044

1K 78 47
                                    

Mijn voeten stopte abrupt met lopen zodra ik een groep mensen onderscheidde. Sommige gezichten herkende ik, al herkende ik vooral gezichten van de mensen die voor hen stonden.

De heer van het Duister stond -breed glimlachend- in het midden, naast hem stonden tientallen, wellicht honderden- dooddoeners. De sfeer vanuit hun kant was opgewekt, al werd dit bedrukt door Hagrid die tussen alle mensen met een pijnlijk gezicht stond. Vanuit mijn ooghoeken zag ik hoe het Wemel meisje in elkaar zakte, en zich huilend vast klampte aan haar vader. Ook Hermelien stond met een bedrukt gezicht tegen de Wemel jongen aan, beide hielden hun tranen zo goed mogelijk in.

In het begin onderdrukte ik het. Ik onderdrukte het geen wat ik wist dat had plaatsgevonden. Tot professor Anderling mijn arm beetpakte en de luide stem van de heer van het duister over het plein sneed. 'Harry Potter is dood!' kirde hij enthousiast. De grond werd letterlijk onder mijn voeten vandaan getrokken, zonder professor Anderling was ik op de grond gezakt.

'Nee!' schreeuwde het Wemel meisje luid. Haar stem bezorgde me kippenvel, haar kreet had eigenlijk uit mijn mond moeten komen. Nu pas zag ik je lichaam. Hagrid hield je vast, zo dicht mogelijk tegen hem aan en met tranen rollend over zijn wangen. Je had het nooit hardop gezegd, maar ik wist hoeveel hij om je was gaan geven door de jaren heen. De pijn die hij zichtbaar voelde versterkte de mijne enkel.

'Jullie hebben verloren,' schreeuwde de heer luid. 'Jullie kunnen nu niets meer beginnen tegen ons.'

Mijn zicht vervaagde voor mijn ogen, je levenloze lichaam was het enige wat ik nog kon zien. Het voelde alsof een duiveltje mijn hart eruit had getrokken en er op aan het stampen was. De eerste traan ontsnapte uit mijn oog, tegenhouden kon ik hem niet langer.

'Sluit je aan bij ons, en we zullen samen de wereld overnemen. Als je dwaas genoeg bent om mijn aanbod niet aan te nemen zal ik niet genadig zijn en je doden.'

Een stilte viel over het plein. Niemand durfde een ander aan te kijken, angstig en bang voor wat de heer zou doen. Hun bron van hoop lag dood in de armen van Hagrid, ik kon ze niets kwalijk nemen. Met moeite probeerde ik de intenste pijn weg te slikken, al slaagde ik hier absoluut niet in. Mijn ogen vonden kort de betraande van professor Anderling, die net zoals vele andere hun verslagenheid niet wilde tonen.

'Wie van jullie wil zich vrijwillig aansluiten?' vroeg de heer nogmaals. 'Wie van jullie heeft genoeg hersens om zich aan te sluiten en samen met ons de wereld over te nemen?'

Niemand verliet zijn of haar plaats. Niemand durfde een vooroordeel te hebben. Onbewust besefte ik me dat mensen van mij verwachtte dat ik naar de heer toe zou lopen. Hun ogen prikte in mijn rug, al klemde professor Anderling haar hand dichter tegen de mijne.

'Draco,' klonk een fluistering over het plein. Vader stond met een uitgestoken hand naar me te kijken. Moeder stond naast hem, met een smekende glans in haar ogen. Ze durfde niet te spreken, al kon ik eenvoudig raden wat haar stem mij wilde vertellen. Zonder aarzeling zette ik een stap naar voren, en hierna nog een. Net zolang tot ik naast het Griffel meisje stond.

'Geef me een tand,' zei ik onder mijn adem en haast onverstaanbaar voor de buitenwereld. Toch voelde ik hoe Hermelien een Basilisktand in mijn hand drukte en haast bewegeloos naar me knikte. Nu zette ik nog een pas, en nog een. Iedere pas zorgde voor een brandend gevoel in mijn benen, iedere pas zorgde voor een steek in mijn hart. Vanuit mijn ooghoeken zag ik je levenloze lichaam nogmaals. Je ademde niet langer, je prachtige groene ogen sprankelde niet langer.

'Heel verstandig mijn jongen. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik niets anders had verwacht van jou.'

De heer wikkelde heel kort zijn armen om mijn lichaam en zorgde er direct voor dat een misselijk gevoel door mijn lichaam trok. Ik walgde van hem, van zijn aanraking en van zijn daden.

'I-Ik zou graag nog iets willen zeggen,' zei ik met een kalme stem. De tranen stonden niet langer in mijn ogen al voelde ik ze gevaarlijk prikken. Het koste me alle zelfbeheersing die ik had om de heer niet aan te vallen. 'Maar natuurlijk jongen, dat begrijpen we allemaal en we kunnen niet wachten om te horen wat je ons te vertellen hebt,' ondanks dat er sarcasme in zijn stem klonk lachte enkel Bellatrix om zijn woorden. Ze stond op een hoopje puin en keek de menigte toe, alsof ze de heerser van het hoopje stenen was geworden.

'Dat Harry nu dood is, dat betekend niets,' zei ik, en direct trok er een verontwaardigd gevoel door de menigte. 'Iedere dag sterven er mensen, iedere dag gaan talloze lichamen de grond in of veranderen ze in as. Al deze doden ontnemen de hoop niet van de mensen.'

Voor een moment viel ik stil. De verontwaardigde gezichten die me toekeken moedigde me enkel aan om door te praten. 'Harry is dood,' ging ik verder, waarna ik vluchtig de brok in mijn keel wegslikte. 'Al betekend dit niet dat jullie de hoop mogen opgeven. Harry betekende alles voor me, hij was mijn reden om te leven. En nu ik hem verloren heb heb ik niets meer om voor te vechten, dus waarom zou ik me niet aansluiten bij de heer van het duister?'

Niemand beantwoorde mijn vraag, al was het ook niet bedoeld voor een antwoord.

'Nu Harry dood is, ben ik iets gaan beseffen. Hij kan niet voor niets zijn gestorven, net als alle anderen. Enkel jullie -sorry wij- kunnen ervoor zorgen dat alle doden niet zijn gestorven voor niets. En dat is precies waarom wij moeten afmaken waar Harry aan is begonnen. Wij moeten -samen- een einde maken aan het tijdperk van Voldemort.'

De glimlach die de heer rondom zijn lippen had gehad verdween als sneeuw voor de zon zodra mijn woorden tot hem doordrongen. Een kreet van vreugde trok door de menigte, waarna Hermelien haar vuist in de lucht hees en iedereen luid toeriep. 'Voor Harry!' schreeuwde ze luid. In een vlugge beweging wierp ik de tand in de richting van Nagini, al miste ik hem door het horen van een doffe dreun.

Vanuit mijn ooghoeken zag ik namelijk hoe jij jezelf uit de armen van Hagrid liet vallen en zo snel je kon naar de rest toe rende.

Not all Gryffindors are GoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu