025

1.1K 109 90
                                    

Vraag voor dit hoofdstuk: Hoe oud zijn jullie? :)

Mijn antwoord: Ik ben 14 ^_^

Jullie antwoord: ....

Oh en voor ik wil beginnen wil ik graag iets vragen aangezien het me is opgevallen dat steeds minder mensen dit lezen/stemmen of voten (ik ben heel dankbaar voordegene die dit nog wel doen!) Maar ik vroeg me af of er misschien iets is wat verbeterd kan worden aan dit boek of wat jullie anders zouden willen zien. Tips zijn altijd welkom dus wees niet bang om me te vertellen waar je je eventueel aan stoort!

Heel veel liefs x,

___________

'Draco? Darco?' weergalmde de bezorgde stem van mijn moeder door mijn hoofd die me uiteindelijk ook terug bracht naar de plaats waar ik oorspronkelijk had gestaan; het kantoor van mijn vader. Haar donkere ogen onderzochten me nauwkeurig. 'Wat was dat Draco? Voel je je wel goed?'

Het feit dat mijn hele lichaam haast verdoofd aanvoelde hielp niet mee met het beantwoorden van haar vragen. Ik wilde wel, maar kon mijn lichaam hier niet toe zetten. Het idee dat je ieder moment de poorten binnengebracht kon worden samen met je vrienden zorgde voor een misselijk gevoel in mijn maag. Weten dat ik ditmaal niets voor je kon betekenen moest ik haast wel, al weigerde ik dit simpelweg.

'Mam, we moeten naar beneden. Ik heb geen tijd om het uit te leggen maar we mogen ze niet binnenlaten,' zei ik in één adem op een gehaaste toon terwijl ik dwong mijn lichaam te laten werken. Ik greep de pols van mijn moeder vast en sleurde haar haast me het kantoor uit. 'Draco waar heb je het over?' stelde ze nogmaals een vraag. Ze liet zich gewillig meevoeren, iets wat mij niets verbaasde. 'Wat is er aan de hand jongen? Wie mogen we niet binnenlaten?'

'De bloedhonden,' siste ik, rondkijkend of er niemand was die 'toevallig' meeluisterde. De verbaasde blik in haar ogen maakte het er niet eenvoudiger op al besloot ik haar in de onwetendheid te laten. Er was later nog tijd voor uitleg, jou redden kon niet op een ander tijdstip gebeuren.

Met snelle passen beende we in de richting van de deur, maar nog voor we een stap buiten konden zetten zag ik in de schemering die rond het huis heerste een gestalte onze kant op komen. Een gestalte die niet alleen was.

'Er zijn nieuwe gevangenen,' constateerde mijn moeder. 'Is dat niet juist een goed iets?' vroeg ze verder, maar een antwoord vanuit mijn kant bleef uit. Mijn vingers oefende niet langer druk op de pols van mijn moeder uit, iets wat als gevolg had dat haar pols terug naast haar lichaam hing en ik hem niet langer vasthield. 'I-Ik moet hier w-weg,' zei ik stotterend terwijl honderden gedachten door mijn hoofd kropen. 'Hou ze bezig mam. Zorg er alsjeblieft voor dat ze hen niks aandoet,' smeekte ik haar haast. Ondertussen was ik er namelijk al achter gekomen dat één van hen mijn tante was, en wat zij met jou zou doen zodra ze realiseerde dat het inderdaad om jou ging kon ik de gevolgen niet overzien. Ik kon haar jou niets aan laten doen, tijdrekken en een plan bedenken waren de enigste twee dingen die in me op kwamen. 'Alsjeblieft moeder, alsjeblieft,' smeekte ik haar met de tranen prikkend achter in mijn ogen. 'Rek zoveel mogelijk tijd, ik regel de rest.'

Inmiddels hadden jullie bijna de ingang bereikt. Ik wierp nog een laatste blik op de vrouw die mij had opgevoed voor ik me haastig uit de voeten werkte en de trap op holde. De adrenaline stroomde nu met iets mindere maten door mijn lichaam, al zag ik hier en daar nog een beetje zwart voor mijn ogen. Jou iets laten overkomen kon ik niet over mijn hart verkrijgen. Er moest haast iets zijn wat ik kon ondernemen, dat moest.

Eenmaal in mijn kamer griste ik alle boeken van de boekenplank die ik had over dergelijke situaties. Ik raadpleegde zelfs mijn vele schoolboeken in de hoop op een plan te kunnen komen. Maar ieder boek wat ik doorbladerde bevatte geen nuttige informatie die ik in deze situatie kon gebruiken. Tenslotte bevond ik me in een huis gevuld met dooddoeners die het wél als hun taak zagen jou te vangen en uiteindelijk te doden.

Al mijn hoop vervloog en zonk zelfs tot onder het nul punt toen een kloppend geluid mijn gehoorgang vulde. 'Zoon?' klonk er vragend door de deur heen. 'Zoon je moet nu met me meekomen. We denken Harry Potter te hebben.'

'Ik eh,' verlieten de woorden aarzelend mijn mond. 'Ik heb geen tijd.'

'Hoe bedoel je geen tijd?' vroeg mijn vader op een vragende toon. 'Het gaat er niet om of je tijd ervoor hebt ja of nee. Als dit Harry Potter is die we in ons huis hebben zal de heer ons voor altijd op een hoge plaatst hebben staan. Weet je hoeveel dit ons kan opleveren?' vroeg hij ratelend, al beantwoorde ik zijn vragen niet. Hij wilde namelijk helemaal geen antwoord. 'Dus kom op zoon, wat je ook aan het doen bent kan wachten. Dit is vele malen belangrijker.'

'Oké,' gaf ik toe, wetend dat ik geen andere keuze had. Mijn bezorgdheid wegens jou mocht niet teveel opvallen. Ik hees mijn lichaam uit de stoel en opende de deur, waar ik door een glunderende vader werd begroet. 'Ik kan niet geloven dat dit echt is,' zei hij met trots in zijn stem. 'We hebben hem, dat weet ik haast zeker!'

'Waarom ben ik dan nodig?' vroeg ik op geïrriteerde toon terwijl we onze weg vervolgde naar de plaats waar jullie ongetwijfeld vastgehouden werden. 'Omdat we het zeker moeten weten. We willen de heer tenslotte niet voor niets hier heen halen. Mocht het hem niet zijn dan zou hij ziedend worden, begrijp je dat? Hij zou ons allen doden uit wraak.'

'Ik begrijp het,' mompelde ik met tegenzin. 'Jullie willen het zeker weten en hebben mij daar voor nodig.'

'Precies,' benadrukte vader het een laatste maal voor we de zaal in liepen. Wemel en Griffel vielen me direct op, zij werden door een bloedhond vastgehouden en hadden geen enkele kans om te kunnen ontsnappen. Jij daarin tegen werd door Bellatrix op een stoel gehouden. Ze trok aan je haren zodat je gezicht meer dan zichtbaar was voor mij. Direct herkende ik je, wellicht aan je ogen. Of aan je lichaam.

'Draco,' klonk de opgewekte stem van mijn tante die direct naar me gebaarde dat ik jullie moest benaderen. 'Kijk goed jongen, neem je tijd als het nodig is. We moeten het zeker weten,' ratelde ze opgewekt. Ik zakte door mijn knieën om op die manier op gelijke ooghoogte te kunnen komen met jou. Ik werd door twee angstige grasgroene ogen begroet die er direct voor zorgde dat er een warm gevoel in mijn maag ontstond.

'Raak hem anders aan als je dat helpt Draco. We moeten het 100 procent zeker weten. Als we de heer voor niets roepen zal hij ziedend worden,' herinnerde Bellatrix me nogmaals aan het belang dat we het zeker moesten weten. Iets wat ik allang deed.

Toch bracht ik mijn hand naar jou wang, om heel even je zachte huid te kunnen voelen. Hij voelde nog precies hoe ik me kon herinneren. Er was geen twijfel over mogelijk dat jij hiervoor me zat. Angstig en vastgebonden. Hoewel ik dit had kunnen zeggen weigerde ik. En in plaats daarvan loog ik.

 'I-Ik weet het n-niet zeker. Maar ik zou bijna denken van niet.'

Not all Gryffindors are GoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu