Hoofdstuk 4

749 28 4
                                    

Helemaal klaar voor het eten stond ik ongeduldig op Marion te wachten. Eindelijk ging dan ook de bel waarna ik Frank snel gedag zei en de deur opende. 'Sorry, Peter hield me nogal bezig' kwam Marion gelijk aangezet met een reden waarom ze te laat was. 'Het maakt niet uit, het waren maar drie minuutjes. De chinees loopt niet weg hoor' stelde ik haar gerust. 'Mijn auto of de jouwe?' Kijkt ze me vragend aan. 'De jouwe? Dan kan je me straks gelijk afzetten' grijnsde ik. 'Het is dat jij het bent' lachte Marion waarna we allebei haar auto instapte.

'Zeg, die Floris dat is wel een volhouder he. Die laat zich denk ik niet zo makkelijk weg jagen door jou' grinnikt Marion als we onze bestelling doorgegeven hebben. 'Hij doet maar, hij moet niet denken dat ik met hem samen ga werken. Ik functioneer veel beter alleen.' Met nog altijd een grote glimlach op haar gezicht zit Marion tegenover me. 'Wat is er nou zo verkeerd aan hem?' Kijkt ze me vragend aan. 'Hij is een Amsterdammer dat zegt al genoeg.' Zuchtend kijkt ze me aan. 'Niet alle Amsterdammers zijn zoals de Amsterdammer die jij kent Eva, niet iedereen is zoals je vader.' Daar had ze dan weer gelijk in. Mijn vader was officieel een Amsterdammer. Hij heeft me zoveel pijn gedaan dat ik nu een hekel heb aan Amsterdammers. 'Misschien valt Wolfs best wel mee en vormen jullie een super goed team.' 'Zo'n goed team als met Alice zal ik nooit worden maar ja die zit in Amerika voor haar man' zucht ik. 'Dat weet je niet, geef Wolfs gewoon eens een kans. Hij heeft zelfs al thee voor je gehaald, is dat geen pluspuntje waard.' 'Een heel kleintje' glimlachte ik. 'Maar weet je zeker dat het is omdat hij uit Amsterdam komt, vind je hem stiekem niet een beetje leuk?' Kijkt ze grijnzend mijn kant op. 'Nou nee, hij is mijn type niet en daarbij ik heb Frank.' 'Ik had ook iets met Twan en toen kwam Peter op mijn pad' antwoordde Marion. 'Dat kan best maar Wolfs is mijn type gewoon niet. Dat zal hij ook nooit worden en ik ben ontzettend gelukkig met Frank.' Gelukkig kon Marion er niet meer op ingaan aangezien ons eten gebracht werd.

Met een volle maag werd ik thuis afgezet. 'Tot morgen Eva!' 'Tot morgen Mar!' Zei ik en liep naar binnen toe. 'Frank, ik ben thuis!' Roep ik door de keuken. Onze eigen keuken, daar zou hij zijn. Op de begane grond is de keuken voor het restaurant, in de kelder is de privé keuken waar alleen Frank, ik en mensen zoals Marion komen maar geen gasten. Tot mijn verbazing is de man die in de keuken staat geen Frank maar Floris. 'Hee Eefke je bent er al!' Hoor ik achter me en voel twee armen om me heen. 'Waarom is hij hier' fluister ik in zijn oor. 'Floris is die Amsterdammer waar ik het gisteren over had. Zijn vriendin Tanja komt zo ook naar beneden. Tanja komt bij me werken als kok.' Ik vond het al erg om Wolfs alleen al op het bureau te moeten zien. Nu zit ik ook thuis al met hem opgescheept. 'Hij is mijn werkpartner Frank' sis ik in zijn oor. 'Dat is toch mooi, dan kunnen jullie 's ochtends samen naar het bureau rijden. Ik neem aan dat jullie dezelfde tijden hebben als jullie werkpartners zijn.' Waarom deed hij er zo makkelijk over. Ik heb hem gisteren nog verteld dat ik er helemaal niet blij mee ben dat Wolfs mijn werkpartner is. 'Zoek het lekker uit' antwoord ik dan ook terwijl ik me los van hem maak en naar boven storm, onze slaapkamer in.

Samen een - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu