Het begint allemaal met de punt in het hoekje links onderin. Met een vloeiende beweging trekt het meisje het potlood over het papier, waardoor er een natuurlijke lijn ontstaat. Natuurlijk, als een lijn uit losse hand.
Nog meer lijnen sieren het papier. In een harmonie komen de lijnen tot leven op het gladde oppervlak.
En vormen een dier.
Gedetailleerde stukjes nu creëren de kleine en precieze haartjes. En de spikkels op de zwarte-witte neus.
De lijnen blijven maar komen. Als stromen van regen op het dak van een eenzame caravan.
Het meisje krabt aan haar neus, met het potlood tussen haar vingers. Waar heeft ze de gum ook alweer gelaten? Het is alsof het stukje rubber pootjes heeft gekregen. Stomme gum. Dan maar niet.
Ze trommelt met haar hand op tafel. Hoe moet een oog ook alweer? Het bovenste randje? Die zijn altijd het lastigste. Ze bijt op de achterkant van het potlood, waar intussen al meerdere deukjes zitten van vorige overpeinzingen.
Een snelle ingeving brengt haar tot de beslissing. Zo moet het goed zijn.De lijnen worden donkerder. Schaduwen creëren diepte in de tekening, waardoor het lijkt alsof het dier tot leven komt.
Met haar ogen glijdt ze nog even langs de randen, waar ze uiteindelijk nog wat extra pluisjes toevoegt.
Als laatste kan het echte werk beginnen. Ze opent haar doos, waaruit meteen een stel gekleurde krijtjes tevoorschijn komen.
Bruin, wit, zwart, nog een keer bruin, en nogmaals, grijs en zelfs wat geel.
Dit is toch plezierig, dat je met wat staafjes kleur zo'n leuke vorm kan maken.Met een schuin hoofd kijkt ze nog eens naar het eindresultaat, en knikt goedkeurend. Soms, heel soms, vindt ze zelf, kan ze trots zijn op haar eigen werk.
(P.S.: Selfmade, zie mijn boek 'Just some drawings' voor meer.)
JE LEEST
Verschroeid papier
RandomKorte verhalen voor mensen die te lui zijn een heel boek te lezen.