12. Nieuwe krijgers...

129 13 3
                                    

Popu stond op en keek het half mens half paard aan. 'Waar zijn uw benen!' vroeg hij. Opeens kwam Shimna vanachter een hekje gesprongen. 'Dit zijn z'n benen.' zei ze wijzend naar de centaur's benen. Popu keek met grote ogen aan. 'Maar hoe moet u dan leven! Is dit een vloek?' De centaur voelde zich beledigd en Hirua hield haar hand voor Popu's mond. 'Dit is een centaur zoals hij al zei.' zei ze stilletjes van irritatie. Shimna hield haar hand op de buik van de centaur. 'Dit is een van mijn beste vrienden. Laten we zeggen, dat hij mijn laatste vriend is.' zei ze met een rilling in haar stem. Centaurus trok zijn hand omhoog en legde het op Shimna's hoofd. 'Ik zie hem ook als een tweede vader!' zei ze erachteraan. Hirua liet Popu's mond los en liep richting Centaurus. 'Mijn naam is Hirua.' zei ze en ze boog naar voren. Opeens voelde ze een hand op haar rug. 'Sta op mijn krijger!' zei de centaur. 'Wij vrienden buigen niet voor elkaar.' Hirua keek naar de benen van het paardelijk deel. Ze gaf een klein knikje en liep terug naar Popu. 'Popu en Hirua.' zei Shimna tegen Centaurus. 'Ze komen uit de stad Paka. Een stad ver afgelegen van ons en de bewoonde wereld.' Centaurus knikte. 'Ik begrijp het, maar waarom hebben jullie de stad verlaten, sinds nooit iemand van jullie stad hier is gekomen, moet jullie stad of wel heel ver afgelegen zijn of een verbod op de buitenwereld hebben of waren jullie gewoon te bang om de stad te verlaten. Of zit ik verkeerd?' Hirua keek Popu aan. Hij gaf een knikje. Toen keek ze naar Centaurus. 'Ik denk dat alle theoriën ongeveer kloppen.' zei ze. 'Maar de beste reden waarom nog nooit een burger van Paka de stad heeft verlaten komt door de grote muren.' Centaurus keek hierdoor verbaasd aan. 'Gemini heeft ook muren, maar wij kunnen gaan en staan waar we willen. We kunnen zelfs naar andere steden reizen.' Hirua schudde haar hoofd. 'Iets hield de mensen bang om de stad te verlaten, misschien was het de politie, misschien de koning, ik zou het zelf niet weten.' De centaur knikte. 'Maar wat komen jullie hier doen?' 

'De wereld verkennen.' sprak Shimna voor Hirua. 'Maar ik laat ze hier achter, ze willen niet verder met mij op reis. Ken jij misschien nog een reizger waarmee ze kunnen reizen?' Centaurus schudde zijn hoofd. Hij greep Shimna bij haar arm. 'Excuseer ons alstublieft.' zei hij en hij liep de stal uit.  Toen hij zeker wist dat niemand ze kon horen, sprak hij tegen Shimna. 'Wat heb je gedaan?' vroeg hij. Ze keek hem beledigd aan. 'Ik deed helemaal niets! Ik was heel aardig tegen ze.' zei ze alsof ze al wist wat Centaurus bedoelde. Centaurus keek met een 'zeg de waarheid' gezicht naar Shimna. 'Ik ben serieus! Ik heb echt niets gedaan!' Centaurus zuchtte en begon te knikken. 'We kunnen ze niet alleen laten. Mirusha is op dit moment niet vredig genoeg om ze alleen te laten rondlopen.' Hij boog voorover en begon te fluisteren. 'Mensen weten van je terugkomst en kennen je plannen.' Shimna knikte. 'Zoiets had ik al in gedachte.' zei ze. 'Wees niet bang. Ik heb alles onder controle.' Centaurus knikte. 'Ben je nog langs de Mandun geweest?' vroeg hij. Shimna knikte. 'Ja, en ze vertelden mij over een zekere centaur die daar toevallig langsliep.' Ze keek naar Centaurus. Haar mondoeken begonnen uit elkaar te trekken. 'Was deze toevallige Centaur misschien iemand die jij kent?' ze begon te lachen. Centaurus glimlachtte met zijn ogen dicht en legtte zijn hand op haar hoofd. 'Als je de hele kaart van Mirusha hebt, kun je de Toren der Kamers vinden. Volgens onderzoek dat ik gedaan heb is dit het resultaat.' Shimna knikte van begrip. 'Nou we komen hierdoor wel een stuk verder!' zei ze. 'Het probleem is, dat we niet weten waar de andere kaarten liggen.'  Centaurus gaf haar een knipoog. 'Dat is wat je denkt ja! Maar er zit een trucje achter. Geef me je kaart eens.' Shimna haalde de kaarten uit haar zak en gaf het aan Centaurus. Hij opende ze en keek ernaar. Zijn hoofd verscheen weer achter de kaarten en hij ging op de grond liggen. 'Zie dit!' Shimna ging op haar hurken zitten om de kaart goed te bekijken. Centaurus legtte de kaarten op de grond en stond toen op. 'Ik ben zo terug.' Zei hij en hij gallopeerde weg. Toen begon Shimna de kaarten te bestuderen. Een minuut of twee later kwam Centaurus alweer aan. hij had een witte bloem in zijn hand. Het was niet open. Het was de bloem van de maan. 'Kaluna is wat je nodig hebt om de weg te weten!' zei hij. Hij ging op de grond liggen. Hij trok een blaadje van de bloem en begon het over de kaarten te wrijven. Er gebeurde niets. Alles was nog steeds hetzelfde, todat er een soort olie vlek begon te vormen. Het was een kleine olievlek die steeds langer werd. Het ging richting bergen. Toen Shimna goed keek, zag ze dat de olievlekken een pad hadden gevormd van Gemini tot aan de watervallen. Ze pakte een van de kaarten op en begon grondig te kijken. 'De watervallen? Ligt daar een kaart? Centaurus lachtte. 'Ben je vergeten dat er een stad achter de watervallen ligt?' Shimna dacht goed na. 'Leven daar zeemeerminnen?' vroeg ze. Centaurus knikte. 'Dat klopt en wij moeten daar naartoe.' Shimna draaide zich om. 'Waarom laat die andere kaart niets zien?' Ze pakte de andere kaart en begon er mee te schudden. 'Doe het nou!' zei ze tegen de kaart alsof de kaart haar kon verstaan. 'Shimna, volgens mij wilt de kaart alleen één pad per keer laten zien. Het is ten slotte één kaart in z'n geheel.' Shimna knikte en borg de kaart weer op. 'Wat wil je nu dus doen met de twee reizgers?' vroeg Centaurus. Shimna zuchtte en stak toen haar borst vooruit. Het was even stil en Shimna begon diep na te denken. Na een minuut die wel jaren lang leek kwam ze op een idee. 'Geef ze wapens en een harnas of zoiets. Ze moeten zich kunnen beschermen op onze reis naar de Toren der Kamers. Of ze willen of niet.' Centaurus knikte en pakte de kaart. Shimna liep weer terug het centrum in en liet Centaurus de rest afhandelen.

Draken rijdersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu