7. Op naar Gemini

155 14 0
                                    

Shimna hief haar zwaard omhoog en haar zwaard ontmoette die van de wachter. Terwijl dat gebeurde kwam er een zwaard richting Shimna's schouder. Ze ontweek het snel en greep de wachter bij zijn kraag. Ze duwde hem naar achteren. Hij kon zijn balance niet meer houden waardoor hij op de grond viel. Snel draaide ze zich weer om en begon weer te zwaardvechten. Hirua en Popu keken maar met open mond naar Shimna. Ze konden niet geloven hoe geweldig Shimna was. Ze sprong en ze schopte, ze vocht en zo ging het maar door. Opeens hoorde Hirua iets achter haar. Een Wachter wilde Hirua net aanvallen, todat Shimna voor Hirua stond en probeerde de wachter z'n zwaard van Hirua af te houden. Shimna liet de wachter struikelen en schopte hem zodat hij verder zou rollen. Ze rende meteen weg om de andere wachters te pakken. Popu draaide zich om en hield Hirua vast. 'Hirua, ik ben bang.' zei hij. Hirua keek hem aan en dacht precies hetzelfde. Toen Hirua weer naar Shimna keek, zag ze dat Shimna in de problemen zat. Shimna kon haar zwaard niet meer vasthouden en viel meters ver, daarna verdween het. Shimna hield de armen van de wachter vast zodat hij haar niet kon raken met zijn zwaard, maar een andere wachter kwam al aanrennen om aan te vallen. Uit angst maar ook moed, pakte Hirua een stok en sloeg het op de achterhoofd van de wachter. De wachter viel bewusteloos neer en Shimna duwde de andere wachter weg. Ze stond op en liep richting Hirua. Ze greep haar vast en zei: 'Hirua we moeten nu weg, anders worden we gepakt.' 'En alle andere mensen dan?' vroeg Hirua. 'Ik weet zeker dat ze worden bevrijd als het vuur groot wordt.' zei Shimna. Hirua greep haar bij haar arm. 'We moeten misschien de onderste gevangenen bevrijden. Als zij bevrijd zijn,  zullen ze vast de andere ook bevrijden.' Shimna knikte. De twee rende naar de eerste cel en Popu rende daar achteraan. Popu rende achter de andere meisjes aan, maar werd achtervolgd door een wachter. Popu zocht naar iets om te gooien en vond een tak. Met veel kracht gooide hij deze op de hoofd van de wachter. Hij werd er alleen maar woester van. Popu schrok en rende snel naar de meisjes. 'Uhm volgens mij komen er wachters aan.' zei hij angstig. 'Hirua, blijf proberen. Ik zal de wachters afleiden.' Zei Shimna. Hirua knikte en trok hard aan de tralies, terwijl de gevangenen dat ook deden. Shimna stond in positie. 'Gambul Temen.' Twee zwaarden kwamen tevoorschijn. Beide in een hand. Shimna keek naar Popu. 'Ga Hirua helpen.' Zei ze. Popu knikte en begon meteen met helpen. 'Mijn krijgers, ik probeer alleen te helpen, maar als ik moet vechten, dan ben ik er klaar voor!' Hirua hield de twee zwaarden stevig vast. Ze zette twee stappen naar voren. De wachters renden richting Shimna, maar zij was niet bang. Toen ze bijna bij haar waren maakte Shimna een salto over de wachters en kwam achter hen te staan. Ze liet de achterste wachters struikelen en zette haar voet op de borst van een van de mannen, die op de grond lag. 'Ik moet hier nu uitkomen!' zei ze woest. 'Bevrijd deze mensen en u zult niets van mij horen.' De wachters aarzelden, maar gingen toch ten aanval. Shimna hief haar zwaard omhoog. De geluiden van de zwaarden kon Hirua perfect horen. Toen ze achter zich keek zag ze dat Shimna erg haar best deed en de strijd ook bijna won, tot de laatste man. 'Bevrijd de mensen!' zei ze. De man schudde zijn hoofd. 'Ik zal niemand hier bevrijden!' zei hij. 'Ik heb nooit gefaald en vandaag zal ik ook niet falen.' Net wanneer de man Shimna wilde aanvallen, kwamen wachters uit de kerkers gerend. 'Brand! Bevrijd de mensen!' riepen ze. Shimna keek weer naar de wachter. 'Bevrijd ze! Je weet dat dat in de wet staat! Als er brand is moeten de mensen worden bevrijd!' zei Shimna. De man aarzelde, maar hij gaf op. Hij pakte de sleutels en opende de onderste cellen. Hij gaf andere sleutels aan andere bewakers, zodat zij de andere gevangenen konden bevrijden. De wachter liep naar de poort en opende het. Shimna pakte meteen de arm van Hirua en Hirua pakte die van Popu. Shimna rende snel naar de poort. Het stond op een kiertje, maar het was genoeg voor een mensenlichaam. 'He! Je mag niet echt bevrijd worden! In artikel 183 staat dat de gevangen bij de wachters moeten blijven!' hoorden de drie kinderen de man nog zeggen. 'Achter hen aan!' Hoorde ze ook nog. Shimna rende zo hard ze kon. Uiteindelijk kwamen ze uit op een heuvel. Daar gingen ze uitrusten. Ze keken alle drie naar de gevangenis in de verte die nu helemaal onder vuur stond. Het was voor een tijdje stil, maar toen begon Shimna te praten. 'Bedankt voor het bevrijden.' Zei ze. Ze wilde een hand aan Hirua geven, todat Popu voor Hirua ging staan. 'Jij raakt mijn zus niet aan!' zei hij angstig maar ook moedig. Shimna moest lachen. 'Ik begrijp al waarom.' Ze zette de helm af en de helm verdween in haar armen. Ze ging op haar hurken zitten zodat ze op Popu's lengte zat. 'Ik ben Shimna.' zei ze vriendelijk. Popu schudde zijn hoofd. 'Jij bent een tovenaar!' zei hij. En hij probeerde Hirua weg te duwen, maar Hirua werd alleen een beetje uit balans gehouden. 'Shimna,' begon Hiura. 'Wat was dat van net?' Shimna keek Hirua verbaasd aan. 'Wat? Wat bedoel je?' vroeg Shimna. Hirua wees naar Shimna's handen. 'Er kwam opeens een stok in je hand en een zwaard en de laatste keer zelfs twee!' zei ze. Shimna begreep het niet helemaal. 'Dat is toch normaal of doe ik het verkeerd?' vroeg Shimna heel verbaasd. 'Normaal? Wat was dat!' vroeg Hirua. 'Uh ik denk magie?' zei Shimna op een toon alsof het heel normaal was maar toch vroeg. 'M- magie? Bestaat er magie?' vroeg Hirua. 'Ja, iedereen gebruikt magie.' zei Shimna. 'Jullie toch ook?' Hirua en Popu keken elkaar aan. Shimna begreep het al, maar kon het niet geloven. 'Hoe kunnen jullie geen magie hebben? Deze wereld zit vol met magie!' Hirua en Popu schudden hun hoofden. Ze hebben nog nooit magie gezien. Ze kennen het alleen uit boeken en verhaaltje en sprookjes. 'Oh wacht helemaal vergeten! Jullie waren die mensen die geen magie kunnen gebruiken! Haha, je zult het nog veel vaker zien!' zei Shimna. 'Ik ben gewoon het begin voor jullie!' Ze draaide zich om en keek de verte in. 'We moeten zo snel mogelijk naar een andere plek, een veilige.' Ze draaide zich weer om naar Hirua en Popu en vroeg om de kaart. Hirua haalde het uit haar zak en gaf het aan Shimna. Shimna legde ze op de grond en ging op haar hurken zitten, terwijl Popu en Hirua van bovenaf keken. 'We moeten de kaart zo leggen dat we een deel van de wereld kunnen zien.' zei Shimna. Ze probeerde het, maar het lukte niet. 'Misschien moeten we eerst zoeken waar we nu zijn?' vroeg Hirua. Shimna knikte. 'Als ik het mij goed herrinner, was deze gevangenis...' Shimna hield even haar mond. Ze legde haar vinger op de kaart. Hirua en Popu keken goed. Ze zagen hoe de gevangenis op de kaart verdween. 'Waarom is het weggevaagd?' vroeg Popu. Shimna schudde haar hoofd. 'Dit is een magische kaart. Alles wat er gebeurt in deze wereld zal op deze kaart te komen staan. Zoals je net zag stond de gevangenis onder vuur. Op deze kaart staat hij niet meer geregistreed, dus betekent het dat er niets meer over is van de gevangenis.' Shimna hield haar vinger op de plek. 'We waren dus net hier...' Ze verplaatste haar vinger naar de eerste stad die ze zag. 'We moeten hier naartoe!' ze hield haar vinger van de kaart af en Hirua en Popu konden zien dat ze naar de stad 'Gemini' zouden gaan. 'Gemini! Prachtige verhalen over die stad gehoord, maar nooit naartoe geweest.' zei Shimna met glinsterende ogen. Hirua pakte de kaart en bestudeerde Gemini. 'Waarom is de stad in tweeën verdeeld?' vroeg ze. Shimna stond op. 'Dat verhaal zal ik bewaren voor onderweg!' zei ze. 'kom, dan gaan we!'

Draken rijdersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu