Stéphanie en Maud stonden langs mijn bed. Ik kon voelen dat stéphanie boven me hing en iets wilde zeggen, dat merkte ik aan haar warme adem die mijn huid raakte.
'Daphne, wakker worden'
Ik wreef door mijn ogen.
Ik had moeite ze te openen.
Ondanks dat ik het laatste uur niet echt meer sliep.
Het was al ochtend, dit vond ik altijd het stomste moment van de dag, niet dat er voor de rest veel gebeurde.
Onze dagen zagen er grotendeels 'altijd' hetzelfde uit:
Wakker worden, eten, tandenpoetsen, op kamer zitten, eten, op kamer zitten, eten, tandenpoetsen en slapen.
Veel meer gebeurde er niet, af en toe een spelletjesavond of een uitstapje naar een of andere afgelegen dierentuin. Maar daar hield het dan ook mee op.
Het weeshuis was was een kille plek, maar ik was het al gewend. Ik wist niet beter.Stephanie rolde met haar ogen.
'Je hebt je alweer verslapen.'
'Ja, we moesten al lang aan de ontbijttafel zitten!' Reageerde Maud snel.
Ze wankelde een beetje onzeker, al wisselend van been om op te leunen.
Ik draaide me om, geeuwde en sloot opnieuw mijn ogen.
'Alsjeblieft, laat me nog even liggen'
De echo van mijn zin waren een zucht, een aantal voetstappen, een kleinde discuttie en dan...
Ik slaakte een gil door een emmer ijskoud water die over me heen werd gegoten. Eerst de schok en dan BAM, recht in het gezicht. Eerste reactie? Paniek.
'Shit, hoe laat is het?!'
Met doorweekte haren en vermoeid uitziend gezicht keek ik op en zag dat Stéphanie en Maud stonden te giechelen.
Een diepe zucht verliet mijn mond. Op nog geen 5 minuten tijd sprong ik uit mijn bed en schoof ik in mijn kleren en schoenen.
Als een zombie wankelde ik richting de deur.'Daphne, waar ga ge naartoe?'
Ik kijk achterom naar Maud.
Ze was op mijn bed gaan zitten
'Eten, tiens!'
Ik was duidelijk nog moe, ik had goed genoeg geweten dat we om 8 uur stipt in de eetkamer moesten zijn.
'Ja nee hé, Daphne, daar kunnen we al niet meer binnen. Het is 9 uur!'
Stephanie slaat haar armen over elkaar.
'Door "jou" hebben wij dus ook niet gegeten'
Voegde ze eraan toe en ze besloot om zich ook op mijn bed neer te ploffen.
Daar zaten ze alletwee. Op mijn bed, met un armen over elkaar, Beschuldigend mij aan te staren.
Ik graaide onder mijn kussen en toverde drie repen chocolade tevoorschijn.
'Tadaa!!'
Pretlichtjes dansten is hun ogen.
'Waar heb je die vandaan?'
'Gekocht, van m'n laatste beetje geld, alles voor m'n BFF's niet?'
Ik had direct het gemiste ontbijt goed gemaakt en daar dankte ik de chocola voor.Even over mijn verleden:
Mijn familie liet me achter in een klein mandje voor het huis van m'n tante toen ik nog geen maand oud was.
Ze weigerde voor me te zorgen en bracht me onmiddellijk hier heen.
In mijn mandje zaten een paar munten die ik goed bij me hield.
Wie mijn ouders waren?
Geen idee.
Wie mijn tante was?
Geen idee.
Ik wist alleen wat ze me hier verteld hadden.
En wat was daarvan juist?
Geen idee.
Kortom, ik wist niets over m'n verleden.
Ik voelde allee dat mijn ouders nog leefde, op een of andere manier voelde ik een vlam die niet kon doven, en ik wist niet hoe dat kwam.Ons gelach en gesmak van de chocoladerepen wedt verstoord door drie harde, kordate bonken op onzd deur.
'Ik doe wel open!' gichelde Stéphanie met nog een restje chocolade tussen haar tanden
Zuster marijke stondt voor de deur, ze leunde tegen de deuropening.
Ze schrok even van mijn gezicht dat helemaal doorweekt was dus ik gritste snel een handoek uit mijn kast om mezelf op te drogen.
'Dag zuster marijke!'
Zeiden we in koor.
Ze knikte even en begon toen te vertellen.
'Daphne, er staat iemand voor je buiten. Ja kan je spullen pakken en je mag van geluk spreken want volgens mij heeft hij geld.'
'W.w.wat?'
Dat was het enige dat ik er kon uitbrengen.
'Geen vragen, neem afscheid van je vriendinnen want je zal ze waarschijnlijk niet meer zien.'
'Maar, wat als ik niet wil!'
'Daphne!', Stephanie geeft me een duw.' dat meen je toch niet echt hé!'
Ik keek even naar de grond, zuster Marijke was alweer verdwenen, de deur had ze op een kier laten staan als teken dat ik moest doordoen.
'Wees toch niet zo een angsthaas! Je wacht hier toch al lang op?' voegde Maud erraan toe.
'En jullie dan?' een traan rolde over mijn linkerwang.
'Wij overleven dit wel, en we zullen wel eens weglopen snachts om je te zien!'
Zei Stephanie vol overtuiging.
Maud wist even niet meer wat ze moest zeggen.
'Hey, pas je wel op jezelf?' mompelde ze.
Ik knikte en gaf mijn beide hartsvrieninnen een dikke, maar trieste knuffel, want ik wist evengoed als zij deden dat dit voorgoed afscheid zou betekenen
JE LEEST
ORPHAN (Nederlands)
WerewolfJarenlang dacht ik dat ik wist wie ik was. Jarenlang dacht ik dat ik gewoon een wees was. Jarenlang dacht ik dat mijn leven eeuwig saai zou blijven. Maar ik had het fout, ik wist niet wie ik was of 'wat' ik was. Dingen veranderde, nee wat zeg ik? Al...