Nee!

12 3 1
                                    

Ik word wakker doordat iemand zijn hand op mijn mond duwd en geschrokken open ik mijn ogen en zie Dieter staan.

Hij gebaart dat ik stil moet zijn en doet teken dat ik hem moet volgen.

Ik doe vlug mijn schoenen aan en volg hem in stilte. Ik zie nog net dat de renners weer in de poort gaan.

Als we een groot stuk zijn afgezonderd duwd Dieter me plots tegen een boomstam.

'Ik mag jou niet' sist hij. Stil kijk ik hem aan. 'En ik wil je hier niet' zegt hij kwaad. 'Nou jammer dat we hier opgesloten zitten' kaats ik terug.

Hij grijnst gemeen en ik slik nerveus. Hij is iets van plan, wat is hij van plan?

'Jij gaat vanavond voor de poorten sluiten naar binnen' fluistert hij gemeen. 'Nee!' Roep ik. 'Dat mag niet, dat is tegen de regels' schreeuw ik.

'Regels zijn er om te breken' zegt hij sluw. 'Alsnog ga ik er niet in, ben je gek ofzo? Ga er lekker zelf in' zeg ik boos.

'Je bent wel erg goed bevriend met Cesaar niet?' Zegt hij liefjes. 'Laat hem hierbuiten' sis ik.

'Als jij doet wat ik je gevraagd heb zal je vriendje niets over komen' terwijl hij dat zegt haalt hij een mes uit zijn zakken.

Ik kijk hem geschrokken aan maar hij kijkt enkel gemeen terug. Hij geeft me nog eens een duw en wandelt dan weg alsof er niets is gebeurd.

Ik grabbel overeind en kijk vluchtig om me heen, hopend dat iemand me gezien heeft maar helaas iedereen slaapt nog.

Ik zucht gefrustreerd en laat me via de stam naar beneden glijden.

Wie heeft me hier gezet? En waarom?

Waarom kan ik me niets herinneren? Hoe was mijn leven buiten hier?

Ik laat mijn hoofd in mijn handen vallen en zucht zachtjes. Zou ik het echt doen? Ik wil niet dat Cesaar iets overkomt door mij.

Ik moet het wel doen, ik heb geen keus. Het word mijn dood maar ik heb het over voor Cesaar.

Mijn ogen vullen zich met tranen maar verwoed knipper ik ze weg. Hoelang ben ik hier al?

Nog geen week en vandaag ga ik al dood. Ik voel hoe iemand naast me komt zitten.

Ik kijk omhoog en zie dat het Cesaar is.

'Heb je echt geen kans op overleving als je daar binnen gaat' zeg ik zacht.

Hij kijkt me spijtig aan en schud zijn hoofd. 'Leon was later dan anders en de poorten begonnen al te sluiten.' Begint hij en ik kan al raden waar het naartoe gaat.

'Net voor de poort gesloten was zag ik hem. Hij was helemaal uitgeput. De volgende dag als de poorten openging stonden we te wachten. Omdat we hoopten dat hij het overleefde daarbinnen maar helaas...'

Hij zucht en kijkt in de verte naar een willekeurig punt. Ik slik, het word dus echt mijn dood.

Ik heb nog zoveel vragen maar ik durf ze niet te stellen. 'Kom we gaan eten' zegt hij plots en staat recht.

Ik knik en sta ook op. In de verte zie ik Dieter me waarschuwend aankijken. Waarschijnlijk denkt hij dat ik het aan Cesaar ga vertellen.

Maar dat ga ik niet doen, hoe dom het ook is. Ik wil hem niet onnodig in gevaar brengen.

We gaan naar Victor die ons weer elk een bord geeft en eten het rustig op.

Na een lange dag staan we allemaal bij de poort. Bryce en Joshua, diegene die vandaag zijn gaan rennen daarbinnen, zijn nog niet terug gekeerd.

Ik sta helemaal vanvoor en slik nerveus. Vandaag is de dag dat ik dood zal gaan.

Mijn blik glijd naar Dieter die me drijgend aanstaart.

Ik slik en kijk terug naar de ingang. Je ziet ze in de verte afkomen maar er is iemand gewond.

Als ze nu niet snel naar hier rennen zullen ze opgesloten zitten.

Iedereen begint te schreeuwen. 'Haast jullie' 'laat hem liggen' 'de poorten beginnen te sluiten'.

Bryce is diegene die gewond is. Joshua bijt op zijn lip en laat hem los. Hij rent naar ons toe.

Hij is binnen nu. Iedereen zijn aandacht gaat naat Joshua. Ik kijk angstig naar Dieter die teken doet sat ik nu moet want de poorten beginnen al te sluiten.

Met nog 1 blik op Cesaar te hebben geworpen ren ik naar binnen. 'Urah! Nee' hoor ik Cesaar schreeuwen.

Hij kijkt me aan en alle emoties vliegen door zijn ogen. Verward, bang, boos, hulpeloos.

Want na vandaag zal ik er niet meer zijn. De poort sluit en het is muisstil. Hier sta ik dan, mijn eigen dood tegemoet.

Ik hoor iemand kreunen van de pijn en mijn blik schiet naar Bryce.

Echt harteloos hoe Joshua hem gewoon laat liggen zodat hij veilig is.

Ik hurk bij hem neer en kijk hoe erg hij eraan toe is. In zijn been zit een diepe schram en op zijn hoofd zijn ook enkele schrammen.

'Waarol doe je dit?' Vraagt hij zacht. Ik trek hem moeizaam omhoog en leg zijn arm over mijn nek voor steun.

'Je zal het niet geloven maar Dieter dwong me anders zou hij Cesaar iets aandoen'. Zeg ik.

Wat maakt het nog uit? Niemand zal de waarheid weten.

'Je offert je eigen leven op voor Cesaar?' Vraagt hij verbaasd maar zijn gezicht betrekt van de pijn. Ik knik.

'Plus niemand zal me missen. Ja voor het werk misschien wel maar anders-...'

Ik word onderbroken door een schreeuw.

Het is geen schreeuw van een mens maar ook niet van een dier. Angstig kijken we naar elkaar.

-------
Hopelijk vinden jullie dit verhaal een beetje leuk?

The Runner (On Hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu