Deel 8 - Rayan

369 31 14
                                    

Vermoeid open ik mijn ogen en klik mijn gsm aan om te kijken hoe laat het is. Het is al bijna half twee in de middag.

Vandaag is het maandag en heb ik geen school, gisterenavond heb ik nog hard gefeest na Bobbejaanland. Ik geloof dat ik redelijk aangeschoten was, sommige dingen kan ik me herinneren, andere dingen dan weer niet.

Langzaam ga ik recht zitten in mijn bed en sta waggelend op. Ik voel al dat mijn hoofd rustig aan begint te bonken, een kater dus. Ik open mijn deur en ga naar de keuken toe en neem een glas water om de kater te verwerken.

Ik had gisteren een klein biertje gedronken, ik drink nooit bier eigenlijk.

Ik neem een grote slok van mijn water en krijg het in een keer binnen. Ik klets het glas neer op het aanrecht, zoals je in films ziet als ze de ene Whisky na de anderen binnenslokken, m het enige verschil is dat ik water heb, geen Whisky.

Ik wrijf nog een keer goed met mijn beide handen over mijn gezicht en door mijn haren, die toch al helemaal verward door elkaar zitten. Ik besluit om naar buiten te gaan dus ga ik me omkleden.

Ik neem mijn kleren uit mijn kast. Een zwarte trui van nike, een jeansbroek en een paar witte sokken. Ondanks het al bijna juli is, en dus ook bijna zomer(vakantie), moet ik me nog steeds een beetje warm aankleden.

Ik trek geeuwend mijn kleren aan en steek mijn iPhone in mijn achterzak waar die altijd steekt. Net als ik de deur uitwandel zie ik mijn broer en moeder de trap opkomen met zwaarbeladen zakken.

"Rayan, jij ook wakker?" Ik knik en help mijn moeder en broer even met de zakken.

"Ik ga een wandeling maken," zeg ik wanneer ik de twee zwaarbeladen zakken op het aanrecht zet.

Ik wandel het huis uit, ga de ijzeren trappen af en verlaat het flat waar ik woon. Ik vraag me af waar ik heen zou gaan. Slenterend wandel ik over de stoep heen richting the middle of nowhere.

Ik denk veel als ik moe ben, vooral als ik alleen ben. Soms vragen die heel filosofisch klinken, vragen die totaal geen nut hebben, vragen die wetenschappelijk zijn en zo voort.
'Hoe zou het met de schildpadden van Noa zijn?'
'Is er leven op Mars?'
'Waarom draait de aarde?'

Ik neem mijn gsm uit mijn achterzak, ontgrendel hem en besluit om een berichtje te sturen naar Noa.

'Afspreken?' Niet veel later krijg ik een antwoord.

'Zeker :) Had net de nieuwe video gekeken van ons samen'

Een glimlach siert rond mijn gezicht.

'Ik kom wel naar jou toe.'
'Ik wacht hier.'

Het is niet ver wandelen, maar vijf minuten. Omdat ik toch al aan het wandelen was moet ik ongeveer nog maar twee minuutjes stappen tot bij Noa haar thuis.

Nog geen minuut later sta ik al voor Noa haar huis, minder lang stappen dan ik verwacht had dus. Ik druk op de deurbel en nog geen seconde later doet Noa de witgeverfde deur open. Een glimlach komt op mijn gezicht terecht wanneer ik haar zie, en dat gebeurt ook bij haar merk ik op.
Noa heeft een witte t-shirt aan met horizontale, zwarte streepjes. Haar mouwen komen tot net onder haar ellebogen. Ze heeft een strakke skinny-jeans aan tot net boven haar knieën. Haar blond-bruine haren zitten perfect zoals altijd.

"Kom binnen, Rayan," glimlacht ze me toe. Ik knik bedankend en stap bij haar naar binnen. Ik ga op de bruine mat staan waar 'Welcome' op staat en schuur met mijn schoenen over de mat om ze proper te maken.

"Houd je schoenen maar aan," zegt Noa. Ze wandelt naar de trap toe die gemaakt is uit hout. Ik wandel haat achterna en samen gaan we naar boven. Ze gaat een kamer in waar ik nog nooit ben geweest. De kamer is een beetje verouderd, de muren zijn waarschijnlijk heel dun, hier en daar is er wat witte verf af. De vloer is uit hout, op sommige plaatsen is hij donkerbruin en op andere plaatsen is de vloer lichter van kleur, waarschijnlijk verkleurd. Bovendien staat er ook niet echt veel in de kamer, alleen een aantal dozen die opgestapeld zijn in de verste hoek van de deur vandaan. Waarschijnlijk zitten de dozen vol oude spullen van toen Noa en Emma klein waren. Ik kijk onder de indruk in het rond. Noa gaat naar de dozen toe, haar voetstappen laten een krakend geluid achter op de houten vloer. Ik volg haar stappen, en ook dan weer kraakt de vloer luid. Noa schuift alle dozen één per één aan de kant. Ik sta ongeveer twee meter ver van haar af toe te kijken wat ze aan het doen is. Als ze alle dozen aan de kant heeft geschoven, wrijft ze klappend in haar handen. Ik weet niet hoe ik het moet beschrijven, je kent het wel, iedereen doet het wanneer er een klusje geklaard is. Ze heeft een soort gang tussen de stapel dozen gemaakt. Tegen de muur zie ik een iets wat kleinere deur dan normaal. Ze opent de kleinere deur, en ook die kraakt en piept. Noa gaat de deur door en ik ga haar zo snel mogelijk achterna. Als ik door de deuropening stap, merk ik dat ik net niet groot genoeg ben om met mijn hoofd tegen het bovenste van de deuropening te komen. Ik stap op een soort terras en kijk in het rond. Het is een soort terrasje met een ruim uitzicht over bos, stad en tuin. Het terras heeft geen hekjes dus je kan er gewoon afvallen.

"Wees voorzichtig," waarschuwt ze me. Het terrasje is niet mega groot, maar er staat wel een klein tafeltje op en twee stoelen. Noa gaat op een van de stoelen zitten, en ik op de andere. De stoelen staan zo dicht mogelijk tegen de muur van het huis, en nog maar twee meter hoger start het dak al. Het dak heeft oranje dakpannen en gaat schuin naar boven.

"Wat is dit?" Vraag ik nieuwsgierig. Noa haalt haar schouders op. "Ik kom hier gewoon vaak zitten als ik niet kan slapen. Alleen ik, mijn beste vriendin en mijn gezin weten van dit plekje. Maar alleen mijn vriendin weet dat ik hier vaak kom zitten in de nacht, bijvoorbeeld als ik niet kan slapen."

Het is even stil. "Dus het is best speciaal dat jij dit nu ook weet," vult Noa aan. Ik zeg niets, en kijk voor me uit naar de lege straten waar maar af en toe een fietser door rijdt. Of de bossen waar de vogels al slapen, of de lege tuin van dit huis.

"Weet je waar ik soms aan moet denken?"
"Hm?"
"Aan de woorden die je zei." Ik grinnik. "Ik zeg zo veel." Noa rolt speels haar ogen. "Op een dag gaan we toch allemaal dood. Je moet nu leven. Niet na school, niet na je werk, niet tijdens je pensioen. Nu. Nu moet je plezier maken." Ik voel dat Noa me aankijkt, mijn ogen zijn nog steeds gericht op het inspirerende landschap.

"Herinner je je dat je dit zei?" Ik knik langzaam mijn hoofd. "Mooi zo." Nu kijk ik Noa aan. "Hoezo?" Nu kijkt Noa naar het mooie uitzicht. "Dat betekent dat je het meende," legt ze uit. Haar stem klinkt zacht en rustgevend. Ze praat stiller dan normaal, het geeft me zo een gevoel van 'dit gesprek is filosofisch', alsof je met een filosoof praat. Niet dat ik ook gepraat heb met een filosoof, niet dat ik weet, neen, maar toch voelt het zo.

"Deze plek is best rustgevend," zeg ik. Noa knikt. "In de verre avond moet dit vast geweldig zijn." Noa knikt overtuigend. Ik kijk naar de lucht met dichtgeknepen ogen, maar dat hoeft niet, de zon is er niet. Ik zie alleen maar bewolking. Ik kijk op mijn gouden horloge die om mijn linkerpols zit. Het is half drie. Ik voel mijn honger opkomen en zucht.

"Ik begin honger te krijgen," mompel ik. Noa knikt lachend. "Ik weet al wat je gaat zeggen, je wil naar de-"
"Pizzahut," onderbreek ik haar. Ze kijkt me lachend aan. "Laten we iets anders proberen. Laten we pizza bestellen," stelt ze voor. "Hm. Goed idee. Dan hoeven we niet te wandelen."

Noa staat op vanuit haar stoel en gaat weer de verouderde kamer in, gevolgd door mij.

Dit is mijn favoriete hoofdstuk tot nu denk ik oops !
Vote en comment dan maak je me blij

Mijn Bucket List | Rayan Aghassaiy FanfictionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu