hoofdstuk 11

365 17 3
                                    

(POV May)

Ik word geschrokken wakker van harde geluiden. Ik kijk om mij heen en merk al snel dat ik vast zit. 

Waar de fuck ben ik beland? Waarom zit ik vast. Hoe hebben ze mij überhaupt vast kunnen maken. Ik kan mij niet herinneren dat ik ben gaan slapen. Ik herinner me alleen nog dat kleine meisje in de gang die plots verdwenen was. Waar zou de rest eigenlijk zijn? Zouden ze oké zijn? Waar is Heath eigenlijk? Wacht! Ik weet het weer. Ik weet hoe ik hier ben gekomen. Heath sleurde mij een kamer in en duwde mij tegen de muur. Hij kuste mij en ik werd boos. Dat is het enige wat ik mij nog kan herinneren. 

"He he, ze is eindelijk wakker. Normaal krijg je haar nooit knock out, maar die keer dat je het voor elkaar hebt gekregen houd ze een winter slaap." Spot iemand, maar ik kan niet zien wie het is aangezien het van achter komt. Ik hoor voetstappen richting mij komen en bereid me alvast voor op een aanraking. Een hand komt terecht op mijn schouder en zonder er bij na te denken bijt ik in zijn hand. Hij schreeuwt van de pijn en trekt gelijk terug. Ik kijk gewoon weer emotieloos vooruit alsof ik dat net niet heb gedaan. 

"Soms lijk je niet eens meer menselijk." Hoor ik hem mompelen. 

"En jij ben wel menselijk dan?" Zeg ik bespottend terug. Ik krijg het gelijk te bezuren dat ik dat net zei door een harde klap tegen mijn hoofd aan te krijgen. 

"Ben jij gek! Je gaat toch geen mensen slaan!" Roep ik naar hem. 

"Nou volgens mij deed ik dat net." Zegt hij. 

"Dus je geeft toe dat ik wel een mens ben. Je moet echt eens  opletten met wat je allemaal zegt." Zeg ik spottend. 

"Klep dicht bitch!" Roept hij. 

"Tuurlijk noem me maar weer gelijk een bitch als je ongelijk hebt." Mompel ik meer in mijzelf, maar hij bleek het ook te horen. Weer komt er een klap tegen mijn wang aan. Het begint al aardig te branden zeg. Hij kan hard slaan. Waar is de rest eigenlijk als je ze nodig hebt.   

"Blijf met die gore poten van me af. Ik wil niet weten waar die allemaal gezeten hebben." Zeg ik bot. Hij staat woest voor mij en trapt hard tegen mijn buik, waardoor de stoel naar achteren klapt. Het een harde klap kom ik op de grond terecht en ik kreun zacht van de pijn. 

"Plots niet meer zo stoer hè?" Zegt hij spottend. 

"Maak me los en we zien hier wie niet meer stoer is." Daag ik hem uit. 

"Neh, ik vind dat je wel goed ligt zo." Zegt hij met een vermakende ondertoon. Ik rol automatisch met mijn ogen.

Ik sta er toch alleen voor denk ik. Ik wist dat ik de rest niet kon vertrouwen. Ik had me niet zo mee moeten laten slepen en kunnen weten dat Heath iets zou gaan proberen. Weet hij wel waar hij zich momenteel bevind? Het is niet alsof het hier gewoon normaal is. Je zit gevangen en het gene wat hij wilt gaan doen is een meisje proberen te fixen. Heeft hij maar 2 hersencellen over of zo? Maar genoeg over hem. Ik moet uit zien te vinden hoe ik hier uit kom. 

Doordat ik niet oplette zag ik de vuist niet die op me af kwam. 

"Verdomme." Vloek ik om de pijn wat te verlichten. Ik word plots los gemaakt, maar de man houd me stevig vast. Hij bind me vast aan een paal die in het midden van de kamer staat. Mijn handen zitten aan een touw die boven aan de paal vastgemaakt is, waardoor mijn armen dus boven mijn hooft hangen. Ik beweeg zoveel als ik kan zodat hij op gaat geven, maar dat woord blijkt hij niet te kennen. 

"Wat ga je doen?" Vraag ik hem, maar hij reageert niet. Hij staat met zijn rug naar mij toe en ik kan niet zien wat hij aan het doen is, wat mij best frustreert. Plots draait hij zich om en gooit iets mijn richting op. Ik kan niet op tijd reageren en het voorwerp komt tegen mijn buik aan.  Een kreun van pijn verlaat mijn mond. 

"Jij verdomde klootzak. Als ik niet vast zat was je opslag dood geweest." Roep ik naar hem. Hij komt op me af lopen en gaat recht voor mij staan. 

Nu pas kan ik zijn gezicht is goed zien. Hij heeft assig blond haar en grijze ogen die woest kijken. Ik schat hem rond een jaar of 23. De rest van de zijn lichaam ziet er gespierd uit en zeker niet verkeerd. Maar natuurlijk zijn die mensen weer hartstikke stom. 

Nu pas heb ik door dat ik aan het staren was en went snel mijn blik af. Mijn wangen voel ik nu al rood worden. Ik zie dat zijn boze blik veranderd naar een grijns van vermaking. 

"Ik zal je geven wat je wilt voor ik je pijn ga doen. Dan kan ik ook nog een beetje van je lichaam genieten. nu het nog niet bewerkt is." Zegt hij met een grijns. Ik kijk abrupt op met een walgend gezicht's uitdrukking. 

"Jij blijft met die poten van me af." Zeg ik met ingehouden woede. 

"Ach kom op schat, je wilt het." Zegt hij hees en komt dichterbij. 

"Flikker op. Kom niet bij me in de buurt." Roep ik, maar het helpt niet. Ik probeer hem te schoppen, maar hij pakt mijn been vast en tilt mij zo omhoog. Hij pakt mijn andere been ook vast en duwt mij tegen de paal aan met zijn lichaam. 

Ik probeer hem van mij af te duwen, maar hij knijpt pijnlijk in mijn bovenbenen, waardoor ik  opgeef. 

"Braaf, je leert het eindelijk" Zegt hij hees. Zijn handen gaan meer naar mijn kont en ik begin weer tegen te stribbelen. Plots hapt hij geschrokken naar adem en valt die slap op de grond. Er steekt een mes uit zijn rug wat de oorzaak was van net. 

"Raak haar kont niet aan. Die is van mij." Hoor in eens bekende stem zeggen en ik ben nog nooit zo blij geweest om die te horen op dit moment.

The game is overWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu