11. Gemini

131 13 2
                                    

De drie kinderen stonden voor een grote poort. Uitgeput gingen ze op de grond zitten. Hirua keek om zich heen en zag een grote muur langs de poort lopen. Op de poort zelf stond geschreven: 'Wees welkom in de stad van de tweeling.' Hirua deed haar ogen dicht en glimlachte. 'Eindelijk, veilig Gemini gehaald.' dacht ze. Shimna draaide zich om naar de andere twee kinderen. 'Wat erop de poort staat! Wees welkom!' zei ze. Hirua en Popu zuchtten en waren zo blij dat ze het hadden overleefd. De stad Gemini stond voor hen! Opeens hoorden de drie kinderen geratel en lawaai achter hen. Ze draaiden zich om en konden in de verte drie karren vol met fruit zien aanrijden. 'De poort zal zo wel voor ze opengaan.' zei Shimna. 'Dat betekent dus ook voor ons.'  Hirua en Popu knikten en keken weer naar de karren die aan kwamen rijden. Ze waren nu al wat dichterbij. Opeens hoorden de kinderen geroep van af de muur. Een wachter roept naar zijn medewachters om de poort te openen. Langzaam met een hoop lawaai gaat de deur open. 'Snel voordat de poort dichtgaat!' zei Shimna en de kinderen renden achter de karren aan.

En daar stonden ze dan. In Gemini. De stad van de tweeling. Het was druk. Kraampjes vol met groeten en spullen die je kon kopen. Strooi overal op de grond. Schapen die vrij over straat liepen en hun baasjes die snel achter hen aan renden om ze weer te vangen. Het was vol met lachende mensen en veel lawaai. Hier en daar boden mensen je iets te koop. Hirua en Popu keken met grote ogen aan. 'Dus dit is de stad van de tweeling?' Vroeg Hirua. Shimna knikte heftig met haar hoofd. 'Sorry voor het lawaai, maar dit is een van de grootste steden van Mirusha!' 

De drie kinderen liepen door de drukke en nauwe straten van Gemini. Allemaal bewonderen ze de stad. Zo groot, zo mooi, vol met historie. Uiteindelijk stope Shimna met lopen. Ze wees met haar vinger naar een muur. 'Hier.' zei ze snel en kort. Hirua keek Popu verbaasd aan en hij deed precies hetzelfde terug. Ze draaide zich weer om naar Shimna die haar kraag nu greep. 'Ik wil niets meer met jullie te maken hebben.' zei ze met een boze stem. 'Kom.' Ze hield haar hand op de muur (Hirua nog steeds aan de kraag vastgegrepen). 'Apero' zei ze met haar ogen dicht. Opeens begon groen licht zich te vormen. Het werd een rechthoek, in de vorm van een deur. De muur verschoof naar achteren en er was een ingang. 'Moge alleen de wijsten de spreuk kennen.' zei Shimna en ze trok Hirua mee naar binnen. Popu liep er snel achterna. 

Het was donker. Popu kon alleen het hout onder zijn voeten horen kraken. 'Waar zijn we?' vroeg hij zachtjes. Opeens knalde hij tegen een rug aan, waardoor hij op de grond viel. 'Jongens doe het licht aan ik kan jullie ruiken!' Hoorde hij Shimna zeggen. In een flits (letterlijk ook) gingen alle lampen aan. De drie kinderen stonden (en zaten) in het midden van een café.  Verschrikt draaide Popu zich om door een warme stem. 'Welkom in café le noir.' zei een man van het personeel. Hij droeg een zwart jasje met een zwarte broek en onder het jasje had hij een witte bloes aan. Hij gaf Popu een hand waardoor Popu kon zien dat hij ook nog witte handschoenen aan had. De man had zijn haren naar achteren gekamd en zag er nog jong uit. 'Ik hoop dat u het naar uw zin heeft.' zei de man. Hij trok Popu op en liep toen weer verder. Toen Popu eindelijk de boel kon verkennen zag hij vele gezichten naar hem staren. Niet alleen naar hem. Ze keken ook naar Hirua.  Een van de mannen aan een tafel in een hoekje liep richting hen. Hij stopte voor Shimna, shouder voor schouder. Hij boog een beetje naar beneden en zei zachtjes in haar oor: 'Wie zijn deze vreemdelingen?' Shimna duwde hem met haar vuist in zijn buik weg. 'Dat is niet jouw probleem en bemoei je er ook niet mee.' zei ze en ze trok Popu en Hirua naar een andere muur. Shimna deed precies hetzelfde en ook precies hetzelfde gebeurde. Nu stonden de drie kinderen voor de ingang van een lange gang, waar het einde niet eens zichtbaar was. Het was donker en hier en daar maar een paar kaarsjes aan de muren. 'Loop.' beval Shimna en ze duwde Hirua verder. Popu rende snel achter haar aan. Toen ze alle drie de ingang hadden betreed, ging de deur weer dicht en waren alleen Popu, Hirua en Shimna in het donker. Hirua en Popu hoorden de voetstappen van Shimna en opeens werden ze verblind door groen licht. Opnieuw werd er een deur geopend. Nadat het licht doofde konden ze maar weinig zien. 'W..waar zijn we.' vroeg Hirua angstig. Popu klemde aan haar jasje. 'Lux.' zei Shimna en opeens begon er een vuurtje te branden, boven haar hand! Popu en Hirua konden het niet geloven. 'Maak jezelf schoon.' zei ze. 'Ik zie jou over vijf minuten weer terug. Wees snel.' Hirua kon een beetje de boel verkennen. Het zag eruit als een badkamer. Het was vies. Er was geen raam. Het toilet zag eruit alsof het jarenlang niet meer schoongemaakt was. (Het was een platte toilet). Shimna wilde de badkamer verlaten, todat Hirua aan haar kleding trok. 'Ik kan niet in het donker werken.' zei ze angstig. Shimna knikte en zocht naar een kaars. Ze bekeek alle hoeken en gaten, maar nergens kon ze een kaars vinden. 'Popu.' fluisterde Hirua. Popu bewoog zijn hoofd, naar het geluid. 'Ik weet niet wat ze wilt, maar we moeten weg voordat ze haar plannen kan uitvoeren.' Popu begreep het niet. 'Ze wilde toch gewoon van ons af? Of niet soms?' vroeg hij. Net wanneer Hirua wilde antwoorden, onderbrak Shima haar. 'Hier is een kaars en nu snel zijn.' ze gooide de kaars naar Hirua die het met moeite kon vangen. Shimna wilde de ruimte verlaten, todat ze iets in haar ooghoek zag. 'JIj komt met mij mee.' zei ze met haar vinger wijsend naar Popu. HIj schuilde zich achter Hirua. Shimna liep naar hem toch en greep hem met haar andere hand. 'Geen jongens toegestaan.' zei ze en ze trok hem mee de badkamer uit. Voordat ze de deur kon bereiken, werd ze terug getrokken bij haar kleding. Ze keek over haar schouder en zag Hirua met een serieuze blik. 'Als je ook maar iets bij hem doet.... Zal ik je nooit vergeven en verwacht niet dat ik je zomaar laat gaan.' Nadat ze dat zei liet ze los. Shimna glimlachtte en liep verder. De deur sloot zich, maar Hirua kon al zien dat de muur aan de achterkant gewoon een duur is. 'Ze schuilen dus.' zei ze.

Draken rijdersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu