Dit moest een verhaalopening worden en er moest iets in verwerkt worden wat niet helemaal goed zou gaan.
De zon wierp haar laatste gouden straken over het uitgestrekte akkerland, terwijl het zachte geknerp van dode herfstbladeren onder onze voeten verdween in de stille avondlucht. Voor ons doemde de schaduw van een bos op, groot, diep en donker als een stille draaikolk van duisternis.
Ik wist niet goed wat ik moest voelen. Naast me deinde de blonde kruin van mijn kleine zusje, ze was opgewonden, zich van geen kwaad bewust, met haar knuffel onder haar arm ging ze steevast het zwarte vlak tegemoet.
Ik slikte en beet op mijn lip. Hoe ging ik haar duidelijk maken dat het niet alleen plezier was wat we gingen doen, zonder haar meteen angst aan te jagen? Tenminste, niets plezierigs voor mij... ik was even vergeten dat bossen zó donker waren in de avond.
'Kom op,' sprak ik mezelf toe. Mijn zusje keek met een verbaasd gezicht naar me op.
We hoefden alleen maar bij de camping zien te komen, vanaf daar ging het alleen maar leuk worden. Maar dit stuk...
Ik voelde in mijn zak naar de kaart die ik van mijn ouders had meegekregen. Ze vertrouwden op me. Maar mijn hart zakte als een baksteen naar beneden toen mijn hand alleen maar stuitte op een oud snoeppapiertje stuitte.Plup dit. Bedenk maar een einde als je dat leuk vindt.
JE LEEST
Verschroeid papier
AlteleKorte verhalen voor mensen die te lui zijn een heel boek te lezen.