(POV May)
Voorzichtig sta ik weer op en de pijn komt gelijk weer terug. Ik doe snel mijn vest uit en scheur een dan vervolgens een mauw van mijn shirt af. Ik bind hem strak om mijn been heen zodat het bloed zich niet verder kan verspreiden. Via de muur sta ik weer op en loop hinkend naar de deur die voor mijn doen veel te ver weg is met zo'n been als wat ik heb. Mijn kiezen zitten strak op elkaar in de hoop dat het de pijn een stuk verminderd, wat op een of andere manier toch nog werkt. Langzaam kom ik bij de deur. Snel kijk ik of er iemand is, maar meer niemand op in de kamer. Of ik moet blind zijn of zo, maar daar ga ik nu even niet vanuit aangezien ik gewoon kan zien. Achter in de hoek merk ik een bed aan en aan de andere kant nog één.
Waarom zouden er 2 staan? Zullen er nog meer mensen hier opgesloten zitten? Ik ben echt uitgeput van net. Het heeft veel meer energie gekost dan dat je zou denken. Zal het hier te vertrouwen zijn? Acht wat maakt het ook uit. Ik zit hier toch vast. Heel veel zou er niet kunnen gebeuren lijkt mij. Hooguit dat ik wakker word door die debiel die mij hier naar toe heeft gehaald.
Ik stap het bed in en al snel val ik in een onrustige slaap.
*
Er klinkt een zacht kraakje van de vloer, waardoor ik wakker wordt. Mijn ogen laat ik gesloten en luister naar mijn omgeving. Ik hoor voetstappen mijn richting op komen. Mijn been begint plots heel erg veel pijn te doen door een hand die het voorzichtig probeert aan te raken, maar het voelt alsof er alcohol op een open wond word gegooid. Ik bijt op de binnenkant van mijn wang op het niet uit te schreeuwen van de pijn.
Al snel voel ik een hand die richting mijn arm gaat, waar ik ook een wond heb opgelopen. Ik pak in een fractie seconden zijn pols en draai hem zo om dat het pijn doet. Hij kreunt zacht van de pijn wat mij het teken geeft dat het gelukt is. Snel open ik mijn ogen en ga rechtop zitten. Ik houd hem nog steeds in een houdgreep vast. Ik zie voor mij een jongen van ongeveer 20 jaar, gok ik. Hij heeft een beetje donkerblond haar en groene ogen. Hij is redelijk gespierd, maar niet onnodig veel. Hij zakt kermend van de pijn door zijn knieën.
"Wie ben jij?" Sis ik naar hem. Hij houdt zijn mond, waardoor ik zijn pols nog verder omhoog duw naar zijn schouderbladen. Met mijn nagels doorboor ik door zijn vel heen, waardoor hij een zacht kreetje geeft van de pijn. Dat lijkt voor hem de druppel te zijn en geeft het op.
"Oké, Oké. Als je mij los laat vertel ik alles." Krijgt hij er nog net uit.
"Goed." zeg ik enkel. Ik laat gem los en doe mijn armen over elkaar. Hij slikt en wend zijn blik van mij af en vestigt die op de grond.
"Kom op, ik heb niet de hele dag de tijd. Wie ben jij en wat doe jij hier?" Zeg ik met opgetrokken wenkbrauwen als teken dat ik ongeduldig wordt. Een kucht verlaat zijn mond voor hij begint te praten.
"Ik ben Leon. Ik werd hier een paar dagen geleden wakker. Normaal was ik alleen, maar toen ik net opstond zag ik jou in het andere bed liggen die normaal altijd leeg was." Legt hij uit waarop ik knik.
"Hoelang ben je hier al?" Vraag ik verder. Ergens omdat hij er heel erg zenuwachtig uit ziet. Ik vertrouw hem niet helemaal. Hij trekt snel een denkend gezicht. Als hij hier echt 5 dagen was had hij het gelijk gezegd, want zonet zei hij 5 dagen geleden. Er is iets wat ik niet mag weten blijkbaar.
"Ik denk iets van 5 dagen, maar de eerste dagen heb ik niet zoveel gedaan. Hij zei dat er niet genoeg mensen waren. Hij wachtte op één in het bijzonder. Jij dus. Waarom weet ik niet, maar sinds gisteren moest iedereen een test doorstaan, dus ik gok maar dat jij het was want jou heb ik hier nog nooit eerder gezien." Legt hij mij allemaal uit. Ik knik als teken dat ik het begrijp.
"Heeft iedereen aparte kamer?" Vraag ik voor ik het zelf door heb. Leon knik.
"Per tweetal. Je moet samenwerken om een gedeelte te overleven. Je hebt dus pech als je niet met die persoon om kan kaan. Ik moest vaan met Heath. Dan ben je gelijk verdoemd om te verliezen. Na een tijdje wordt er gewisseld. Hij maakt de teams. De laatste die overblijft tot de finale wint, maar dat is nog nooit voorgekomen volgens de anderen. Je kunt zelf opgeven, maar als je dat doet kom je in een soort van martel kamer terecht, waar je gestraft word voor je zwakheid. Dat is erger dan mee blijven doen aan het spel. Als je bijvoorbeeld 3 keer iets niet haalt is het game over. dan lig je uit het spel. Dan wordt je niet gemarteld, maar in een klein kamertje gegooid voor 3 dagen met 1 flesje water en 2 appels. Dat is je straf dan om te verliezen. Hij doet dit nu al jaren en nog nooit heeft iemand gewonnen. Er zijn zelfs mensen aan overleden door dit spel. Vandaar dat er soms nieuwe komen. Soms laat hij ook de zwakste bij hem werken die het spel nooit aan zullen kunnen om zo nieuwe mensen er in te laten. Bij elk spel kiest hij 1 uit die bij hem mag werken en dan komt er een nieuwe bij. Wij hoopten bij elk nieuw lid dat die ons uit deze hel zou kunnen halen. Als je gewonnen hebt mag je 2 dingen vragen en dat moet hij doen, maar pas op met wat je zegt. Hij neemt alles serieus, dus je moet je vragen goed stellen. We kregen een keer een beloning omdat we verder kwamen dan de rest ooit is gekomen. We hebben de wens gegeven: We willen dat dit spel nu stopt. Het spel stopte, maarte moesten dus overnieuw. Hij nam 'dit spel' te letterlijk op." Zegt hij met een sip gezicht.
"De personen die verliezen moeten weer mee doen aan het volgende 'spel'. Voor hem is dit allemaal een spel." Zegt hij er nog snel achter aan.
"Maar dat betekent dat jij ook al een keer eerder hebt meegedaan. Want je zei we waren verder gekomen dan de rest ooit is geweest." Merk ik al snel op. Leon kijkt vluchtig om zich heen en probeert duidelijk iets te gaan verzinnen.
"Nee? Hoe kom je daarbij?" Vraagt hij nerveus.
"Èèn, je bent plots nerveus als ik je er over vraag. Twee, je zei eerst dat je hier 5 dagen was en nu weet je het niet meer zeker. Als je het eerst zeker wist had je sneller geantwoord. Drie, je zegt dat de verliezers nog is mee moeten doen en dat er nog nooit iemand de finale heeft kunnen bereiken. En vier, wat ik net ook al zei, je zei 'we'. Je weet hier iets te veel van in die 5 dagen. Lieg niet, ik heb je toch zo door. Weet tegen wie je kan liegen voor het doet." Wijs ik hem er op.
Hij kijkt beschamend naar de grond. Ik hoor hem een kleine 'sorry' uit zijn mond komen, waardoor ik met mijn hoofd begin te schudden.
"Je hoeft je niet te verontschuldigen. Je probeert jezelf gewoon te redden uit deze hel en te gaan winnen. Je bent bang dat ik je ga vooroordelen, omdat je al is een keer eerder hebt mee moest doen van hem. Rustig, dat doe ik niet. Iedereen verschuilt wel iets om een reden en dat hoef ik niet altijd te weten." Stel ik hem gerust.
Een opgeluchte zucht verlaat zijn mond, wat mij een glimlach oplevert. Soms zijn mensen zo onvoorspelbaar en denken dat ze kunnen liegen om er onderuit te komen, maar weten niet dat sommige mensen het door hebben.
"Wat is de volgende test wat we moeten doen en wanneer?" Vraag ik Leon om de stilte te doorbreken.
"Ik weet het niet meer, maar ik weet wel dat wij nu een team zijn. Ik denk dat als iedereen wakker is het gaat beginnen. Als dat te lang duurt gaat er een alarm af die je dat wel wakker maakt." Zegt hij en niet veel later hoor ik een oorverdovend alarm.
Dat bedoelde hij vast. Het gaat beginnen.
JE LEEST
The game is over
Mystery / Thriller*stukje uit het boek* "Welkom May. Als je meewerkt zal er niets ergs gaan gebeuren met je. We zullen je testen. Als je weigert iets uit te voeren zullen er nare dingen met je gebeuren. Pas op met wat je doet en zegt. Alles wat jij doet zien wij. Een...