Hoofdstuk 11

505 31 7
                                    

"Elise Pluijmen, 31 jaar, vermist sinds eergisteren." Fenna vat het kort samen voor zichzelf, en draait zich dan terug naar haar team. "Wat hebben we tot nu toe?" Evert neemt het woord. "We hebben vrij weinig, eigenlijk. Bram en ik hebben gisteravond haar vriend nog gesproken, Roy, maar daar kwam weinig zinnigs uit. We kregen de melding pas laat, dus wij hebben verder weinig gedaan." Hij kijkt naar zijn collega's. Bram knikt, "die Roy was helemaal kapot van verdriet. Heeft er sowieso niets mee te maken."

Na het aanhoren van haar mannelijke collega's kijkt Fenna naar Liselotte, die zich stil heeft gehouden. "Heb jij al wat, Lies?" Liselotte knikt trots, "we hadden haar laptop gekregen van Roy, en die heb ik gisteravond nog helemaal doorzocht. Ik heb ontdekt dat ze al een tijdje regelmatig mailtjes krijgt met daarin bedreigingen. Ze zijn verstuurd vanaf een anoniem e-mailadres, maar ik heb het IP-adres kunnen achterhalen. Dat adres is gekoppeld aan Van Leeuwen, het bedrijf waar Elise werkte."

"Super Lies!" Bram geeft zijn collega een schouderklopje en springt dan op. Hij kijkt naar Evert en trekt zijn leren jack aan, "let's go!" Evert staat ook op, en Fenna volgt automatisch. "Fenna, wat hadden we afgesproken?" Hoort ze opeens Van Zijverden achter zich vragen. "Oh ja," ze zucht en kijkt naar de mannen, die het gebouw verlaten. Dan laat ze zich zakken op haar bureaustoel en probeert ze achter haar computer zo veel mogelijk informatie over Elise Pluijmen te achterhalen. Doordat ze gisteren niet op het bureau was heeft ze een informatieachterstand opgelopen, en die probeert ze nu zo goed mogelijk in te halen.

De rest van de dag verloopt traag voor Fenna. Evert en Bram hebben een aantal collega's van Elise meegebracht om te verhoren, maar zij mag niets anders doen dan hun achtergronden natrekken via haar computer. Halverwege de dag heeft ze hierover een stevige discussie met Van Zijverden, ze vindt zelf dat ze best mensen kan verhoren, dat is weinig belastend, maar haar baas is het niet met haar eens. "Rustig aan doen, Fenna, dat was de afspraak," vertelt hij haar, en daarmee sluit hij de discussie. Ze kijkt hem gefrustreerd aan, en werpt dan een blik op Evert, in de hoop dat hij haar zal helpen. Hij zegt niets, en dat levert ook hem een boze blik op.

Rond een uur of vijf staat Fenna op van haar bureaustoel, om even een glaasje water te pakken. Haar lichaam protesteert hevig tegen de plotselinge beweging, en een kreun ontsnapt uit haar mond. Evert kijkt meteen naar haar op. Er komt geen woord uit zijn mond, maar zijn blik zegt genoeg. Fenna dwingt zichzelf om naar hem te glimlachen. "Het gaat wel," mompelt ze, "beetje stijf." Ze vist het doosje met ibuprofen uit haar tas en slikt een van de pilletjes door met een paar slokken water. Evert blijft haar maar aankijken, "ga naar huis, Fenna." Zegt hij uiteindelijk.

Fenna twijfelt, en Evert ziet het. Het verbaast hem. In elke andere situatie was ze meteen tegen hem in gegaan, en was ze gewoon gebleven. Haar twijfel zegt volgens hem veel over hoe slecht ze zich voelt.

Evert heeft gelijk. Fenna's hele lichaam doet nog steeds pijn, en ze is moe. Naar huis gaan en lekker in haar bed kruipen klinkt verleidelijk, maar ze wil niet tegenover haar collega's toegeven dat ze zich niet goed voelt. Zeker niet nadat ze gisteren ook al thuis is gebleven.

Uiteindelijk blijft Fenna op het bureau, totdat Van Zijverden een halfuurtje later langsloopt en haar naar huis stuurt. Hij herinnert haar aan hun afspraak over korte dagen, en ze knikt. Ze is opgelucht, nu heeft ze een excuus om naar huis te gaan. Als ze het bureau uitloopt hoort ze voetstappen achter zich. Verschrikt draait ze zich om, en ze is opgelucht als ze ziet dat het Evert maar is. Ze zwaait naar hem en loopt door, maar hij volgt haar. "Fen, red je het een beetje? Je kan naar mij komen vanavond, dan hoef je zelf even niks." Ze vindt zijn aanbod lief, maar toch schudt ze haar hoofd. "Ik red me wel, Evert. Bedankt voor gisteren, maar dat is echt niet meer nodig." Hij knikt, "oké dan. Als jij er zeker van bent. Als er iets is weet je me te vinden, hè?" Hij glimlacht naar haar, en loopt dan terug naar het bureau.

-----------------------------

ik heb vakantie, dus ik ga proberen om elke dag te uploaden ;)

xoxo Laura

SamenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu