042

1K 70 32
                                    

De zwarte rook voor onze ogen begon te veranderen. Het magische effect die de herinneringen met zich meebrachten werkte op mijn lichaam in, een waas spoelde door mijn aderen. Niet lang hierna vervormde de zwarte rookwolken tot een prachtig groen grasveld, waar niets anders op te vinden was dan twee kleine meisjes en een grote boom.

Het mooiste meisje van de twee -de roodharige- hield haar hand open naar het andere meisje met de bruine haren wiens ogen samengeknepen toekeken. Naast me hoorde ik iemand naar adem happen. Echter drong het na een paar seconde pas door dat jij inmiddels naast me stond en met grote ogen naar de twee meisjes keek. Zonder enige aarzeling pakte ik je hand vast, als symbool dat ik je niet alleen liet. En nooit alleen zou laten.

Uit het niets haalde het meisje met de donkerbruine haren uit waardoor het kleine bloemetje wat was ontstaan levenloos op de grond viel. Ze haalde haar roze lippen van elkaar en schreeuwde woorden die voor kippenvel op mijn armen zorgde. 'Freak!' schreeuwde ze, al klonk ze niet angstig maar boos. 'Je bent een freak Lily!'

Nu was het mijn beurt om naar adem te happen. Het kleine meisje voor ons was Lily Evans; jou moeder. Met haar roden haren en tengere figuur leek ze niet op je, al was het meisje voor me nog maar een kind. Voorzichtig kneep ik kort in je hand, al bleef een reactie uit. Weeral hapte je naar lucht, ditmaal omdat er een klein jongetje uit de boom gekropen kwam. Hij had ravenzwarte haren die tot net boven zijn schouders kwamen en droeg een versleten pak. Ik besefte direct dat dit professor Sneep in zijn jonge jaren was, al verbaasde het me dat hij naar Lily glimlachte. Zijn vingers viste een blaadje van de grond, waarna hij het blaadje als een helikoptertje naar het meisje voor hem liet vliegen.

Voor het andere meisje -vermoedelijk je tante Petunia- betekende deze kleine vorm van magie al genoeg, na nog een laatste keer freak te hebben geroepen brachten haar voeten haar zo snel ze maar konden weg. Weg van je moeder en het jongetje.

Uit het niets stonden we bij een boom. Het meer waar de boom bij gepland stond had een kalmerend effect op mijn lichaam. 'Ze is gewoon jaloers,' hoorde ik de kille klanken van de stem van het jongetje zeggen. Hij lag naast je moeder op het gras onder de boom, hun voetjes raakte elkaar haast. 'Omdat jij speciaal bent, en zij gewoon,' legde hij zijn eerder gezegde woorden uit.

'Dat is gemeen, Severus,' reageerde het kleine roodharige meisje. Met een schok realiseerde je je dat het jongetje professor Sneep was, en dat ze vroeger bevriend waren geweest. Je groene ogen keken verschrikt, alsof je wanhopig naar iets zocht wat erop zou wijzen dat dit een leugen was.

De twee voor ons keken elkaar kort aan, waarna het beeld weer begon te vervagen. Niet lang hierna stonden we in de Grote Zaal, en hoorde we hoe je moeder werd ingedeeld in Griffoendor. Ze glimlachte breed en keek voor ze plaatsnam aan de tafel kort naar professor Sneep, die ondanks dat er een glimlach rondom zijn lippen zag met pijn in zijn ogen naar haar keek.

Het roodharige meisje nam plaats op het bankje naast een jongetje die me sterk aan jou deed denken. Hij stak zijn hand naar haar uit, en ondanks dat ze met een frons rustend tussen haar wenkbrauwen naar haar keek schudde ze zijn hand. 'Lily Evans,' stelde ze zichzelf met een glimlach voor. 'James Potter,' noemde hij ook zijn naam. Voor het beeld wederom begon te vervagen voelde ik hoe je haast door je knieën zakte.

Nu stonden we in één van de vele gangen in het kasteel. De jonge Lily liep samen met professor Sneep over de gang, hun voeten liepen traag door het gewicht van de vele boeken die ze in hun armen droegen. Uit het niets kwam er tussen hun in twee jongetjes geglipt. Ze gierde het uit van het lachen zodra de boeken die ze vasthielden op de grond vielen met een doffe dreun. Het was James Potter, en naast hem liep een jongetje die enkel Sirius Zwarts kon zijn. Ze gaven elkaar trots een high-five.

Het beeld vervaagde weer, en voor een moment zagen we je beide ouders. Dansend, kussend en gelukkig. Kort na dit gezien te hebben vervormde het beeld weeral, dit maal hoorde we de heer van het duister sissend de naam van onze professor zeggen. Professor Sneep zag er weer uit zoals hij in onze beleving eruit zag. Een straal van intens wit licht viel op hem, waarna professor Perkamentus kalm zijn naam zei.

'Alstublieft,' fluisterde de professor smekend. Het schoolhoofd keek hem koel aan. 'Ze willen haar zoon doden, alstublieft. Ik smeek het u, voorkom dit.'

De smekende toon in de stem van professor Sneep zorgde voor een rilling over mijn ruggengraat. De tranen die achter zijn ogen prikte toonde emoties waarvan ik nooit had gedacht die bij de professor te zien. 'Wat krijg ik ervoor?' vroeg professor Perkamentus, die kalm door de ruimte ijsbeerde. 'Alles,' fluisterde de professor. 'Alles wat u maar wilt.'

Voor we professor Perkamentus antwoord konden horen geven stonden we in een gang. Overal lagen afgebroken stukken hout, rommel en andere dingen die op verwoesting wezen. Er klonk luid gehuil vanuit een van de kamers. 'Kom op,' fluisterde ik haast geluidloos naar je, waarna ik je voorzichtig aan je hand mee de kamer in trok. Er zat een vrouw in de kamer, op haar knieën voor een babybedje. De baby keek met vragende ogen naar zijn moeder, en ondanks dat ik niets wist van jou verleden herkende ik jou in dit kindje.

'Harry,' fluisterde de vrouw -jou moeder- zachtjes. Hiermee bevestigde ze mijn -en ongetwijfeld ook jou- vermoedens. 'Mama houdt van je. Papa houdt van je. Blijf veilig, blijf sterk,' fluisterde ze. Dit waren haar laatste woorden, voor ze de kans kreeg om nog iets te zeggen klonk er een luide stem achter haar en werd de kamer gevuld met groene vlammen. Haar lichaam viel levenloos op de grond.

'Je zei dat je haar veilig zou houden,' klonk de ijzige stem van professor Sneep. We stonden weer in het kantoor van professor Perkamentus, wiens ogen zorgelijk stonden. 'Lily en James vertrouwde de verkeerde persoon, Severus,' sprak de oudere man. 'Maar de jongen leeft nog.'

'Hij heeft geen bescherming nodig, de heer van het duister is weg,' sprak professor Sneep met verdriet en pijn zijn stem. 'De heer van het duister zal terug keren,' ontkrachtte de oudere man direct zijn woorden. 'Als dit gebeurd zal de jongen in gevaar zijn, hij heeft haar ogen.'

Een snik ontsnapte aan de lippen van de professor, wiens hart gebroken was. 'Als je echt van haar hield.'

'Niemand mag het weten,' sprak de professor voor de oudere man een kans kreeg om uit te praten. 'Ik wil weten of ik je kan vertrouwen. Of jij de jongen zal beschermen die iedere dag in gevaar zal zijn. Ben je bereid om alles op alles te zetten om hem veilig te houden?'

Het beeld vervaagde, ditmaal zagen we professor Sneep over de gangen van je oude huis lopen. Je vader lag bovenaan de trap, met opengesperde ogen. Ogen die voor altijd in het niets zouden staren. Professor Sneep liep de kamer in waar Lily Potter levenloos op de grond lag. Tranen rolde over zijn ogen, waarna hij op de grond zakte en haar tegen zich aanhield. Huilend.

We keken toe hoe hij haar vasthield, net zolang tot we weer in het kantoor van professor Perkamentus stonden. 'Je kunt me niet negeren Severus. We weten beide dat de Malfidus jongen mij zal vermoorden. Echter weten we ook beide dat hij hier niet in zal slagen, ik wil dat jij het doet. Ik wil dat jij me dood Severus. Dan vertrouwd hij jou en kan jij de jongen voorbereiden.'

'Voorbereiden om te sterven?' vroeg professor Sneep kil. 'Je weet dat er geen andere optie is, Severus. Een deel van Voldemort leeft in hem. Door zijn moeders liefde is hij het gruzelement geworden wat hij nooit wilde maken. De jongen moet sterven.'

'Ik kan niet geloven dat je hem hebt laten leven, enkel zodat hij kan sterven.'

'Vertel me niet dat je om hem bent gaan geven, Severus,' zei de oudere man kalm. Professor Sneep reageerde niet op zijn woorden, maar riep zijn patrones op die als een blauwe waas door de kamer galoppeerde. 'Lily?' vroeg de professor met verbazing in zijn stem. Zijn ogen volgde de patrones die professor Sneep had opgeroepen, de patrones die hij deelde met jou moeder. 'Na al die tijd?'

Professor Sneep kneep voor enkele seconden zijn ogen dicht, waarna hij professor Perkamentus weeral aankeek. 'Altijd.'

Not all Gryffindors are GoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu