Waarom? Zeg me waarom.

66 1 0
                                    

"Ik zakte weg. Pijn. Schrammen.
En dan, plots:
Stilte.
."

Stilte.
Ik schrok wakker. Ik was helemaal niet waar ik dacht dat ik was. De pijn voelde zo echt aan, maar hij was niet echt. Mentaal wel natuurlijk.
Bezweet kroop ik uit mijn bed. Ik zette me op de grond met mijn hoofd tegen de kast.
Hoe kon ik nu zoiets dromen? Plots kwamen al mijn herinneringen van vroeger naar boven. Hoeveel keer ik vroeger op het punt had gestaan om mijn 'droom' te realiseren, dat kon ik niet meer navertellen. Een ding wist ik wel zeker: het feit dat ik hier weer over begon te dromen, kon niets goeds betekenen. Wel ja, een droom kon je het niet echt noemen... Ik noemde het liever een nachtmerrie.
Nog nooit had ik plots zoveel nood aan haar steun, maar uiteindelijk was het wel door heel deze situatie dat ik zo begon te dromen... Ik wist niet hoe ik me moest voelen. De drang om mezelf pijn te doen, werd groter. Ik dacht aan wat mijn tovenares me had bijgebracht.
Niet doen, T. Positiviteit is aantrekkelijk. Dat had Mara me toch eens wijsgemaakt...
Nu zat ik daar. Wachtende op niets. Van de ene slapeloze nacht naar de andere, alsof ik niets beters te doen had. Kotsbeu was ik het. Maar ja, wat had ik nu nog in godsnaam te kiezen? Positief worden, dat was mijn keuze. Ik zou er verdomme aan werken, als dat een goede reden was om terug te krijgen wat bijna twee maand van mij was geweest. Ja, dat besluit stond vast. De hele nacht bleef ik staren naar mijn plafond. Zo lang zelfs, dat het nog interessant werd. Al die lijnen en rare figuren die ik zag, begonnen me af te leiden. Plots maakten ze me toch moe, waardoor ik nog twee volle uren kon doorslapen. Langer kon helaas niet, want ik moest alweer naar school...

De volgende ochtend zag ik er al even slecht uit. Veel kon het me niet schelen om eerlijk te zijn. Ik kon het toch op de slapeloze uren steken deze keer, en niet op mijn tranen, want die waren er niet meer. Eigenlijk kreeg ik ook de kans niet om te wenen.

"T, als ik vanavond thuiskom, wil ik geen lang gezicht meer zien hé. Je gaat eten, je gaat lachen, en je kan maar maken dat je stopt met wenen. Stop met zo dom te doen, laat het los.", zei mijn moeder met een geïrriteerde stem.
Ik keek naar de cornflakes die voor mijn neus stonden en besloot om ze aan de kant te schuiven. Ik at toch niet. Al drie dagen niet. Misschien kon ik daarvoor ook eens mijn countdown opzetten? Wat mijn moeder zei, had me lastig gemaakt. Hoe kon ik nu twee dagen later al doen of alles oké ging met me? Ze had gelijk, ik moest het loslaten, maar niet zo snel. Niet nu.
Ik ben hier nog niet klaar voor, moeder.

Hopende dat ik haar nog zou tegenkomen, liep ik naar het station. Natuurlijk was ze er al lang niet meer. Wat dacht je weer, T? Elke plek waar ik liep, deed me aan haar denken. Zelfs al gebeurde er iets wat me niet rechtstreeks aan haar deed denken, dan dacht ik: 'Kijk, dat lijkt echt niet op haar.' En zo dacht ik dus wel weer aan haar... Het was een worstelgevecht met mijn eigen gedachten, net als een dikke sumoworstelaar die een gevecht probeerde te winnen van zijn tegenstander. Ik verloor telkens, alleen liet ik dat niet meteen merken. Veel had ik nu ook niet meer te verliezen eigenlijk, want het dierbaarste wat ik had, was me al afgepakt.
Zo opgewekt als ik kon, liep ik in een rechte lijn van het station naar de trein. Ik sprong er meteen op, want (hoe kon het ook anders?) ik was weer maar nipt op tijd.

"Gaat het al wat beter met je?" Sofie keek me betwijfelend aan.
'Tuurlijk, het gaat wel. Het is even wennen, maar positiviteit is beter!', zei ik met een knipoog.
Dat was het enige wat er gezegd werd op de trein. Ik voelde al dat het een vermoeiende en lange dag zou worden, ook al had ik 's middags al gedaan...

"Ik kan dit echt niet meer aan hé, school.", zuchtte Zita naast me.
'Nu al? We zijn nog maar in de helft hoor!'
"Ja, maar die onregelmatige uren killen me echt."
'Oh, tegen wie zeg je het. Ik wil naar huis. Eten, film kijken en slapen.'
"Jij voelt me aan.", lachte ze.
"Hoe is het nu met je?", vroeg Sterre.
'Gaat wel. Beter dan gisteren eigenlijk. Mijn gesprek met de tovenares heeft wonderen gedaan! Oh ja.. 13 heeft me ook nog gestuurd om te vragen hoe het met me ging...'
Ik vertelde het hele gesprek aan Zita en Sterre. Ze begrepen mij toen ik zei dat ik niet geloofde dat dit 13 was. Ik kon dit niet geloven, hier zat meer achter...

Zoals verwacht, ging de dag dus traag voorbij. We hadden wel het goede nieuws gekregen dat we woensdag een uur later dan voorzien op school moesten zijn. De gastspreker bleek, net zoals ons, geen ochtendmens te zijn, dus besloot ze om maar rond 11 uur te starten met het gastcollege. Gelukkig maar, want een Franstalige dame die Engels moest komen spreken, dat beloofde...


Terug thuis had ik de moed niet om nog iets te doen voor school. Enkel de taaltest voor Nederlands lag naar me te lachen, maar ik lachte eens terug en zette mijn laptop aan. Netflix had me meer te bieden. Er was net een nieuwe film beschikbaar, dus besloot ik om deze even voorrang te geven op de taaltest. Ik moest na het avondeten toch gaan dansen, dus veel kon ik niet doen momenteel. Aan de tafel zei ik niets. Ik at alles op met de meest bijpassende glimlach en vertrok nadien zo snel mogelijk weer naar mijn stulpje boven. Mijn danskleren had ik al aan, dus ik zette mijn film weer op, in afwachting van het vertrek naar de dansschool.

In de dansschool aangekomen, zat Juno al te wachten.
"Ik heb echt zin om te dansen", zei Juno.
Ik keek haar aan. Er zaten niet zoveel mensen in de cafetaria, het was er rustig.
'Ik niet, ik wil gewoon slapen', antwoordde ik.
"Hallo!", zei Fauve toen ze binnenstapte.
Na 5 minuten mochten we binnen in de zaal.
Lotte was daar al, zij volgde het lesuur ervoor ballet. Jelte kwam naar me toe gelopen.
"Brownieeeeeeeeeee!"
Ze vloog me in de armen. Precies wat ik nodig had! Dat meisje zat vol met enthousiasme, wat ervoor zorgde dat ik plots weer meer zin had in de les. Tenslotte was het bijna dansshow, dus moesten we onze inzet verhogen naar 200 percent in plaats van 100!


Toen ik 's avonds in mijn bed lag, kwam alles weer naar boven van de afgelopen nacht. Waarom had ik dat nu precies gedroomd? Waarom had ik zoveel moeite om 13 te vergeten? Waarom? Dat was de enige vraag die ik kon stellen. Het was mijn levensvraag geworden. Al heel mijn leven vroeg ik me bij elk slecht moment af 'waarom' dat nu gebeurd was. Niet dat ik de enige was die zich dat vaak afvraagde, maar het voelde wel zo... Waarom heb ik het verpest met het meisje van mijn dromen? Verdomme, T, je bent een echte eikel. Kon je niet gewoon geboren zijn zoals het hoorde en een gelukkig leven leiden? Nee, je moest weer speciaal doen. Daardoor ben je nu alles kwijt wat je had, loser. Mijn woorden lieten me niet los. Telkens opnieuw sprak ik mezelf aan over al mijn stommiteiten. Ik kon niet gelukkig zijn, en weet je waarom? Omdat ik niet met mezelf kon leven. Als ik wist dat 13 naast me stond, hoefde ik me over niets zorgen te maken. Dan was T maar T en niets anders. T was maar een naam, die zij betekenis gaf. Zij gaf me een bestaan. Als zij naast mij stond, leek ik niet stom, nee, integendeel, anders zou zij niet verliefd op me worden. Nu ze weg was, was mijn zelfvertrouwen weer gezakt met 5 verdiepen. Ik kon het niet. Bij haar was ik mezelf. Nu ben ik een hoopje. Alles had ik haar gegeven. Al mijn liefde, mijn vertrouwen, mijn leven. En wat kreeg ik terug? "Je maakt me ongelukkig" Precies ja. Enkel dat. Elke keer opnieuw. Om de zoveel maand dezelfde zever.
Maar... Deze keer leek anders. Ik kon nog niet afgeven wat ik nog maar net gekregen had. Stel je voor dat iemand jou een cadeau gaf, dan gaf je dat na een maand toch niet zomaar weg als ze jou dat vroegen? Je liet dat enkel liggen wanneer je er genoeg van had.
Dat was dus niet het geval. Ik had niet genoeg van mijn cadeau. Ik wou juist meer. Ik wou haar, nu en voor altijd. Enkel spijtig dat zij er niet zo over dacht...

Stilletjes begon ik te wenen. Even stond mijn wereld stil. Oh God, waarom toch?  Vertel me waarom ik het liefste meisje in mijn leven zomaar kon verliezen op een week tijd. Please, breng haar terug. Ik wreef in mijn gezicht, maar de tranen bleven rollen. Zou zij nu ook aan me denken? Waarschijnlijk niet... Haar beer werd stevig in mijn armen gedrukt. Bij hem vond ik troost tijdens de slapeloze nachten. Laat me alstublieft niet zomaar achter, 13. Ik kan niet verder zonder je, echt niet. Hopende dat ze mijn gedachten kon lezen, bleef ik in mijn hoofd tegen haar en mezelf praten. De klok gaf '00:00' aan, waarna ik nog eens naar mijn gsm keek. Mijn leven leek even op het toneelstuk 'Wachten op Godot'. Ik wachtte, maar zonder resultaat.

Het is nog te vroeg, T. Ze komt heus wel terug.
Met deze gedachte probeerde ik mezelf te sussen.
Ik draaide me om en staarde naar de muur.

'Ik zie je zo graag, maar waarom?', zuchtte ik, waarna ik mijn ogen sloot en eindelijk in slaap viel...

It's a T for me.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu