hoofdstuk 8

348 26 28
                                    

(POV May) 

"Beste mensen! Hier zijn jullie nieuwe teams. Sommigen wisten het al, maar toch zeg ik het nog. Vandaag wordt het niet zo heel erg zwaar. Eigenlijk helemaal niet, zolang je maar een goede teamgenoot hebt. Zo niet kan het een hel voor je worden. De teams zijn: Roos en Nick, Leon en Amber en als laatste May en Heath. Ik hoop dat jullie de teams leuk vinden wat dit blijven de teams voor  een lange tijd.  Succes we beginnen over  ongeveer 10 minuten." Zegt de vervormde stem weer. 

Waarom haat hij mij? Waarom moet ik perse bij die sul? Hij zegt dat hij alles ziet, dus dan ziet hij ook mijn haat naar hem toe. Oh wacht, hij vindt dat juist leuk volgens mij. Hij vindt het juist leuk om ons te irriteren. Ik weet niet wat hij hiermee wilt bereiken, maar dit lost het vast niet op. 

Ik ga snel naar de gezamenlijke kamer toe en pak een appel uit de fruitmand. Dit zal van pas komen, dat weet ik zeker. 

 Sinds de eerste keer doen ze er nooit meer wat op zodat er iets gebeurd met je, maar alsnog check ik hem voor de zekerheid. Ze willen er juist voor zorgen dat je er vanuit gaat dat er niks op zit en juist die keer zal er dan wat op zitten. 

"Oké mensen de tijd is om! Ga naar de gewezen kamer waar jullie naam op staan."  Zegt de stem weer en ik loop met tegenzin er naar toe. Als ik daar aankom is Heath er al met zijn grijns. 

"Na de vrouw." Zegt hij met een grijns als ik voor de deur sta. 

"Wacht maar tot ik die grijns van je mond af haal." Zeg ik mompelend. 

"Oh ik weet wel wat leuke manieren hoe je ze er af kan halen hoor." Zegt hij met een veel betekende gezichtsuitdrukking. Zonder na te denken haalt mijn hand uit naar zijn gezicht. Met een harde pets komt mijn hand in aanraking met zijn nu al rode wang. Zijn gezicht staat geschrokken. 

"Klopt, dit was inderdaad leuk." Zeg ik en zet een grote glimlach. Ik loop de kamer in en kijk verward rond. Er staat helemaal niks hier. Wat moeten wij hier? 

Als Heath ook binnen is word de deur plots hard dichtgedaan. Ik hoor het slot er op gaan wat betekent dat we hier vast zitten. Fuck! 

"Verdomme!" Roep ik en ram hard met mijn vuist tegen de deur aan, maar ik heb niet gemerkt dat die die van zulk hard hout was. Mijn hand begint rood te worden en het begint ligt pijn te doen, maar ik laat niks zien. 

"Yo rustig May. Je hoeft je hand niet kapot te maken. De deur gaat vanzelf wel weer open." Zegt hij ligt geschrokken van mijn actie. 

"Hij gaat zo wel open?! Ja hij sluit ons op om na een paar minuten ons al weer vrij te laten! Ben je dom of zo!" Roep ik naar hem. Hij probeert niet geschrokken over te komen, maar dat is hem niet gelukt. De schrik is duidelijk van zijn gezicht af te lezen.  

"Wat." Zeg ik bot als hij mij nog steeds met grote ogen aan kijkt. 

"Ik zit met jou gevangen." Mompelt hij. 

"Zeg het nog een keer joh. Maak het nog erger." Zucht ik en glij met mijn rug via de muur naar beneden. Zuchtend laat ik mijn hoofd in mijn armen vallen die ik over elkaar op mijn knieën had neer gelegd. 

"May gaat het wel." Vraagt Heath bezorgd. Hah wat kan hij goed acteren zeg. Hij klonk bijna echt bezorgd. Leuk grapje. Ook heel leuk op dit moment.

Als ik nog niet heb geantwoord hoor ik voetstappen naar mij toekomen die van Heath zijn. Dat moet wel want er zijn hier geen andere mensen. Ik voel een hand mijn knie aanraken, maar die hand is niet van mij. 

"Raak me niet aan." Mompel ik. Gek genoeg luister hij en haalt zijn hand weg. Waarom zitten wij hier? Er moet hier een rede voor zijn, maar wat voor een? Ik ben niet claustrofobisch en ik denk dat Heath dat ook niet is zo te zien. 

The game is overWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu