023

1.2K 82 53
                                    

Vraag voor dit hoofdstuk: Tegen welk geluid kan je absoluut niet?

Mijn antwoord: Ik ga hier heer eerlijk over zijn: het geluid van een pen die piept als je hem opendraait zorgt ervoor dat de haren in mijn nek overeind gaan staan. Dat is zo'n hoog, vies, piepend geluid. Ook kan ik niet tegen het geluid van een nagel, pen die niet is opengeklikt of wat dan ook wat over papier krast. Dat is gewoon echt vreselijk.

Jullie antwoord: .....

______

Je had me gezien. In de allerlaatste seconden voor je verdween hadden jou ogen de mijne ontmoet. Hopen dat je niet doorhad dat het paar ijzige ogen bij mij hoorde wilde ik wel, maar het zou nutteloos zijn. Niemand kende mijn ogen beter dan jij. "Ik zou jou ogen herkennen tussen alle oogkleuren van deze wereld," had je me verteld. En dat bedoelde je ongetwijfeld letterlijk.

Nu jij wist dat ik jullie leven had gered zou de heer er hoogstwaarschijnlijk ook achter komen. Dat was een gedachte die alle kleur uit mijn al bleke gezicht liet trekken en de grond onder mijn voeten uit leek te halen. De heer van het duister zou ziedend zijn en mij de dood laten sterven die hij al zo lang voor jou gepland had. Tenslotte had hij ons ooit mee gedeeld dat iedereen die Harry Potter voor hem verborg gestraft zou worden.

Jou helpen te ontsnappen was wellicht niet hetzelfde als verbergen. Ik kon er van op aan dat de heer graag een uitzondering voor me maakte.

Mijn hele lichaam voelde verdoofd, mijn voeten brachten me terug naar de plaats waar we ons weer zouden verzamelen maar me hier echt bewust van zijn was ik niet. De blinde paniek gemend met het verdovende gevoel wat hieruit voortkwam stroomde door mijn lichaam en leek hem te besturen. Denken lukte haast niet meer.

'Is het gelukt?' vroeg mijn tante die met nieuwsgierige ogen naar me staarde. Iedereen was zich ervan bewust dat het niet gelukt was, maar de reden wiste ze niet. 'Ik heb hem niet gezien,' wist ik er zonder enige emotie uit te krijgen. 'Echter hoorde ik wel vreemde geluiden uit een huis komen.'

'Dat moet Nagini geweest zijn,' siste een dooddoener naast me. 'De heer heeft zonder het met ons te overleggen haar ook ingezet. Hij vertrouwde ons blijkbaar niet genoeg om ons zonder hulpje op pad te sturen.'

Niemand kon ontkennen dat de woorden van de man naast me als beledigingen klonken, iets wat mijn tante absoluut niet kon waarderen.

'Zo praat je niet over de heer van het duister,' siste ze kwaad, waarna ze direct haar toverstaf op hem richtte en Crucio riep. Het afschuwelijke geluid wat de man produceerde om zijn pijn aan te geven vulde mijn gehoorgangen, echter kon ik het niet opbrengen om medelijden te voelen voor de oudere man. Het liefste wilde ik terug naar huis, in mijn bed kruipen en een deken over me heen trekken.

 'Ik denk dat het zo wel weer kan Bellatrix,' snauwde een andere man na enkele seconden. 'We kunnen beter terug keren naar de heer.'

'En hem vertellen dat het ons weeral niet is gelukt?' vroeg ze, haar stem trillend van woede. 'We kunnen niet weer met lege handen terug keren. Hij rekende erop dat het ons ditmaal zou lukken. Iemand moet hier voor straffen!' krijste ze hysterisch. 'En ik weet al precies wie.'

Haar ogen gleden langs alle mensen en bleven langer in de mijne haken. De ziedende blik in haar ogen zorgde ervoor dat er een rilling over mijn ruggengraat trok die niemand ontging. Het enigste waar ik aan kon denken was dat ze het wist. Dat iedereen zich bewust was van de loyaliteit die ik niet aan de heer maar aan jou had getoond.

'Crucio!' gilde ze nogmaals, waarna ik mijn ogen kort dichtkneep. Van de verwachte pijn kwam niets terecht. De vrouw die naast mij stond werd namelijk door de boze dooddoener gemarteld. Haar schelle lach weergalmde over het lege plein terwijl ze haar maar een verraadster bleef noemen. 'Jij stond op de beste plaats!' gilde ze hysterisch. 'Hij is langs jou gekomen, dat moet wel!'

De woede die de oudere vrouw in zich voelde werd geblust door het martelen van een -in dit geval onschuldige- dooddoener. Ik kon enkel dankbaar zijn dat ze mij niet uitkoos. Een egoïstische gedachten, echter kon ik er niets om geven. Ik was degene die echt schuld had aan de gebeurtenissen, de waarheid was namelijk nog erger dan mijn tante vermoedde. Ik had jou laten ontsnappen, ik had je hulp aangeboden.

'Hij is bij iedereen langsgekomen,' merkte een de man op. 'Behalve bij Draco. Dat moet wel aangezien hij aan het einde van de straat aan is gekomen en in dat huis weer is verdwenen.'

De opmerking van hem leek mijn tante alles behalve te bevallen. 'Hij is niet langs mij gekomen!' krijste ze, de woede en verontwaardiging duidelijk hoorbaar in haar stem. 'Heb jij hem misschien doorgelaten?' vroeg ze vervolgens terwijl ze de man bij zijn kraag greep en hem dwong haar aan te kijken.

'Daar komen we maar op één manier achter,' sprak de andere man. 'De slang heeft ongetwijfeld gezien wie het was die de twee hielp. Wellicht is het niemand van ons maar iemand die de Potter jongen steunt en hen achterna is gegaan.'

'Dat is geen slecht idee,' stemde Bellatrix in waarna ze ieders hand beetpakte en we terug verdwijnselde naar de poorten van Villa Malfidus. 'Ga jij maar naar je kamer jongen,' sprak ze tegen me. 'Ik zorg er wel voor dat de bedrieger zijn welverdiende straf krijgt.'

'Zorgt u dat de verrader de straf krijgt die hem toebehoort en niets minder?' deed ik een poging steunend in haar beslissing te klinken. 'Uiteraard mijn jongen, maak je er maar geen zorgen over. Wie het ook was zal brandden.'

Ik wist een tevreden glimlachje rondom mijn lippen te toveren waarna ik in de richting van mijn kamer vertrok. Het was een heel groot voordeel dat ik emoties kon verbergen en mensen kon laten zien wat ze wilde. Velen malen had dat 'talent' me geholpen. Vroeger toen ik nog klein was en kattenkwaad uithaalde, zonet met mijn tante en bij jou. Al die keren kon ik mensen zonder enige moeite voorliegen door hen te laten zien wat ze wilde.

Eenmaal aangekomen in mijn kamer smeet ik de deur dicht, zakte ik door mijn knieën en kwamen mijn ware gevoelens er in één maal uit. Zo moest ik twee maal overgeven door de angst die door mijn lichaam stroomde, ik voelde me zo beroerd dat ik in bed kroop, mijn deken over mijn hoofd trok en huilde.

De gevoelens en de gevolgen die deze meebrachten wilde ik niet toonbaar maken, wetend dat mijn deur ieder moment open kon gaan en ik uit het bed gesleurd kon worden. Iedere minuut die voorbij trok voelde als een uur aan. Iedere minuut werd de angst sterker. Tot de klok twaalf maal sloeg en ik besefte dat de dag voorbij was en er niemand meer zou komen.

Ik had jou helpen te ontsnappen zonder dat iemand het door had gekregen.  

Not all Gryffindors are GoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu