtas stond trouw naast mijn bed. Maar ik had geld nodig. Ik was veertien jaar, had geen diploma. Vrienden of een vriendin had ik ook niet. De rest van mijn familie was dood. En zo zou ik in het circuit belanden. “Net als wat?” vraagt Lydia. “Net als toen ik klein was. Mijn vader sloeg me.” “En je moeder?” vraagt Lydia. “Die is dood,” antwoord ik, terwijl ik tegen de tranen vecht. Maar ik hou ze niet tegen. Nu is het Lydia die mijn probeert te troosten. Dan komt er een wagen het terrein op rijden. Het is Tyler. “Rowan! Wat doe jij hier?” vraagt hij. “Zorg voor haar zolang ik weg ben. Ik probeer zo snel mogelijk terug te zijn,” zeg ik, en met die woorden verdwijn ik in de nacht.

Don't Wanna Be A Loverboy (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu