36. Determined

153 12 3
                                    

Maggie's POV.


Ik moet die vrouw vinden. Met die gedachte ben ik het huis uitgelopen. Als de rest zou weten wat ik wist zou alles mis kunnen gaan. Het is een groot risico dat ik neem maar ik heb denk ik geen andere keuze. Ik denk dat mijn tante een spreuk of iets gevonden heeft waarmee ze onze gedachten mee kan lezen. Het kan niet anders. Ze weet elke stap voordat wij het weten. Alleen mijn hoofd en die van Bella zijn veilig. Alleen Bella kan niet zo goed liegen dus ik hou het maar bij mezelf. Ik begin met zoeken bij de boerderij. Ik ben een heks dus ik ga m'n weg vinden door middel van spreuken. Ik loop de boerderij in en ik loop weer naar de boekenkast. Ik leg mijn hand er tegenaan en ik zie dat ze er echt niet meer ligt maar ik zie wel de ruimte. Het is helemaal leeg maar je kan nog wel sporen zien van het stof of het bloed van de slang. Verder kan ik hier niks meer vinden en ik loop naar buiten. Ik pak mijn spreukenboek erbij en ik spreek dezelfde spreuk uit die ik met Carlisle had uitgesproken. Ik pak een kaart erbij alleen er gebeurt niks. Natuurlijk heeft mijn tante er wat extra spreuken over uitgesproken. Maar ik kan dit. Als heks denk je eraan hoe je andere heksen kan omzeilen maar je denkt niet aan hoe je andere wezens kan omzeilen. Zoals een wolf. Ik verander in een wolf en ik ruik allemaal geuren. Van vampieren van wolven maar ook van een mens. Of in dit geval misschien een heks. Het is wel een beetje gemaskeerd door de geur van een vampier maar je kan het nog wel ruiken. Ik volg het. Ik let niet op waar ik heen of wat er om me heen gebeurt. Ik let alleen op de geur. Dat is het belangrijkst.

Ik heb geen idee hoelang ik al bezig ben met rennen maar dat maakt niks uit. Na een tijdje begin ik heel erg moe te worden. Ik verander in een mens en ik voel nu pas hoe uitgeput ik ben. Ik sta meteen weer in mijn kleren en ik loop het bos uit. Ik zoek mijn creditcard in mijn jaszakken en als ik hem gevonden heb loop ik naar een motel. Ik koop een kamer en ik ga er heen. Er ligt een krant en ik lees de datum. Ik ben al twee dagen aan het rennen! Geen wonder dat ik zo uitgeput ben. Ik eet veel en als ik klaar ben ga ik douchen. Ik slaap tot ik gewoon niet meer kan slapen en ik loop naar de receptie. Ik moet zo snel mogelijk weg. Ik reken af en ik loop zo snel mogelijk het motel uit. Als ik betaalt heb kunnen ze mijn bankafschriften zien en ze zien waar ik ben geweest. Hoe kan mijn tante zo snel rennen? Ik loop het bos weer in en ik verander in een wolf. Ik probeer de geur weer te vinden wat niet lang duurt. Het is iets zwakker dan gisteren maar ik kan het nog wel volgen. Na een paar uur kom ik aan bij een grot. Ik verander terug en ik loop naar binnen. Na een paar bochten zie ik de vrouw weer liggen en ik ren naar haar toe. Ze ligt in precies dezelfde cirkel met de slang en de tekens. Ik knal tegen een schild aan dat om de cirkel zit. Ik voel weer dezelfde pijn als de eerste keer dat ik het aanraakte in het huis. Ik moet door de cirkel komen. Ik kan het verbreken. Dat weet ik gewoon. Ik pak mijn spreukenboek erbij en ik zoek naar een spreuk. Het probleem is dat ik het niet kan vinden. Ik kan mijn tante niet laten winnen. Denk na! Denk na! Ik doorzoek het boek opnieuw en opeens vind ik de spreuk. "Quod clypeus id facere findit in conteram pieces," zeg ik. Er beginnen kleine barstjes te komen in het schild en het valt langzaam uit elkaar. Ik stap de cirkel in en ik pak de vrouw beet. Ik gooi haar over mijn schouder en ik loop de grot uit. Erbuiten leg ik haar neer en ik kijk naar het teken op haar hoofd. Ik leg mijn hand er overheen en ik probeer het te genezen. Het teken verdwijnt langzaam en ik gooi haar weer over mijn schouder heen. Nu hoef ik me alleen maar naar huis te teleporteren.

Wanneer ik thuis ben is er helemaal niemand. Ik leg de vrouw op de bank. Ik doe alle ramen, deuren en gordijnen dicht. Ze wordt langzaam wakker en ze schiet overeind. Ze kijkt verschrikt om zich heen. "Onmogelijk," zegt ze als ze mij ziet. "Ik droom weer. Dat moet. Nymeria, wat doe je hier?" "U droomt niet en ik ben niet Nymeria. Ik ben haar dochter Maggie," zeg ik. "Ben ik wakker? Na al die tijd?" vraagt ze en ik knik. "Weet u nog iets van wat er is gebeurd?" vraag ik. Ze kijkt moeilijk. "Laten we makkelijk beginnen. Thee?" vraag ik en ze knikt. Ik maak wat thee klaar en ik ga zitten op de bank. "Ik ben Amber. Je moeder was een vriendin van mij. Ik herinner me je tante, Elizabeth, en ik herinner me veel pijn," zegt ze. "Weet u niks van wat er anders is gebeurd? Weet u misschien hoelang u onder die spreuk zat?" vraag ik. "De spreuk... Niet zolang. Maar ze had me al een tijdje gevangen. Ik denk dat ze de kracht niet had om de spreuk uit te voeren. Het is een gevaarlijke duistere spreuk," zegt Amber. "Wat voor een spreuk is het?" vraag ik. "Hiermee kan je iemands krachten stelen," zegt Amber. "Kan het zijn dat u een Alpha heks bent met de gave lucht?" vraag ik. "Ja, hoe weet je dat?" vraagt ze. "Mijn tante heeft uw gave tegen mij gebruikt om één van mijn kinderen te kidnappen," zeg ik. "Wat vreselijk. Kinderen. Het leek nog maar gisteren dat jij een baby was. Mensen groeien snel op," zegt ze. "Hoelang heeft u gevangen gezeten?" vraag ik. "Het laatste dat ik me herinner was dat je moeder vermoord werd," zegt ze. "Dat was op mijn allereerste verjaardag," zeg ik. "Maggie!" hoor ik iemand roepen. 


Ik heb weer eens geupdate! Ik wilde alle boeken weer eens eerst lezen zodat ik wist wat er allemaal gebeurt was. Toen begon ik me schuldig te voelen omdat ik al zolang niet meer heb geupdate. Ik hoop dat jullie het leuk vinden! XXX Love You <3

~L

Together (Twilight Fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu