In een fractie van een seconde laat de man mij los waardoor ik via de muur op de grond zak. De man doet gelijk zijn handen omhoog. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat de man tegen de muur wordt geplakt door een wit goedje, (Ja dat klinkt fout 😂), het witte goedje komt mij bekend voor. Ik wil mijn hoofd optillen maar dat wordt al gedaan door een hand. Mijn ogen ontmoeten het rode masker van Peter. In de verte klinkt politie. "Ik heb de politie gebeld." fluistert hij. Ik knik naar hem. Mijn benen voelen als pap en mijn gedachten slaan op hol. Zijn warme adem voel ik tegen mijn gezicht. "Kom. De politie handelt het wel af met die man." Zijn arm sluit zich om mijn middel en hij trekt me omhoog. Alles gebeurd in een soort van waas. Peter sleept/trekt me uit het steegje. Op straat is de politie nog nergens te bekennen ook al hoor ik nog steeds de politie auto's dichterbij komen. "Hou je goed vast." Het enige wat ik kan doen is knikken want Peter schiet al een spinnenweb naar een hoog gebouw.
In een fractie van een seconde zwaaien Peter en ik samen door de lucht. Hij schiet de ene spinnenweb naar de andere en ik kan een grote glimlach niet onderdrukken. Met grote ogen kijk ik hoe alles onder mijn voeten steeds kleiner wordt omdat we steeds hoger gaan. Alles wat er zonet is gebeurd heeft mijn gedachtes al verlaten. Eigenlijk zou ik bang moeten zijn dat ik zou kunnen vallen maar ik weet zeker dat Peter mij niet zou laten vallen.
En hij zou Emily voor geen goud nog een keer laten gaan en dat zou hij haar nu ook duidelijk maken. Haar lach, haar ogen die twinkelen in de mannenschijn, haar haren die alle kanten op vliegen, haar armen die stevig om zijn lichaam vastgeklemd zitten, al die dingen had hij gemist. Hij had zoveel vragen, heeft ze nog aan hem gedacht, was ze ook verliefd op hem, wil ze nog wel vrienden zijn. Hij had het geluk dat hij zijn masker op had want hij had zich rot geschaamd als ze zijn gezicht kon zien, die helemaal rood was van het blozen.
Met beide voeten land ik voorzichtig op het dak van een gebouw. Peter laat mijn middel los. Hij pakt voorzichtig mijn hand. Twijfelend kijk ik naar onze handen die in elkaar verstrengeld zitten. Het doet pijn maar tegelijkertijd voelt het zo goed en vertrouwd. Hij trekt me langzaam mee naar de rand van het gebouw waar hij met zijn benen over de rand gaat zitten. Ik ga naast hem zitten.
Zijn hand gaat naar zijn masker. Vlug pak ik zijn hand. "Mag ik?" vraag ik zacht. Hij geeft een klein knikje. Langzaam trek ik zijn masker van zijn gezicht. Mijn ogen ontmoeten zijn chocolade bruine ogen. De ogen waar ik verliefd op werd. De ogen met een verhaal. De ogen van een tienerjongen. Alleen leken ze nu anders. Ze glinsteren niet meer hoe ze eerst glinsterden. Zijn bruine haren staan alle kanten op. Allebei zijn we stil, misschien is het wel beter dat we stil zijn. Het enige wat we doen is naar elkaar kijken. Hij zet zijn hand naast zijn lichaam neer en ik leg mijn hand op die van hem. "Dankjewel. Als jij er niet was dan was ik, ik wil niet eens weten wat er dan was gebeurd." mompel ik. "Gelukkig hoef je ook niet te weten wat er dan was gebeurd." Er ontstaan een klein glimlachje op zijn gezicht waardoor ik ook begin te lachen. "Heb je wel aan me gedacht?" vraag ik. Hij bijt voorzichtig op zijn lip. "Natuurlijk. Ik ben nog zo vaak naar dat Starbucks tentje geweest in de hoop dat jij er misschien zou zijn. Ik heb honderd keer geprobeerd een berichtje naar je te sturen maar ik durfde het niet te versturen. Er is geen dag voorbij gegaan waar ik niet aan jou dacht." geeft hij toe. Mijn wangen beginnen te gloeien.
Wanneer ik weer naar Peter zijn ogen kijk zie ik dat ze weer glinsteren. Dezelfde glinstering als toen ik hem had ontmoet. Allebei zijn we weer stil. Zo stil dat het bijna ongemakkelijk zou zijn voor andere maar voor ons niet. Het voelde goed om weer bij hem te zijn. "Ik heb je gemist Peter. En ik heb ook veel aan jou gedacht. Zoveel dat ik gek van mezelf werd." Langzaam kantelt hij zijn hoofd. Ik volg zijn voorbeeld en doe hetzelfde. Zijn warme adem komt weer dichterbij. Wanneer ik bijna zijn lippen voel stopt hij. "Mag ik je kussen?" vraagt hij zacht. Ik rol met mijn ogen. "Kom hier sukkel." Vlug leg ik mijn handen in zijn nek en ik druk hem langzaam dichterbij totdat zijn lippen die van mij raken. Zijn rechterhand legt hij voorzichtig neer op mijn bovenbeen. Onze ademhalingen gaan tegelijk. Een sensatie dat ik nog nooit eerder heb gehad gaat door me heen. Honderden dingen spelen zich af in mijn buik. Al mijn gedachtes zijn weg het enige waar ik nog aan kan denken is Peter.
Wanneer hij zijn lippen van die van mij afhaalt zie ik hoe rood zijn gezicht is geworden. "Ik hou van je Peter." Twee grote bruine ogen kijken me aan. "Ik-ik uh wacht even." Peter voelt in zijn zakken en haalt er een klein doosje uit. Hij wend zich weer tot mij en schraapt zijn keel kort. "Ik heb deze gekocht in Duitsland. Dit lijkt me wel een geschikt moment om hem te geven." Hij overhandigt het doosje aan mij. Ik maak hem open en zie ik klein kettinkje met een hanger in de vorm van een spin er aan. Onzeker kijkt hij me aan, waarschijnlijk is hij bang voor mijn reactie. "Peter, hij is echt geweldig." Schreeuw ik uit. "Dankjewel!" Ik trek hem in een knuffel. Een korte vertrouwde knuffel. "Sorry van alles. Ik deed echt heel kinderachtig." geef ik toe. "Maakt niet uit. Starks zijn nou eenmaal moeilijk en kattig." zegt hij met een grijns op zijn gezicht. Ik geef een stomp tegen zijn arm. "Helemaal niet. Parkers zijn pas moeilijk." Hij begint te lachen.
"Maar uh-wil." Hij krabt ongemakkelijk aan de achterkant van zijn nek. "Wil je nu mijn tja snap je?" Ik verstrengel mijn vingers weer met die van hem. "Natuurlijk wil ik je vriendin worden." zeg ik. Een opgelucht geluidje verlaat zijn mond. "Ik wacht hier al zes maanden op weet je dat!" Hij slaat zijn arm om me heen en ik verstop mijn gezicht in zijn nek. Mijn leven gaat eindelijk weer eens z'n gangetje, hopelijk blijft dat ook nog lang zo.
JE LEEST
The road to friendship ~ [Dutch][IronMan/PeterParker]
FanfictionVoor het hotel stopt een gele taxi. Er stapt een jongen uit, bruin haar een een zwarte bril. Snel knipper ik nog een keer met mijn ogen. Nog steeds zie ik een jongen met bruin haar en een zwarte bril. Ik kan mijn ogen niet geloven en knipper nogmaal...