will ik haat verfborstels vanaf nu.

471 19 3
                                    







Will zat al een paar dagen tussen de rapporten die Crowley me stuurde. De meeste gingen over een kleine overvallen. Er is niets bijzonders gestolen, niets wat veel waard was. Maar ze hadden allemaal wel iets gemeen met elkaar. Ten eerste waren de overvallen van Macindaw naar Noordan vervolgens naar karwij. De volgende was Redmont. In één Raport werd de man beschreven. Marius Dejonge noemt hij. Dejonge, dat is de naam van de herbergier hier in Wensley. Misschien was het geen slecht idee om het eens aan hem te vragen. Misschien is het familie. Will stond op uit al de rapporten. Hij deed er snel wat aan de kant, deze die hij niet meer nodig had. Hij nam zijn mantel van de haak, zijn pijlen en boog. Sorry Ebben, in de herberg mogen geen honden binnen. De hond keek maar eens op en ging daarna maar weer verder slapen. Als hij buiten kwam sloeg hij zijn mantel om zich heen en ging naar de stal. Trek stond al trouw te wachten tot hij naar buiten mocht. 'Hey Trek, lekker geslapen?'Tuurlijk! Ik slaap altijd goed en zeg, heb je een appel mee? ' 'Sorry, ik heb nu geen appel, als we terug keren krijg je er één dat beloof ik.' 'Ja, dat heb je al veel gezegd en hoeveel keer heb ik al mijn beloofde appel gekregen? ' 'Zeg, je krijgt genoeg appels! Straks word je nog dik.' 'Ik? Dik? Nooit!' Hij wilde al iets terug zeggen maar besefte dat zijn paard altijd het laatste woord kreeg. Hij zadelde Trek op en ging naar buiten. Het zal nog een mooie dag worden, dacht hij. Het was niet ver van het bos naar het stadje maar hij liet Trek toch eens zijn benen streken. Hij was al snel bij de herberg. Het was er niet druk, gelukkig. Hij zette Trek terug in de stal en ging naar binnen. Toen Will vlak bij de deur was hoofde ik iets suizen boven mijn hoofd. En daar maakte hij een grote fout. Hij voelde al direct iets koud op zijn wang glijden. En daarna het geluid van hout tegen de grond. Witte verf. 'Sorry!' Klonk het. Opnieuw keek hij omhoog. Hij zag een jongen met zwart haar en zeegroene ogen, Ongeveer zeventien. Will nam de borstel van de grond en gaf hem terug. 'Voorzichtig als je schildert!' 'Sorry ik had je niet gezien.' Dat had hij vaker gehoord. De jongen was ondertussen al naar beneden gekomen. Hij moest zijn best doen om zijn lach in te houden. Grijze jager hielden er niet van om uitgelagen te worden. Hij ging die jonge man nog terug pakken. 'Hoe noem je?' vroeg ik. 'Percy' zei de jongen. 'Ik ben Will.' stelde ik me voor. 'Heb je toevallig een doek dat ik de verf kan afvegen?' nu moest hij weer beginnen lachen. Hij zocht tussen zijn spullen en haalde een wit doekje uit die Will gaf. 'Dankje.' ' je komt niet van hier he?' vroeg ik.' Nee, ik en mijn vriendin rijzen hier voor... Werk.' antwoordde Percy. Iets zei me dat hij iets achter hield. 'Wel, ik hoop voor je dat je niet te veel meer moet schilderen. ' en direct moest hij weer beginnen lachen. Will liep de herberg binnen. Het was rustig. Er zat alleen een blond meisje aan de toog. Ze had een boek vast maar was niet bezig met het boek. Ik liep naar de toog waar de herbergier de afwas aan het doen was. Will ging op een kruk zitten. Naast het blonde meisje. Ze hoort vast bij die jongen van buiten. Dacht hij. De herbergier draaide zich om en schrok even toen hij Will zag zitten.'Goede morgen jager Will, wat kan ik voor je betekenen.' Het meisje draaide zich om toen ze 'jager' hoorde. 'ik zou graag een koffie drinken en euh...' ik deed teken dat hij dichter moest komen. 'Ik zou graag wat meer weten over Marius Dejonge' fluisterde ik. De ogen van de herbergier werden groot toen hij de naam hoorde.

'Marius?' Will knikte. 'Wel, Marius is mijn neef. Ik heb hem al een tijdje niet meer gezien. Hoezo?' 'En weet je waar ik hem kan vinden?' 'Hij komt vanavond eten hier.' Will knikte weer eens. Het ontging hem niet dat hij meisje zat mee te luisteren. 'Goed, Dank je.' zei Will. De herbergier begon koffie klaar te maken. Het meisje haalde snel een blad papier uit en begon iets te noteren. Stiekem keek hij eens in welk boek ze zat te lezen. Het boek zag er niet uit zoals de meeste boeken. Een kaft in één kleur met de titel op de zijkant en de woorden handgeschreven. Het ging over Redmont. Hij zag een beeld van Redmont als ruïne. Het meisje sloot haar boek en stak het weg. De herbergier kwam al aan met de koffie. Er gaat niets boven een goede koffie zei hij. En dronk zijn hele beker leeg. Will liet een paar muntstukken op de toog achter en ging terug naar buiten. Vanavond zal ik maar eens terug keren en iet alleen voor die Marius.

de grijze jager en percy jackson Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu