Met een krachtige duw word ik van de trappen gegooid waardoor ik met een harde klap op de vloer van mijn cel terechtkom. Kreunend duw ik me met geboeide handen op en gooi mijn meest walgende blik naar de stormtroopers die mijn celdeur sluiten. Doodvermoeid schuifel ik een stuk naar achteren tot mijn rug tegen de ingebouwde bank leunt. Terwijl ik mijn ogen sluit, word ik overspoelt door een heimelijk gemis. Mijn adem stokt terwijl er zich een brok in mijn keel vormt. Knipperend probeer ik mijn tranen te bedwingen en haal snuivend adem.
Mijn maag voelt alsof hij binnenstebuiten is gekeerd en ik krimp in elkaar wanneer ik een grote hap lucht wil nemen. Grommend van frustratie probeer ik mijn handen uit mijn boeien te draaien, maar het levert alleen maar meer ongemakkelijkheid op. Hoe kón ik zo stom zijn om naar Jacen toe te gaan. Ik wist dat hij het het Keizerrijk wel zou laten weten als hij nog maar flits van me zou opvangen.
Overal voel ik doffe steken van opkomende blauwe plekken en schaafwonden. Mijn hoofd voelt nog steeds even wazig en versuft aan, maar mijn gedachten brengen me terug met beide voeten op de grond. Het kleineren van mezelf gaat me goed af. Het opkrikken van mijn zelfvertrouwen en het vertrouwen in mijn plan minder.
Ik verplicht mezelf om mijn impulsiviteit de kop in te drukken en mezelf aan te leren hoe ik goed doordachte plannen kan maken. Gefrustreerd door mijn idiote, puberale gedrag, laat ik mijn hoofd naar achteren leunen en sluit mijn ogen. Geen plannen, geen impulsiviteit. Gewoon rust. Ik kan toch niets doen, neem ik mezelf voor. Ik kan niet proberen om in de ventilatie te springen om zo te ontsnappen van mijn naderende dood aangezien mijn handen nog steeds op mijn rug gebonden zijn. Zuchtend probeer ik mezelf tot rust te laten komen zodat ik geconcentreerd op zoek kan gaan naar Allyn, Hanto en Dax.
Dax, de zwartharige, mysterieuze jongen waarvan ik altijd had gedacht dat hij me een regelrechte imbeciel vond en dat ik hem constant irriteerde met mijn aanwezigheid. Tot hij me met een grijnsende glimlach ooit een keer redde van groepje rivaliserende straatratten. Vanaf die dag wist ik dat ik gewoon mezelf kon zijn bij hem en dat hij me helemaal geen idioot vond.
Hanto, de kleine Rodian die allemans vriend is. Hij maakt je aan het lachen met de domste grappen, maar hij timet het wel altijd zo perfect dat je je op een slechte dag je je meteen terug beter voelt. Hij zal je nooit in de steek laten, zeker omdat hij van zijn geboorte is achtergelaten door zijn familie. Zijn bezorgdheid over jouw veiligheid en gezondheid zijn uniek.
Allyn, het bijzondere meisje dat me vond. Waar ik mee opgroeide. Zij is zoals mijn zuster, maar dan met verschillend bloed. We vormen een perfect moordenaarsduo, hebben dat ook al verschillende keren aangetoond. We vullen elkaars daden aan, voelen aan wat ontbreekt en wat gedaan moet worden. Toen ik een paar jaar terug ernstig ziek werd, is ze een week - samen met Hanto - niet van mijn zijde geweken.
Een warm gevoel tintelt door mijn lijf en laat me mijn pijn voor een aantal seconden vergeten. Ik concetreer me op de Force en ga op zoek naar de aanwezigheid van Dax, Hanto en Allyn. Langzaam speur ik de dichtstbijzijnde cellen af, maar vind geen herkenning. Ik zucht en vouw mijn benen over en onder elkaar tot ik in kleermakerszit zit. Terwijl mijn handen nog steeds op mijn rug zijn gebonden, sluit ik me af van mijn cel, de cellen naast me en uiteindelijk de wereld.
Ik ontspan me en laat me meevoeren naar de staat van het geweten waarin je in een meditatie verkeert. Ik ga op zoek naar Yoda die me misschien wel uitleg kan geven. Ik heb hem al een keer eerder ontmoet tijdens mijn meditaties toen ik nog bij Ashla – Ahsoka – was. Ik wring mezelf in verschillende bochten om hem te vinden in de oneindige wereld van de geest, maar vind geen herkenning. Ik laat het los en ontspan mezelf terug. Weg van de druk die ik mezelf opleg. Ik zie niets, maar voel hem wel. Hij spreekt niet tegen me, maar ik hoor wel zijn antwoorden. Ik moet afwachten. Geduld hebben. Alles valt op zijn plaats wanneer de tijd daar is. Ik geef toe en ga dieper in gesprek, niet meer met Yoda, maar met mijn eigen bewustzijn. Het juiste moment zal aanbreken en ik zal weten wanneer het aangebroken is. Ik kan me niet permitteren om overhaaste beslissingen te nemen tenzij iets anders op mijn pad me dat op legt.
Ik verbreek de meditatie en keer terug naar de realiteit. Mijn zelfverzekerdheid zou een boost moeten hebben gekregen, maar mijn geweten denkt daar anders over. Een droog gevoel blijft achter in mijn mond en ik staar koppig voor me uit.
Alles komt wel goed. Ik fiks het wel, denk ik naïef bij mezelf. Ik heb mezelf en de anderen al meerdere keren van de dood gered. Mijn vals optimisme slaagt niet aan en ik voel een verschrikkelijk vervelend gevoel onder mijn huid kruipen. Hoofdschuddend laat ik mijn hoofd hangen. Maar toen zaten we niet onder het toeziend oog van het Keizerrijk en was ik in een betere conditie, denk ik verbitterd.
Langzaam werp ik mijn blik omhoog tot ik het ventilatierooster zie. Heimelijk staar ik naar de luchtgaten die me voorzien van verse zuurstof. Als Ezra hier geweest zou zijn, zou hij ons al lang gered hebben, denk ik verbeten, smachtend naar zijn aanwezigheid. Zuchtend zak ik in elkaar. Neerslachtig, ontmoedigd en mijn lichaam uitgeput. Ik kan niets doen. Niet nu. Niet hier. Niet in deze omstandigheden.
Ik sluit mijn ogen, wachtend op de stormtroopers die me komen halen om me naar mijn executie te brengen. Ik haal snuivend adem. Ik zou zo niet mogen denken. Ik zou optimistisch moeten zijn en het niet mogen opgeven. Mijn zwakte misnoegd me.
Zuchtend werp ik een laatste blik op het ventilatierooster voor ik me op m'n zij draai en me in een foetushouding rol. Langzaam vallen mijn ogen dicht terwijl mijn gedachten afdwalen naar Ezra.
©Britt_02
JE LEEST
Strijders van de Vrijheid© (SWR)
FanficStar Wars Rebels fanfictie! Alle rechten gaan naar Lucasfilm en daarmee ook naar Disney. De ideeën van dit boek behoren tot mij toe en mogen niet zonder mijn toestemming gekopieerd worden. All Rights Reserved © 2017