Hoofdstuk 11

110 7 8
                                    

Het was aangenaam warm binnen. Ik stond in een kamer, die Skye me had gewezen. De kamer was netjes en schoon ingericht. Tegen de muur stond een grote houten tafel met stoelen erom heen. Ik wilde graag zitten, maar ik wist niet of dat de bedoeling was en ik wilde niet onbeleefd overkomen dus bleef ik maar wiebelend op mijn voeten staan.  De vette spetters van de olie waren van mijn kleding gehaald met een één of ander oplosmiddel. Lauren's fiets stond tijdelijk in de hal van het huis. Ik zuchtte diep, nu ik Skye had geholpen wilde ik snel naar huis. Hopelijk was het kaartje terug naar wijk 3 gauw geregeld. Naast de tafel stond een kastje waarop foto's te zien waren. Ik langzaam naar toe. De foto's waren omlijst met een versierde rand van bloemetjes en vogeltjes. Op de foto's was een jonge Skye te zien met een man, die waarschijnlijk haar vader moest voorstellen. Skye had op een van de foto's lange bruine haren en droeg een lichtblauw zomerjurkje, ze werd opgetild door de man, die waarschijnlijk haar vader was. Hij keek met een liefdevolle glimlach op naar zijn dochter, die in de lucht leek te zweven. Zonnestralen omringden hun op het moment dat de foto was genomen.

Het was een vertederend gezicht.

Ik keek verder de kamer rond in een hoek stond een box voor de baby. Op de grond stond een doos waarvan de deksel ernaast op de grond lag. Er staken wat gelige papieren uit, net als de papieren die op tafel lagen. Naast de papieren op tafel lag een potlood en een gum. Ik was nieuwsgierig naar wat er op het papier stond en ik worp er een blik op. Verschrikt deed ik een stap terug toen ik een Fonkeling erop getekend zag staan. Het was héél realistisch afgebeeld. De Fonkeling was geheel gemanifesteerd, want de nagels waren uitgeschoven en zijn ogen straalden licht uit. Hij had een verwilderde een geschrokken blik net zoals ik me op dit moment voelde. Ik herkende het postuur van de Fonkeling. En dat gezicht, die grote ogen, een beetje een scheve neus en hoge jukbeenderen. Dit kon gewoon geen toeval zijn. Wie had deze man getekend die zo enorm leek op mijn vader?

Er was hier iemand bezig geweest met een tekening van een Fonkeling vlak na ik binnen was gekomen.  Waarom zou iemand überhaupt een tekening van een Fonkeling maken? En hoe kon het dat het zoveel op mijn vader leek?

Ik hoorde een klik achter me en de deur ging open. De deur maakte geen enkel geluid toen hij open ging. Waarschijnlijk waren de scharnieren perfect gesmeerd met olie. Ik deed vlug een paar stappen weg van de tafel, maar het was al te laat de binnenkomer had me al bij de tafel zien staan. Het was de jongen, die de voordeur had opengedaan. Nu hij in het licht stond, was het duidelijk te zien hoe hij eruit zag. Hij had stralende blauwe ogen en zijn bruine haar zat warrig. Ik keek naar zijn handen en zag grijze potloodafdrukken op zijn vingers zitten. Toen hij zag dat ik naar zijn handen keek balde hij ze samen, maar zei verder niets. De jongen droeg een donkerblauwe sweater met capuchon en matchte goed met zijn zwarte broek en zijn donkerblauwe sneakers. Ik liep naar het enige raam en keek naar buiten. De regenbui van eerder op deze dag was niet meer zichtbaar. De lucht was felblauw en de zon scheen fel op de straten. Het was een mooi uitzicht vanaf de tweede verdieping van het huis. Toen ik voor het eerst  het huis binnen liep, overweldigde de grootte van het huis me. Met een lift waren we naar de tweede verdieping gegaan. Wat me sowieso al verbaasde dat het huis zo modern was ingericht. Eenmaal boven was een grote kamer, die veel weg had van een woonkamer had en daarachter was een bijkamer. Naar Skye had me naar een andere kamer gebracht en die had veel weg van een eetkamer.

Ik hoorde de jongen naar de tafel lopen, terwijl ik naar buiten keek. Het was erg stil in de kamer. Alleen een klokje gaf geluid door het tikken van de voorbijgaande seconden. Ik hoorde hem met het papier ritselen op de tafel. Ik moest gewoon wat over de tekening zeggen. Ik wilde weten hoe het kwam dat die Fonkeling zo op mijn vader leek. Langzaam aan draaide me om in de richting van de tafel. Hoe moest ik dit vragen? Zeggen dat ik de Fonkeling kende die hij had getekend. Maar dan zou ik mezelf verraden, want Fonkelingen zijn verboden in Alawn, je mocht zelfs niet met ze omgaan. Ik haalde nerveus adem en kneep mijn handen fijn. Hij was toch zelf begonnen met een tekening van een Fonkeling, dus eigenlijk is heeft hij zelf ook schuld als ik erover begin te praten. Ik zette mijn nervositeit aan de kant en slikte.

Blue SkinWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu