Will, geen naam voor dit stuk

301 10 0
                                    

Terwijl we op weg waren vertelde Annabeth over haar droom hoe ze Marius en Ares heeft horen praten (ook al weet ik nog steeds niet wie die Ares precies is.)We gingen met de paarden 20 minuten in draf en 10 minuten Langs je paard wandelen. Het klassieke jagers tempo. Onder tussen was Percy al bij zinnen gekomen. Gelukkig, hij had wel een grote klap op zijn hoofd gekregen en dat kon niet gezond zijn. Dankzij de hulp van de mensen in het dorp konden we nog goed de weg vinden door het bos.'Misschien fantaseerde je het. Het zou raar zijn als je echt daar was.' Merkte Halt op.'nee Halt, ik weet het zeker, Marius is daar, hij heeft het klokje gevonden, het is nog maar een kwestie van tijd tegen dat hij het klokje er uit krijgt.' Will's oude leraar trok een wenkbrauw op.'geloof me gewoon maar. Dan zal je wel zien.'
'Daar zit het hem juist! Maar goed, ik geloof je......min of meer.' Zei Halt.
'Hoe krijgt hij eigenlijk dat klokje eruit?' Vroeg Will om maar van onderwerp te veranderen.'dat zullen we daar wel zien, het belangrijkste is dat we nu bij die boom komen.' Antwoordde Percy.'maar eh... Hoe wisten jullie dat we in nood waren? Jullie zaten toch in het dorp?'
'Weten jullie wel hoe veel lawaai jullie maken? Jullie zijn nog erger dan een dronkeman in de nacht.' Zei Will. Iedereen moest zijn lach inhouden.'waneer gingen we nu dat konijn met pruim eten?' Vroeg Annabeth,'want ik weet niet hoe lang dat bewaard blijft zonder frigo.'
'Frigo? Wat is een frigo?' Vroeg Will, zijn nieuwsgierigheid kwam weer naar boven.
'Weet je wat? Leg dat maar later eens uit, want we zijn er.' Kwam Halt tussenbeide.
Ze stegen van hun pony's af en slopen voorzichtig dichter. De boom van jeugd zag er net zo groot uit als Annabeth had beschreven het meer was tamelijk groot misschien was de diameters 15 of 20meter. Met in het midden de treurwilg boom. Rond het meer liepen twee mannen, de ene was degene van in de herberg. Ares dus, de tweede was groot en kaal. Net zoals Annabeth beschreef. Will begon die halfgoden maar enger en enger te vinden.'kan je dat ding niet gewoon raken met je speer Ofzo?' Zei Marius.'het betekend niet omdat ik soms een speer bij heb dat ik daar ook zo scherp mee kan gooien. Vraag het eens aan Athena, zij zij dat wel kunnen.' Marius keek Ares wat dreigend aan. Wat ironisch.'ik wil dat klokje, door er naar te staren komt het niet. Je bent een god! Kan je niet een boot tevoorschijn toveren?' Er zijn dingen die zelf goden niet kunnen, dit meer heeft Zeus met een reden betoverd.'aarrgg!' Kreunde Marius. Het leek op een klein jongetje in de snoep winkel die iets niet mocht hebben van zijn moeder en maar bleef zagen.'geef die verrotte speer van je eens hier, dan zal ik El proberen die klok te raken en hel er uit te krijgen.' Hij stak zijn hand uit naar de oorlogsgod die zijn speer verder bij hem weg hield.'Als je een speer wild koop er dan zelf een, de mijne krijg je niet!' Weer leek Marius te koken van woede. Op dat moment hoorden ze een tak kraken vanuit het bos en schoten hun hoofden de kant van het bos uit. Percy die stil zat beet even op zijn lip maar bleef muis stil zitten.'kom er maar uit halfgoden! Je kunt je niet verstoppen voor me!' Schreeuwde Ares.' Wel, het is ons toch een klein kwartier gelukt.' Mompelde Percy.'dat hoorde ik.' Riep hij nog.'tuurlijk want je hebt oren!'
'En dat ook Jackson!' Percy gaf het maar op. Terwijl Percy en Annabeth zich zichtbaar maakten bleven Halt en Will muis stil zitten in hun mantels.'wat komen jullie hier doen?' Vroeg Marius streng. Maar niemand antwoordde.'doet er niet toe, Ares hou jij die twee vast, dan zal ik wel een boot zoeken. Want andere zijn niet te lui om voor een boot te kijken.' Hij liep weg naar de andere kant waar Will en Halt zaten. Ares bromde iets tussen zijn tanden in het oud Grieks. Ok, misschien waren Annabeth en Percy nu betrapt Will hoopte dat ze zich nog aan het plan zouden houden. En dat deden ze.'Ares? Ik heb een vraagje.' De god keek Percy streng aan.'wat?'
'Waarom ben je de slaaf van die sterveling?' Het was Annabeth die het vroeg.'ik ben niet zijn slaaf! Ik ben een god, die is van niemand een slaaf.' Antwoordde de oorlogsgod. Annabeth en Percy keken elkaar met een ongelovige blik aan.'daar lijkt het anders niet op.' Zei Percy.'hoe bedoel je?'
'Wel, je helpt hem altijd en doet wat hij wil.' Ares keek bedenkelijk en probeerde de bedenken aan zulke momenten die hij genoeg had meegemaakt.'o mijn oorlog, je hebt gelijk. Waar is die kaal kop? Dan zal ik hem een kopje kleiner maken! Niemand beveelt de oorlog!' Hij nam zijn grote mes van zijn rug en keek dreigend rond.'volgens mij was hij die kant op' zei Annabeth en ze wees naar de tegengestelde richting. Vol vuur liep de oorlogsgod die kant uit.'Daar blijven he!' Riep hij nog achter.'Tuurlijk.' Toen hij weg was deden ze teken dat de jagers uit hun schuilplaats konden komen.'Zo, nu kunnen we rustig werken, Halt en ik zullen op post staan en Marius verassen, en waarschuwen als Ares daar is. Jullie kijken voor dat klokje.' Percy en Annabeth knikten en liepen terug naar de oever. Percy vouwde zijn hand uit boven het meer. Het leek alsof water deed wat Percy wilde. Het maakte een pad recht naar de boom toe.'Kom Will, we zijn',haalde Halt me uit mijn gedachten. En samen liepen E het bos in. Aangezien ze de paarden wat verderop hebben laten staan moesten ze het te voet doen. Het duurde niet lang voordat ze Marius vonden.voorzichtig beslopen ze hem. Hij was iets aan het zoeken tussen de struiken. Toen de jagers nog maar een paar meter bij hem rechte hij zijn rug en zei:' je kunt me niet besluipen. Ik was ook ooit een jagersleerling voor een jaar.' Hij draaide zich om en keek Halt en Will recht aan.'kijk eens aan, de beroemde Halt en Will verdrag, wat brengt jullie hier mijn beste jagers.' Zo veel charme voor zo een gemene vent. Dacht Halt.'Volgens mij weet je waarom we hier zijn.' Zij hij. 'Hmm nee, ik weet het niet.' Je bent op heter daad betrapt Marius, je weet maar al te goed wat je hebt gedaan, je zal je straf niet ontkomen.' Sprak Will hem streng toe. Marius lachte even.'als je me echt zo graag voor het gerecht van Redmont wild slepen zal je me eerst moeten te pakken krijgen vrees ik.' Hij nam zijn twee bijlen van zijn riem en ging voor de jagers staan. Ook de jagers grepen naar hun Saksisch mes. Aangezien grijze jagers geen zwart vechters zijn konden ze toch goed overweg met hun messen. Marius haalde uit met met een bijl maar Will kon hem pareren. Halt maakte van dat moment gebruik en haalde uit naar de bandiet. Maar die blokkeerde de aanval met zijn andere bijl. Met de bijl die hij eerst had gebruikt voor Will trok hij terug en gaf Halt er een stoot mee langs de zijkant. De oude jager kon nog weg springen maar had wel een lelijk en diep litteken aan zijn zij. Halt wankelde nog wat achteruit en greep naar zijn wond. Marius wilde dichter komen maar werd geblokkeerd door Will. Hij lachte even.' Kom je je leraar beschermen?' Will keek hem kwaad aan.'Nee, ik kom mijn beste vriend en vader beschermen.' Hij haalde uit met zijn langste mes maar werd gepareerd. Marius duwde met mes va, de jager weg en sloeg op zijn andere hand. De jager liet zijn kleine mes vallen dat vervolgens werd weg geschopt door de bandiet. Weer haalde Will als laatste keer uit met zijn mes maar werd ook uit zijn handen getrokken. Nu had de jager geen wapens meer om hem en zijn oude leraar te beschermen.' Het zal nog even duren voordat iemand mij voor het gerecht krijgt. Hij tilde zijn hand op om de genade slag te geven.'nog even wachten daarmee,' sprak een stem lang achter. Als door een wesp gestoken draaide Marius hem om en keek recht in de ogen van de zoon van Poseidon met een hele water golf achter hem en een blond meisje naast hem. Hij herkende de jongen van daarjuist. 'Wat?' Kon hij nog net uitbrengen voordat hij werd overspoeld met water. Het gebeurde allemaal zo snel dat Will het niet kon uitleggen. Het ene moment stond Marius met angst in zij ogen naar de water muur te staren en het andere moment lag hij klets nat op de grond te kreunen. Annabeth rende naar Halt toe die gewond op de grond lag.'Heb je het klokje?' Vroeg hij. Annabeth knikte en haalde een kleine met diamanten versiert klokje uit.'mooi zo, en nu hup naar je moeder er mee blondi, kijk maar niet achter mij, met mij is alles goed.' Weer knikte Annabeth en rende samen met Percy het bos in.'kom, tijd om te gaan.' Zei hij tegen Halt.

de grijze jager en percy jackson Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu