Hoofdstuk 8

124 10 4
                                    

Al vier dagen was het me gelukt hem te ontwijken en het zag er naar uit dat het vandaag ook zou lukken. Het was vandaag maandag en de school was al afgelopen. Ik was boodschappen aan het doen voor Dean en Lauren in de enige winkel met etenswaren van onze stad. De winkel had vier verdiepingen met eten die de hele stad van voedsel moest voorzien. Het was een groot vierkant gebouw dat aan een restauratie toe was, maar dat vond de gemeente niet nodig, dat kostte alleen maar geld. Als het maar aan z'n functie kon voldoen, dan hoefde er niks aan gedaan te worden. Dit gebouw was alleen nodig voor het opslaan en verkopen van voedsel.

Alles in dit gebouw draaide om een schema. Elke dag werd een andere verdieping geopend en de rest van de verdiepingen waren gesloten. Op de gesloten verdiepingen werden de etensvoorraden aangevuld door machines. De stad was verdeeld in vier wijken. Voor elke verdieping was een bepaalde wijk die er boodschappen mocht doen. Ik stond op de 3e verdieping die alleen voor wijk 3 was bestemd. Twee keer in de week was deze etage geopend. Als je niet alles had gehaald wat je nodig had en de etage van je wijk was gesloten dan had je pech of moest je het bij de buren lenen. De andere etages waren voor jouw wijk niet toegankelijk. Er werd ook heel streng gecontroleerd of je wel uit de juiste wijk kwam. Wanneer je niet uit de juiste wijk kwam werd je hardhandig naar buiten gestuurd en niet meer binnengelaten voor 2 weken. Ik wilde weten waarom we niet op de andere verdiepingen mochten komen. Wat zou er zo speciaal zijn aan het voedsel van de andere wijken dat we niet op hun verdieping mogen komen? Niemand wist het. Men mopperde er af en toe over, maar daar bleef het bij. Alleen ik wilde het wel weten. Met een gefronst gezicht over deze vraag liep ik de etage door langs de half gevulde schappen. Uiteindelijk haalde ik m'n schouders op. Ik zou het toch nooit te weten komen.

Ik keek omhoog bij een van de schappen. Daar stond het brood. Mijn vingers strekten zich uit naar de broodzak die op de hoogste plank stond. De rest van de schappen eronder, waar gewoonlijk brood stond, waren al leeggehaald door de rest van m'n wijk. Ik maakte m'n lichaam langer door op m'n tenen te staan. Hnnng.... Ik kon er net niet bij. Het was te ver. Ik keek rond of ik ergens op kon staan om erbij te kunnen. Ik zag een stang dat was gemonteerd onder aan het rek en ik zette mijn voeten erop. Deze keer kon ik er wel bij. De zak was gemaakt van papier en een beetje plastic om te zien of het een goed brood was. Het brood zag er goed uit. Net toen ik 2 broden had gepakt, gleden mijn voeten van de stang en ik klapte naar achteren. De broden liet ik op de grond vallen terwijl ik achteruit viel. Mijn val hield abrupt op toen ik tegen iemand die achter me stond tegen aanbotste en me als het ware opving. Eerst dacht ik dat degene achter me ook viel, maar hij of zij wankelde alleen een paar stappen achteruit. Er viel iets met een klap op de grond. Het klonk alsof er iets open spatte en ik voelde iets nattigs op m'n gezicht komen. Op de grond lag een fles met olijfolie die was opengebroken. De olie was verspreid over m'n kleren. Ik uitte m'n frustratie zachtjes, mompelend. Mijn hart bonkte nog van de schrik en ik was bang dat ik veranderd was in een Fonkeling. Ik wachtte een aantal seconden voor ik naar degene die achter me stond om draaide. Het was een vrouw van ongeveer dertig jaar, schatte ik. Ze droeg zomers jurkje met bloemen en haar blonde haar viel over de jurk heen tot haar middel. Ze droeg daarbij zwarte hakken en een nieuw uitziende leren tas hing over haar schouder Op haar neus stond een bril wat haar waarschijnlijk ouder maakte dan ze was. Er stond een kinderwagen naast haar. De vrouw had alleen een paar olie spetters op haar benen. Ze lachte om wat er gebeurd was. 'Sorry, sorry' verontschuldigde ik me. 'Geeft niets hoor', zei ze lachend en ze schudde met haar hoofd. Haar stem klonk veel jonger dan ik verwacht had, het klonk alsof ze even oud als ik was. 'Moet je jou nou toch eens zien. Je zit helemaal onder de olie. Moet je nog ver naar huis anders kan je je bij me thuis opknappen?' Ik moest wel nog ver naar huis, maar ik kende haar amper en vertrouwde het niet met haar mee te gaan naar haar huis. De vrouw zag aan m'n gezicht dat ik 'nee' wilde zeggen. 'Je hoeft je niet gedwongen te voelen om mee te gaan hoor.', zei ze vriendelijk,' maar het zou wel makkelijker zijn als je me misschien kan helpen met de boodschappen sjouwen.' En ze wees naar de kinderwagen als bewijs dat ze niet haar eigen boodschappen kon dragen. Dat wilde ik wel voor haar doen als ik haar daarmee kon helpen. Ik knikte en zei: 'Ik wil je wel helpen, hoor, met het tillen van de boodschappen. Ik haal alleen eerst wel m'n eigen boodschappen.

'Tuurlijk' knikte ze begrijpelijk. Ik raapte de broden van de grond op. Iemand van de winkel kwam aangelopen en ruimde de glasscherven en de olie op. Hij keek me even boos aan vanwege de troep die ik had veroorzaakt. Daarna liep hij weer weg. De vrouw met de zomerjurk ging verder met winkelen. Ik twijfelde aan haar leeftijd. Aan de ene kant klonk ze heel jong, maar aan de andere kant zag ze er wel uit als 30. Ik besloot er maar niet over te piekeren en haalde m'n schouders op om het als het ware van me af te schudden. Langzaam ging ik het boodschappenlijstje af. Ik kwam niet vaak in de winkel. Meestal deden Dean en Lauren het, maar vandaag was het een speciale dag voor Dean. Hij had een sollicitatiegesprek met de directeur van het ICT-bedrijf. Lauren was uitgenodigd om ook mee te komen en daarom had ze vrij gevraagd bij het schoonmaakbedrijf, waar ze werkte. Ik hoopte voor Dean dat hij zou worden aangenomen. Ik liet m'n gedachten de vrije loop over wat voor voordelen het allemaal zou hebben. Lauren was dan meer thuis, we konden meer eten kopen en hoefden dus geen groenten meer te verbouwen en het humeur van Dean zou vooruit gaan.

Voor ik het wist stond ik al bij het scanapparaat, een machine die alles tegelijk scande van wat je had gekocht. In z'n computer zocht hij dan naar de informatie over m'n (pleeg)familie, hoeveel het budget was of we het budget niet overschreden en of ik niet uit een andere wijk kwam. Als een van deze 2 laatstgenoemde dingen het geval was, ging er een alarm af en kreeg je een onacceptabel hoge boete. Steeds vaker kwam het voor dat mensen hun budget overschreden, omdat ze gewoon geld te kort kwamen. Bij een man die naast me stond ging het alarm af. Er kwamen twee bewakers in grijze pakken op het geluid van het alarm aflopen. De man zag er heel mager uit en hij begon te beven toen hij de bewakers aan zag komen lopen. Zijn leeftijd was, denk ik, veertig. Het geluid van het alarm deed was schel en deed pijn aan m'n oren. Op het scherm van de scanner stond knipperend 'Uit een andere wijk'. Ik had medelijden met de man, maar ik kon niks voor hem doen. Het kostte me al te veel moeite om mezelf onder controle te houden en niet in een Fonkeling te veranderen. Een grote stevige man die in de rij stond, liep op de man uit de andere wijk af. Hij blokkeerde de weg tussen de bewakers en de man. Heel risicovol, want de bewakers hadden elektroschokkers bij zich. Een schok daarvan en je bent de hele dag buiten bewustzijn. Ik ademde diep in en wachtte af wat er ging gebeuren. De mensen achter me in de rij deden precies hetzelfde. De bewakers renden nu toen ze zagen dat er iemand tussen ging staan. De man uit de andere wijk kreeg iets toegefluisterd door de man die hem hielp. Hij kreeg ook iets in zijn handen geduwd, maar ik kon niet zien wat het was. Het was in ieder geval iets kleins. Wat er daarna gebeurde ging heel snel. De man uit de andere wijk ondernam opeens actie en rende naar een scanner die niet op slot was. In zijn hand had hij een pasje, waarmee hij een poortje opende. Dat had hij dus gekregen van de man. Normaal waren alle poortjes dicht bij een alarm. Maar het was een defecte scanner die niet op slot ging. De man rende weg van de verdieping. Hij was tenminste nu veilig. Als het alarm de rest van de bewakers bereikte dan zou hij allang het gebouw uit zijn. De bewakers waren nu bij de grote man gekomen en omsloten hem. De man balde zijn vuisten en stompte een bewaker hard in zijn buik. Het was een harde klap, want de bewaker vertrok zijn gezicht. Maar het had geen nut, want de andere bewaker had zijn elektrische schokker al gepakt en de man bevroor. Daarna zakte hij op de grond neer en bleef daar bewusteloos liggen. De bewakers begonnen hard met bozige stemmen met elkaar te praten. De ene pakte z'n portofoon en begon bevelen uit te delen. De andere bewaker tikte een code in bij de scanner en zorgde ervoor dat het alarm niet meer loeide. Er kwamen andere bewakers aanlopen om die de man die op de grond lag mee te nemen. Ze sjorden aan het lichaam dat er slap bij hing. Het zag er komisch uit, want het lukte niet om hem mee te krijgen. Uiteindelijk moesten de andere bewakers helpen met tillen. Toen ze weg waren ging iedereen weer z'n normale gang. Mensen scanden hun etenswaren en liepen de winkel uit. Ik deed precies hetzelfde, maar ik kon wat er net was gebeurd niet van me afzetten.

Weer een nieuw hoofdstuk geschreven. Duurde misschien wel een beetje lang. De volgende komt waarschijnlijk wel wat sneller. Bedankt voor het lezen trouwens. Wist je dat je bij elk hoofdstuk kan stemmen of je het goed vind of niet. Dus als je het een goed hoofdstuk vond, wil je dan op het vote knopje drukken? Thank you :)

Blue SkinWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu