15. Vertrek

31 3 2
                                    

Het was nacht. Het was koud en donker, maar de eerste zonnestaart heeft zich al tevoorschijn getoverd. Shimna keek het raam uit van de slaapkamer van Centaurus. Zelf sliep hij hier niet. Hij had de kamer aan Shimna gegeven om haar te laten afkoelen en haar op andere gedachten te bregen, maar ze was vastberaden: Ze moest nu weg. Ze kon niet langer wachten. Elke seconde telt. Ze liet haar ellebogen in de vensterbank rusten met haar hoofd op haar palmen. Haar warme adem maakte het raam vochtig, waardoor ze na een tijdje niets meer door het raam kon zien, behalve mist. Ze rekte zich uit en zocht naar een rugtas om spullen in te doen die nu wel van pas konden komen. Zodra ze er een kon vinden, kieperde ze alles eruit wat erin zat en nam ze de nu lege tas mee naar beneden. Ze sloot de deur rustig achter haar dicht, zodat niemand haar kon horen, maar voor ze het wist stond Centaurus al voor haar. 'Waar ga je naartoe?' vroeg hij. Shimna begon te sissen. 'Niet zo hard. Zo meteen horen ze ons nog.' 

'Dat is precies wat ik wil. Jij gaat nergens naartoe zonder ons.' 

'Ik moet wel. Ze zeggen ook wel dat tijd vliegt. Als ik me er niet snel genoeg aan vastklem, vliegt tijd zonder mij en dat is niet de bedoeling.'  Ze zette het weer op een lopen, maar ze werd tegengehouden. 'Shimna, doe geen domme dingen en blijf hier. Je weet dat...' Even was het stil aan Centaurus' kant. 'Ik weet wat? Centaurus, stop alsjeblieft met mij proberen te overtuigen. Ik vind het goed: Jij blijft hier thuis met Hirua en Popu en ik zoek zelf wel naar mijn stam.' Ze duwde Centaurus'  hand weg en liep de trap af. Ze hoorde Centaurus' voetstappen haar achtervolgen. Ze liep richting de keuken, zoekend naar eten dat ze mee kon nemen. Centaurus, nog steeds met een bezorgde blik op zijn gezicht, stond toe te kijken. 'Shimna, wat wil je nu? Je weet dat je het nooit zult overleven als je in je eentje op een zoektocht gaat.'

'Beter dat ik het dan geprobeerd heb, dan dat ik hier blijf terwijl de tijd tikt.' 

Centaurus zuchtte. Hij kon haar niet zomaar laten gaan, maar hij kon niet meegaan, dat had hij eenmaal vastbesloten. Hij moest haar wel laten gaan. Ze zou toch niet naar hem luisteren. En door het gesprek van de nacht ervoor, werd het nog een stuk moeilijker om haar op andere gedachten te brengen. Opnieuw zuchtte hij en reikte hij uit naar een appel op de eettafel. 'Dit heb je zeker wel nodig op je reis.' zei hij. Shimna keek hem verbaasd aan. 'Wat probeer je?' vroeg ze. 'Gister was je nog zo boos op mij en nu probeer je me bevriend te houden?'

'Ik heb besloten dat ik je gewoon je gang laat gaan. Ik wens je veel succes op je reis.' Hij glimlachte snel, maar er kwam geen glimlach terug. 'Dankje Centaurus.' zei ze kil. Ze stopte nog de laatste paar etenswaren, die ze kon vinden, in de tas en deed hem met moeite dicht. Ze gooide de tas over haar rug en keek nog even over haar schouder, voordat ze de deur opendeed naar de koude weide wereld, waar niemand te vertrouwen is. 'Vertel Hirua en Popu maar dat ze hun best gedaan hebben, maar dat ik ze geen last meer wil geven. Ze kunnen hier bij jou de wereld verder verkennen.' Ze opende de deur en de koude wind groette haar. 'Bedankt voor alles Centaurus.' Zei ze nog net voordat ze de deur sloot en het op een lopen zette. 




En duizend jaar later ben ik eindelijk verder gaan schrijven. Hoe krijg ik het toch voor elkaar? Geniet van dit hoofdstuk. Het is misschien klein en kort, maar zeker wel interessant...

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 04, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Draken rijdersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu