6. Wat gebeurt er?

178 16 1
                                    

Het werd al bijna avond en Hirua en Shimna waren klaar om te vertrekken. Ze hadden een plan en wisten bijna zeker dat het helemaal goed zou moeten gaan. Ze moesten alleen nog wachten op de nacht. Wanneer de wachters uitgeput zijn is het hun kans. Ze moesten alleen nog de laatste paar dingen en bespreken en ze waren er helemaal klaar voor. 'Dus waar wordt Popu vasgehouden?' vroeg Hirua. 'Daar moeten we dus achter komen. Als alles volgens plan gaat dan hebben we alle tijd om Popu te zoeken.' Zei Shimna. 'We moeten alleen de tralies openen. Dan kan ons plan beginnen. Nee, dan is ons plan al begonnen!' zei Shimna met een gniepig lachje. Ze legte haar handen weer op haar hoofd. Opnieuw zij ze de spreuk en haar helm kwam weer te voorschijn. 'Deze helm heb ik tot nu toe even nodig.' zij ze. 'Maar hoe gaan we de tralies openen?' Vroeg Hirua. Shimna draaide haar hoofd naar Hirua. Ze kwam dichterbij. 'Nou, zo!' Ze sloeg Hirua in haar buik. Hirua dijnsde naar achteren en knalde tegen de tralies aan. Ze kroop in elkaar en met moeite vroeg ze: 'Waarom deed je dat?' Ze moest een paar keer hoesten en opnieuw kreeg ze een klap en nu in haar zij. Ze kon de andere gevangenen horen schreeuwen en juichen, maar Hirua gaf niet op. Ze stond moedig op. Net wanneer Hirua een hand uitstak om Shimna te slaan, werd ze vastgepakt. Een soldaat stond achter haar en hield haar vast. Een andere soldaat hield Shimna vast. Ze probeerde los te komen maar het lukte niet. Hirua keek naar Shimna en Shimna gaf het teken. Beide trapten op de voeten van de soldaten. Ze kropen in elkaar en snel zocht Shimna naar de sleutels. Ze vond ze en samen renden ze weg. 'We moeten nu opzoek naar Popu!' riep Hirua vol enthausiasme. Shimna knikte en ze rende via de trappen naar beneden. 

Toen ze beneden aankwamen stonden er al wachters voor hen klaar. Shimna knikte naar Hirua en ze begreep wat ze bedoelde. Hirua rende naar de soldaten om gegrepen te worden. Alle soldaten renden op haar af en dit was het moment voor Shimna om de soldaten te grijpen. Ze sprong op de rug van een soldaat. Ze maakte een salto en kwam zo op de rug van een andere soldaat. Ze greep de sleutels en opnieuw maakte ze een salto maar dit keer naar de grond. Ze stond meteen in balans en de slodaten keken haar aan. Ze pakte hun zwaarden en rende op haar af. Eén van de soldaten wilde haar aanvallen. Toen de punt van het zwaard bijna bij Shimna's kin was, draaide shimna zich in de beweging mee en kwam zo bij de soldaat terecht. Ze trapte hem in zijn rug en nam zijn zwaard over. Ze stond nu in een pose die de soldaten bang maakte. Ze trilde en dat kon je gemakkelijk zien, maar toch gingen ze ten aanval. Shimna bleef op haar plek staan. Opnieuw kwamen de zwaarden dichtbij Shimna maar ontwijkte ze weer. Opnieuw ging ze met de beweging mee en kwam ze achter de soldaten die vol verbazing stonden te kijken en wisten dat deze strijd geen overwinning voor hen werd. Ze stonden een tijdje stil tegenover elkaar. Shimna pakte haar zwaard met beide handen vast en rende naar de soldaten. Uit angst deden ze hun ogen dicht en hun zwaard voor hen. Hirua deed haar ogen dicht en hoorde de zwaarden van de soldaten vallen. 'Dit is het einde voor hen.' dacht ze, maar toen ze haar ogen open deed, zag ze shimna die voor de soldaten stond en alleen de zwaarden had geraakt. 'Vrees niet voor mij!' zei Shimna. 'Ik zal jullie geen schram pijn doen, maar vertel mij.' Shimna ging op haar hurken zitten. 'Waar verbergen jullie dat jongetje?' De soldaten keken elkaar aan. 'De grote zaal in en daarna de trap af. Je komt bij kerkers terecht en daar moet je hem vinden.' zei één van de bewakers. Shimna knikte en nam Hirua mee. Opeens stopte Shimna en draaide zich om. 'Ik ben geen vijand noch vriend, maar ik garandeer jullie op hoop en vrede, mijn krijgers!' Ze hield haar hand naar haar hart, liet het zakken naast haar been, hield het weer omhoog op schouderhoogte, maakte een gebaar en rees het weer terug naar haar hart. Ze draaide zich weer om en liep verder en Hirua keek haar verbaasd aan. 'Wat is er?' zei ze lachend. Hirua hield haar schouders op en ze liepen verder.

'Als het goed is moet het hier zijn!' zei Hirua. 'Het is hier veels te stil, ik dacht dat er veel meer gevangenen zouden zijn.' zei Shimna. Ze keken in alle kamers maar ze waren helemaal alleen. Er was geen enkele gevangene. 'Dit is hopeloos.' zei Shimna na een tijdje. 'Wat als de soldaat loog?' Hirua knikte. 'Hij keek je met angst aan, die man zou nooit liegen want hij zag zijn dood voor zich.' Shimna moest lachen. 'Dachten ze nou echt dat ik ze zou doden.' Hirua stopte met lopen. 'Ik had precies hetzelfde gedacht! Je word ten eerste gezien als de grootste vijand, dus ik zou wel bang zijn als mijn grootste vijand voor me zou staan met een wapen en ik zelf ben onbewapend.' Shimna haalde haar shouders op. 'Ik heb ze toch niet gedood? Dus dan maakt het niets uit.' Shimna liep verder. Hirua begon Shimna een beetje egoïstisch te vinden. Alsof alles om haar draait. Dat het  niet recht uit haar hart kwam om de mannen te laten leven, maar juist dat het voor haar reputatie was. Maar aan de andere kant dacht Hirua dat Shimna het misschien wel uit haar hart bedoelde. Toen ze die bewegingen maakte met haar hand en wat ze tegen de soldaten zei. Ze noemde ze 'krijgers'. En ze garandeerde hen op hoop en vrede, maar noemde zich geen vijand... of vriend. Hirua was verward en begreep het niet meer. 'Kom je nog?' hoorde ze Shimna vragen. Hirua knikte en ze liepen verder de duisternis in.

'Dit is de laatste kerker, hierna zijn er geen kerkers meer.' De twee meisjes keken elkaar aan en zuchtten diep. Voorzichtig liepen ze naar voren. De kerker werd steeds meer zichtbaar. Shimna zuchtte en stond stil. 'Deze kerker is ook leeg!' zei ze woedend. 'Die man loog tegen ons!' Ze draaide zich om en liep snel richting de trap, maar Hirua hield haar tegen. 'Shimna...' begon ze. Opeens werd haar iets duidelijk. Shimna trok zich los en keek Hirua aan. 'Wat is er?' Hirua wees naar de muur die tegenover hun stond. 'De man loog niet.' zei Hirua. 'Hoe weet je dat?' Vroeg Shimna. Hirua wees nu naar de hoeken van de muur. 'De hoeken glimmen, dit is een deur!' zei Shimna. 'Ik heb meerdere van deze soorten gezien en ik weet precies hoe ik deze kan openen.' Ze ging voor de deur staan ze balde haar rechter vuist, ze hief het omhoog en sloeg tegen de muur aan. Er gebeurde niets. Hirua keek haar verbaasd aan en net wanneer ze iets wilde zeggen, leek het alsof Shimna al wist dat ze haar mond open deed. 'Wacht even.' zei ze. Opeens zag Hirua scheuren in de muur onstaan. Zo van de ene hoek naar de ander. Shimna liep naar achter en rende met volle vaart terug naar de muur. Net voor de muur stopte ze en schopte ze tegen de muur aan. Het werd stil voor een paar seconden, maar Hirua zag de spleet zich nu in tweeën breken en de muur kon het niet meer houden. De muur viel voor hun voeten en voor hen was een nieuwe gang. 'Misschien liegen ze niet, maar ze proberen ons in een val te lokken.' zei Shimna.

Popu hoorde iets uit zijn gang. Angstig ging hij in een hoekje zitten.  Hij kon niet zien wie of wat naar deze gang  ging, omdat de fakkels al een tijdje uitstonden. Hij werd hier alleen gelaten, hopeloos. Hij voelde zijn haren een beetje langs zijn gezicht glijden. Opeens werd Popu helemaal wakker. 'Hoe kan mijn haar uit het niets bewegen?' dacht hij. 'Er is hier geen wind... Of toch wel?' Popu begreep het helemaal. Voorzichtig rende hij naar de tralies en stak een hand uit. Hij voelde een jas die snel al weer verder ging. Hij probeerde het te grijpen, maar het mislukte. Hij zuchtte en ging weer terug. Opnieuw voelde hij wind langs zijn gezicht. Opeens werd hij gegrepen bij zijn kraag en omhoog getrokken.

'Shimna wat doe je?' Hirua liep terug naar Shimna die bij een kerker is gestopt. 'Ik voelde iets.' Fluisterde Shimna. De deed haar hand tussen de tralies en greep iemand. 'Wie ben jij?' Ze trok hem naar voren. Ze kon niets zien door de duisternis. 'Hirua, loop terug en haal een fakkel.' Beveelde Shimna. Hirua gehoorzaamde en liep terug. Opeens hoorde Hirua haar naam vanuit de kerker waar Shimna stond. Het was een bekende stem. Shimna draaide haar hoofd naar Hirua. 'Pak snel de fakkel.' Zei Shimna en ze maakte een gebaar met haar hand dat liet zien dat Hirua snel moest zijn. Hirua knikte en net wanneer ze verder wilde rennen hoorde ze weer een stem vanuit de kerker. 'Hirua! Ik ben het Popu!' Hirua stond stil. Ze bewoog niet meer. Haar lichaam begon ineens te trillen uit angst. Ze keek om en Shimna knikte. 'We zien zo wel of het Popu is of niet, maar haal die fakkel.' Hirua rende zo snel ze kon naar de eerste fakkel die ze zag en rende terug. Alles werd beter zichtbaar. Voorzichtig liep Hirua naar de kerker. Shimna trok haar met haar lege hand naar de kerker toe. Het was eerst een beetje wazig maar al snel zagen ze dat het Popu was. Hirua liet de fakkel vallen en deed haar handen door de tralies en greep Popu voor een knuffel. 'Hirua...' Begon Shimna. Hirua keek haar aan, maar Shimna's hoofd was al gericht op iets anders. Hirua draaide langzaam haar hoofd en zag al wat het probleem was. De fakkel die Hirua liet vallen veroorzaakte een klein brandje. Uit paniek stapte Hirua er op zodat het zou doven, maar het werd alleen erger. Ze keek Shimna aan. Die trok haar weg bij het brandje en probeerde de tralies te openen. Uit paniek liep Popu naar achter. Shimna deed er alles aan om de tralies te openen, maar het lukte haar niet. Ze liet de tralies los en liep naar achteren. De hield haar hand een beetje op tot heup lengte. 'Almus.' Zei ze en opeens was er een dikke stok in haar hand. Ze liep rende naar de kerker en sloeg met de stok de tralies stuk. De tralies verdween en zo ook haar stok. Ze greep Popu en Hirua bij de arm en rende snel weg.

Ze stonden in het midden van de gevangenis. Mensen achter tralies schreeuwden en riepen naar hen. Shimna zocht naar een uitweg. Ze keek om zich heen en vond er eentje. Ze wilde er net naartoe rennen, todat de weg niet meer mogelijk was door wachters. Shimna keek weer om zich heen om een andere uitgang te zoeken. Ook die werd door wachters bewaakd. Shimna hield Hirua en Popu achter zich. 'Gegroet krijgers!' begon Shimna. 'Er is een brand onstaan in de kerkers!' Shimna keek de wachters aan. 'Bespaar deze levens en laat iedereen vrij!' Opeens begonnen de wachters te lachen. Shimna, Hirua en Popu konden ze horen mompelen over de brand en dat het niet waar is en dat ze Shimna niet moeten geloven. De wachters waren klaar met lachen en stonden in postitie. Ze renden richting Shimna om aan te vallen. Hirua hield Popu vast en Popu schuilde zich achter Shimna. Popu keek Shimna aan. 'Help ons, alstublieft!' zei hij. Shimna knikte. 'Natuurlijk, mijn krijger.' Opnieuw hees Shimna haar hand tot heup hoogte. 'Gambul.' Zei ze. Nu kwam er een zwaard in haar hand. Popu keek met verbazing haar aan. 'Blijf achter mij!' riep Shimna en ze rende op de wachters af.

Draken rijdersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu